Klik op de modelnaam van het apparaat:CLX-3175, CLX-3175N, CLX-3170FN, CLX-3175FN, CLX-3175FW Multifunctionele printer Gebruikershandleiding mogelijkheden die tot de verbeelding spreken Bedankt voor uw aankoop van dit Samsung-product.
de functies van uw nieuwe laserproduct Uw nieuwe apparaat is uitgerust met een aantal speciale functies die de kwaliteit van de documenten die u afdrukt verbeteren. Met dit apparaat kunt u: SPECIALE FUNCTIES Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwaliteit • U kunt alle kleuren afdrukken met behulp van de kleuren cyaan, magenta, geel en zwart. • U kunt afdrukken tot een resolutie van 2.400 x 600 dpi. (Raadpleeg het hoofdstuk Software.
FUNCTIES PER MODEL Het apparaat voorziet in alles wat u nodig hebt voor de verwerking van uw documenten: van afdrukken en kopiëren tot meer geavanceerde netwerkoplossingen voor uw bedrijf. De belangrijkste functies van dit apparaat zijn: FUNCTIES CLX-3170FN CLX-3175FN CLX-3175FW USB 2.0 USB-geheugeninterface PictBridge ADI (automatische documentinvoer) Netwerkinterface Ethernet 10/100 Base TX bedraad LAN Netwerkinterface 802.11b/g draadloos LAN FAX ( : inclusief.
MEER INFORMATIE Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen. Dit kunnen papieren of online documenten zijn. Beknopte installatiehandleiding Biedt informatie over het instellen van het apparaat. U moet de instructies in de handleiding volgen om het apparaat gebruiksklaar te maken.
veiligheidsinformatie BELANGRIJKE VEILIGHEIDSSYMBOLEN EN VOORZORGSMAATREGELEN Betekenis van de pictogrammen en symbolen in deze gebruikershandleiding: Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot ernstig persoonlijk letsel of overlijden. WAARSCHUWING Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot licht persoonlijk letsel of schade aan eigendommen.
13.
OZONVEILIGHEID Tijdens normale werking produceert dit apparaat ozon. De geproduceerde ozon vormt geen gevaar voor de gebruiker. Wij raden echter aan het apparaat op te stellen in een goed geventileerde ruimte. Voor meer informatie over ozon kunt u contact opnemen met een Samsung-verkoper in uw buurt. ENERGIE BESPAREN Dit apparaat maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende technologie, die het energiegebruik vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
RADIOFREQUENTIESTRALING FCC-voorschriften Uit tests is gebleken dat dit apparaat voldoet aan de beperkingen voor een digitaal apparaat van klasse B conform artikel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie binnenshuis.
FAX-IDENTIFICATIE In verschillende landen is het wettelijk verboden om met een computer of ander elektronisch apparaat faxberichten te verzenden die niet zijn voorzien van een duidelijke strook met de volgende informatie, aan de onderkant of bovenkant van iedere verzonden pagina of op de eerste pagina: (1) verzenddatum en -tijd; (2) naam van de verzender (bedrijf, bedrijfsonderdeel of persoon); en (3) faxnummer van de verzender (apparaat, bedrijf, bedrijfsonderdeel of persoon).
STEKKER VAN HET NETSNOER VERVANGEN (ALLEEN VOOR UK) Belangrijk Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Wanneer u de zekering vervangt, moet u een geschikt type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering kwijt bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe afdekkap op hebt gezet.
Europese radiogoedkeuringsinformatie (voor producten uitgerust met door de EU goedgekeurde radioapparaten) Dit product is een printer. Mogelijk bevat uw printersysteem, dat bedoeld is voor gebruik thuis of op kantoor, radio LAN type-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz band. Dit deel is alleen van toepassing als deze apparaten aanwezig zijn. Zie het systeemlabel om na te gaan of draadloze apparaten aanwezig zijn.
WETTELIJK VERPLICHTE VERKLARINGEN INZAKE OVEREENSTEMMING Draadloze besturing Mogelijk bevat uw printersysteem radio LAN type-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz band. Het volgende deel is een algemeen overzicht van overwegingen die betrekking hebben op het gebruik van een draadloos apparaat.
inhoud 2 5 INLEIDING 17 17 17 18 19 19 20 21 21 21 Apparaatoverzicht Voorkant Achterkant Overzicht van het bedieningspaneel Informatie over de Status-LED De status van de tonercassette bevestigen Menu-overzicht Meegeleverde software Functies van de printerstuurprogramma’s Printerstuurprogramma AAN DE SLAG 22 23 23 23 23 24 24 24 24 24 25 25 26 29 29 30 31 31 31 33 34 34 34 34 34 34 34 35 35 35 De hardware installeren Systeemvereisten Windows Macintosh Linux Het netwerk installeren Ondersteunde werkom
inhoud 38 39 39 40 42 42 42 Specificaties van afdrukmateriaal Formaten van afdrukmaterialen die in elke modus worden ondersteund Richtlijnen voor speciale afdrukmaterialen Het formaat van het papier in de papierlade wijzigen Afdrukken op speciale afdrukmaterialen Afdrukmateriaal handmatig plaatsen Papierformaat en -type instellen KOPIËREN 43 43 43 43 43 44 44 44 44 44 45 45 45 45 Kopiëren De instellingen per kopie wijzigen Tonersterkte Type origineel Verkleinde of vergrote kopie De standaardkopieerinste
inhoud 53 53 54 54 54 54 54 54 54 55 55 56 56 57 57 57 Een fax ontvangen Ontvangstmodus wijzigen Automatisch ontvangen in modus Fax Handmatig ontvangen in de modus Tel Handmatig ontvangen via een intern telefoontoestel Automatisch ontvangen in modus Ant/Fax Faxen ontvangen via de modus DRPD Ontvangen in veilige ontvangstmodus Veilige ontvangstmodus inschakelen Faxen ontvangen in het geheugen Faxen doorsturen Fax instellen De faxinstellingen wijzigen De standaarddocumentinstellingen wijzigen Automatisch een
inhoud PROBLEMEN OPLOSSEN 72 72 72 73 73 73 73 74 76 79 79 79 81 83 84 84 85 85 87 Tips om papierstoringen te voorkomen Vastgelopen documenten verwijderen Papierstoring aan uitgang Papierstoring bij de roller Vastgelopen papier verwijderen In lade 1 Rond de fixeereenheid In het papieruitvoergebied Informatie over berichten op het display Andere problemen oplossen Papierinvoer Afdrukproblemen Problemen met de afdrukkwaliteit Problemen met kopiëren Problemen met scannen Fax installeren Veelvoorkomende Windo
inleiding Hieronder ziet u waar de belangrijkste onderdelen van het apparaat zich bevinden: In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • Apparaatoverzicht Overzicht van het bedieningspaneel Informatie over de Status-LED De status van de tonercassette bevestigen • • • Menu-overzicht Meegeleverde software Functies van de printerstuurprogramma’s APPARAATOVERZICHT Voorkant Achterkant 1 Breedtegeleiders voor documenten 9 2 ADI 10 USB-geheugenpoort 3 Bedieningspaneel 11 Tonercassette
OVERZICHT VAN HET BEDIENINGSPANEEL 1 2 3 4 ID Copy U kunt beide zijden van een document, bijvoorbeeld een identiteitsbewijs, kopiëren op een enkel vel papier. (Zie "ID-kaart kopiëren" op pagina 44.) Direct USB Hiermee kunt u rechtstreeks bestanden uit een USB-geheugenapparaat afdrukken wanneer dat op de USB-geheugenpoort aan de voorzijde van het apparaat is aangesloten. (Zie "Over USB-geheugen" op pagina 59.) Display Toont de huidige status en houdt u op de hoogte tijdens het gebruik.
INFORMATIE OVER DE STATUS-LED De kleur van de Status-LED geeft de huidige status van het apparaat weer. STATUS BESCHRIJVING • • Uit • Groen Knippert • • Het apparaat is uitgeschakeld. Het apparaat staat in de energiebesparende modus. Wanneer er gegevens binnenkomen of een knop wordt ingedrukt, gaat het apparaat automatisch online. U kunt de draadloze functie niet gebruiken. Wanneer het groene lampje langzaam knippert, ontvangt het apparaat gegevens van de computer.
MENU-OVERZICHT Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor instelling en gebruik van het apparaat. Druk op Menu om toegang te krijgen tot deze menu’s. Raadpleeg onderstaand diagram. Afhankelijk van uw opties of model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. . Faxfunctie Tonersterkte Resolutie Meerdere verz. Uitgest. verz. Prior. verz. Doorsturen Veilige ontv. Pag.
MEEGELEVERDE SOFTWARE Installeer de printer- en scannersoftware nadat u de printer hebt geïnstalleerd en op de computer hebt aangesloten. Als u onder Windows of Macintosh werkt, installeert u de software vanaf de meegeleverde cd. Als u onder Linux werkt, moet u de software downloaden van de website van Samsung (www.samsung.com/printer) en installeren..
Aan de slag In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • De hardware installeren Systeemvereisten Het netwerk installeren Een bekabeld netwerk gebruiken DE HARDWARE INSTALLEREN In dit hoofdstuk worden de stappen getoond die noodzakelijk zijn voor het installeren van de hardware. Dit wordt uitgelegd in de Beknopte installatiehandleiding. Lees de Beknopte installatiehandleiding door en voer de volgende stappen uit. 1.
SYSTEEMVEREISTEN Macintosh Het systeem moet aan de volgende vereisten voldoen: VEREISTEN (AANBEVOLEN) Windows Het apparaat ondersteunt de volgende Windows-besturingssystemen.
HET NETWERK INSTALLEREN U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat (printer) om dit te kunnen gebruiken in het netwerk. Als u het apparaat in het bekabelde netwerk gebruikt, raadpleegt u "Een bekabeld netwerk gebruiken". Als u uw netwerkprinter in een draadloos netwerk gebruikt, raadpleegt u ""Een draadloos netwerk gebruiken (enkel CLX-3175FW)" op pagina 29. • Toewijzing van statisch IP-adres: met het programma SetIP kunt u het IP-adres van uw computer wijzigen.
3. Selecteer in het menu Start van Windows Alle programma’s > Samsung Network Printer Utilities > SetIP > SetIP. 4. Klik op het pictogram (derde van links) in het venster SetIP om het TCP/IP-configuratievenster te openen. 5. Voer in het configuratievenster de nieuwe informatie van het apparaat als volgt in: • MAC Address: zoek het MAC-adres van het apparaat in het netwerkconfiguratierapport en voer dit in zonder de dubbele punten. Voorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt 0015992951A8.
EEN DRAADLOOS NETWERK GEBRUIKEN (WINDOWS/ENKEL CLX-3175FW) U moet de netwerkprotocollen op uw apparaat instellen om het apparaat in uw netwerk te kunnen gebruiken. In dit hoofdstuk leest u hoe u dit op een eenvoudige manier kunt doen. Dit gedeelte is alleen van toepassing op het Windowsbesturingssysteem. Neem voor u begint de USB-kabel en de installatie-cd-rom met printersoftware die bij uw apparaat (printer) zijn geleverd.
7. Na de zoekactie bevat het venster de apparaten voor het draadloze netwerk. Selecteer de naam (SSID) van uw draadloze computer en klik op Volgende. Als u de draadloze configuratie handmatig instelt, klikt u op Geavanceerde instelling. • Netwerknaam: typ de SSID van de draadloze computer. Deze naam is hoofdlettergevoelig. • Werkingsmodus: selecteer Ad-hoc. • Kanaal: selecteer het kanaal (Auto-inst. of 2412 MHz tot 2467 MHz). • Verificatie: selecteer een verificatietype. Open syst.
7. Na de zoekactie bevat het venster de apparaten voor het draadloze netwerk. Selecteer de naam (SSID) van het toegangspunt dat u gebruikt en klik op Volgende. Als u de draadloze configuratie handmatig instelt, klikt u op Geavanceerde instelling. • Netwerknaam: typ de SSID van de draadloze computer. Deze naam is hoofdlettergevoelig. • Werkingsmodus: selecteer Infrastructuur. • Verificatie: selecteer een verificatietype. Open syst.
• parameters in te stellen. De printer ontvangt automatisch het IP-adres (DHCP) als de computer is geconfigureerd voor DHCP. Voor een statische netwerkomgeving: De printer gebruikt het statische adres als de computer is geconfigureerd met een statisch adres.Als de computer is geconfigureerd met het IP-adres 192.168.1.100, het subnetadres 255.255.255.0 en het gateway-adres 192.168.1.1, voert u op de printer het IP-adres 192.168.1.101, het subnetadres 255.255.255.0 en het gateway-adres 192.168.1.1 in.
Het IP-adres instellen Eerst moet u een IP-adres instellen voor het afdrukken en beheren van het netwerk. In de meeste gevallen wordt een IP-adres automatisch toegewezen door een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol Server) die zich in het netwerk bevindt. In bepaalde gevallen moet het IP-adres handmatig worden ingesteld. Dit wordt een statisch IP-adres genoemd. Het wordt om beveiligingsredenen vaak vereist in het bedrijfsintranet.
Instelling netwerkparameters Gebruik van het bedieningspaneel U kunt de netwerkinstellingen ook invoeren via de netwerkbeheerprogramma’s. • SyncThru™ Web Admin Service: een via internet functionerend afdrukbeheersysteem voor netwerkbeheerders. Met SyncThru™ Web Admin Service kunt u de netwerkapparatuur op een efficiënte manier beheren en kunt u netwerkapparaten op afstand controleren en problemen oplossen vanaf iedere plek waar men toegang heeft tot het bedrijfsnetwerk via het internet.
met elkaar te communiceren in een peer-to-peer-omgeving. Ga naar stap 4. Infrastructure: maakt het voor draadloze apparaten mogelijk om via een toegangspunt met elkaar te communiceren. Ga naar stap 5. 3. Druk op de pijltoetsen om de gewenste Channel-methode te selecteren en druk op OK. Als u Auto selecteert, worden de kanalen automatisch aangepast door de draadloze netwerkinterfacekaart op uw apparaat. 4. Druk op de pijltoetsen om de gewenste WLAN Beveilig.-methode te selecteren en druk op OK.
5. Klik op Next. Als het venster met de instellingen voor de beveiliging van een draadloos netwerk verschijnt, voert u het geregistreerde wachtwoord (de netwerksleutel) in en klikt u op Next. 6. Het venster Wizard Setup Confirmation verschijnt. Controleer de instellingen van het draadloze netwerk. Als de instellingen juist zijn, klikt u op Apply. 7. Klik op OK. Ontkoppel de netwerkkabel (standaardkabel of crossoverkabel). Uw apparaat zou vervolgens draadloos met het netwerk moeten communiceren.
BASISINSTELLINGEN VAN HET APPARAAT Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Raadpleeg het volgende hoofdstuk om waarden in te stellen of te wijzigen. Hoogte-instelling De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte waarop het apparaat zich boven zeeniveau bevindt. Aan de hand van de volgende informatie kunt u uw apparaat instellen op een optimale afdrukkwaliteit.
Luidspreker, beltoon, toetsgeluid en alarmsignaal Cijfers of namen corrigeren 1. Druk op Menu totdat Systeeminst. verschijnt op de onderste regel van het display en druk vervolgens op OK. 2. Druk op pijl-links/rechts totdat Geluid/Volume verschijnt en druk op OK. 3. Druk op pijl-links/rechts totdat de gewenste geluidsoptie verschijnt en druk vervolgens op OK. 4. Druk op pijl-links/rechts totdat de gewenste status of het gewenste volume voor het geselecteerde geluid verschijnt en druk vervolgens op OK. 5.
originelen en afdrukmateriaal plaatsen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u originelen en afdrukmateriaal in het apparaat plaatst. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • Originelen plaatsen Afdrukmateriaal selecteren Het formaat van het papier in de papierlade wijzigen ORIGINELEN PLAATSEN Als u een document wilt kopiëren, scannen of faxen, legt u het op de glasplaat of in de ADI (Automatische DocumentInvoer).
2. Plaats het origineel in de ADI met de bedrukte zijde naar boven. Zorg ervoor dat de onderkant van de stapel originelen samenvalt met de markering voor het papierformaat op de invoerlade. 3. Stel de breedtegeleiders in overeenkomstig het papierformaat. AFDRUKMATERIAAL SELECTEREN U kunt afdrukken op verschillende afdrukmaterialen, waaronder normaal papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend afdrukmaterialen die voldoen aan de in deze gebruikershandleiding vermelde richtlijnen.
Specificaties van afdrukmateriaal TYPE FORMAAT GEWICHTa AFMETINGEN Letter 216 x 279 mm Legal 216 x 356 mm US Folio 216 x 330 mm A4 210 x 297 mm Oficio 216 x 343 mm JIS B5 182 x 257 mm ISO B5 176 x 250 mm Executive 184 x 267 mm A5 148 x 210 mm Statement 140 x 216 mm A6 105 x 148 mm Monarch-enveloppen 98 x 191 mm Envelop 6 3/4 92 x 165 mm Envelop nr. 10 105 x 241 mm Envelop nr.
Formaten van afdrukmaterialen die in elke modus worden ondersteund MODUS FORMAAT INVOER Kopieermodus Letter, A4, Legal, Oficio, Folio, Executive, JIS B5, A5, A6 lade 1 Afdrukmodus Het apparaat ondersteunt alle formaten lade 1 Faxmodus Letter, A4, Legal lade 1 SOORT MATERIAAL Enveloppen (Vervolg) RICHTLIJNEN • • Richtlijnen voor speciale afdrukmaterialen • SOORT MATERIAAL Enveloppen RICHTLIJNEN • • • • • • Of enveloppen naar behoren worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit van de e
SOORT MATERIAAL Voorbedrukt papier RICHTLIJNEN • • • • Papier met briefhoofd moet bedrukt zijn met hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of gevaarlijke stoffen afgeeft wanneer deze gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan de fixeertemperatuur van de printer. Zie de specificaties van uw apparaat om na te gaan wat de fixeertemperatuur is. Zie "Algemene specificaties" op pagina 89. De inkt van het briefhoofd mag niet ontvlambaar zijn en mag de printerrollen niet aantasten.
7. Stel na het plaatsen van het papier het formaat en type van het papier in voor lade. Zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 42. • • • Plaats meer papier als er onvoldoende papier in de lade ligt. Als het papier regelmatig vastloopt, plaatst u het vel per vel in de lade. U kunt ook papier plaatsen waarop al is afgedrukt. Plaats het papier met de bedrukte zijde naar boven. De kant die naar de printer gericht is, mag niet gekruld zijn. Bij invoerproblemen draait u het papier om.
AFDRUKKEN OP SPECIALE AFDRUKMATERIALEN In het apparaat kunnen speciale typen en formaten afdrukmateriaal worden geplaatst, zoals briefkaarten, notitiekaarten en enveloppen. Dit is handig als u maar één pagina wilt afdrukken op papier met briefhoofd of op gekleurd papier. Afdrukmateriaal handmatig plaatsen • • Plaats telkens slechts afdrukmateriaal van één formaat in de lade. Voeg geen papier toe als de papierlade nog papier bevat. Zo voorkomt u dat het papier vastloopt.
kopiëren In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u documenten kopieert. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • Kopiëren De instellingen per kopie wijzigen De standaardkopieerinstellingen wijzigen KOPIËREN 1. Druk op Copy. Klaar om te kop. verschijnt op de bovenste regel van het display. 2. Plaats originelen met de bedrukte zijde naar boven in de ADI of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner.
DE STANDAARDKOPIEERINSTELLINGEN WIJZIGEN 5. Keer het origineel om en plaats het op de glasplaat zoals aangegeven door de pijlen. Sluit vervolgens het deksel van de scanner. De kopieeropties, waaronder tonerdichtheid, soort origineel, kopieerformaat en aantal kopieën, kunnen worden ingesteld op de waarden die u het meest gebruikt. Bij het kopiëren van documenten worden deze standaardinstellingen gebruikt, tenzij ze zijn aangepast via de daarvoor bedoelde knoppen op het bedieningspaneel. 1. Druk op Copy. 2.
5. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar de gereedmodus. Uw origineel wordt in 9 delen verdeeld. De gedeelten worden een voor een gescand en afgedrukt, in deze volgorde: Klonen Het is mogelijk de originele afbeelding verschillende keren te laten afdrukken op één enkele pagina. Het aantal afbeeldingen per vel wordt automatisch bepaald op basis van de grootte van het origineel en het papierformaat. Deze kopieerfunctie is alleen beschikbaar wanneer u de originelen op de glasplaat van de scanner plaatst.
scannen Met de scanfunctie zet u tekst en afbeeldingen om in digitale bestanden die u op de computer kunt opslaan. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • Basisinformatie over scannen Scannen via het bedieningspaneel Scannen via het netwerk De maximale resolutie is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de snelheid van de computer, de beschikbare schijfruimte, het geheugen, de grootte van het te scannen bestand en de instellingen van de bitdiepte.
5. Druk op pijl-links/rechts totdat Lokale comp. op de onderste regel van het display verschijnt en druk vervolgens op OK. Als het apparaat is verbonden met een netwerk, selecteert u Netwerkcomp. en drukt u op OK. Controleer de poortverbinding als het bericht Niet beschikbaar verschijnt. Als u Netwerkcomp. hebt geselecteerd, selecteert u de gebruikers-id en de pincode van de geregistreerde gebruiker. Druk op OK. • De id is gelijk aan de id die is geregistreerd op naam van Samsung Scanbeheer.
8. Als u wordt gevraagd of u de e-mail naar uw account wil sturen, drukt u op pijl-links/rechts om Ja of Nee te selecteren en drukt u vervolgens op OK. Deze vraag verschijnt niet als u bij het aanmaken van de e-mailaccount de optie Naar zichzelf verz hebt ingeschakeld. 9. Vul het onderwerp van de e-mail in en druk op OK. 10. Druk op pijl-links/rechts totdat de gewenste scaninstelling verschijnt en druk vervolgens op OK of Start. Het apparaat begint te scannen en verzendt daarna de e-mail. 11.
3. Druk op pijl-links/rechts totdat de gewenste categorie nummers verschijnt en druk vervolgens op OK. 4. Druk op OK wanneer Alle verschijnt. 5. Druk op pijl-links/rechts totdat de gewenste naam en het gewenste adres verschijnen. U kunt het gehele geheugen alfabetisch doorzoeken van achteren naar voren en omgekeerd. Zoeken met een specifieke beginletter 1. Druk indien nodig op Scan/Email. 2. Druk op Address Book totdat Zoek. en verz. verschijnt op de onderste regel van het display en druk vervolgens op OK.
eenvoudige afdruktaken In dit hoofdstuk worden de meest gangbare afdruktaken toegelicht. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Een document afdrukken • Een afdruktaak annuleren EEN DOCUMENT AFDRUKKEN Afdrukken is mogelijk vanuit verschillende toepassingen onder Windows, de Macintosh-besturingssystemen of Linux. De exacte procedure kan per toepassing verschillen. Raadpleeg het hoofdstuk Software voor meer informatie over afdrukken.
faxen Dit hoofdstuk bevat informatie over het gebruik van het apparaat als fax. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • Een fax verzenden Een fax ontvangen Fax instellen Resolutie Wij raden het gebruik aan van traditionele analoge telefoondiensten (PSTN: openbaar telefoonnet) wanneer u telefoonlijnen aansluit om de fax te gebruiken. Als u andere internetservices gebruikt (DSL, ISDN, VolP), kunt u de verbindingskwaliteit verbeteren door de microfilter te gebruiken.
Een fax automatisch verzenden Automatisch opnieuw kiezen 1. Druk op Fax. 2. Plaats originelen met de bedrukte zijde naar boven in de ADI of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zie "Originelen plaatsen" op pagina 36 voor meer informatie over het plaatsen van originelen. Klaar om te fax. verschijnt op de bovenste regel van het display. 3. Pas de resolutie en tonerdichtheid naar wens aan. (Zie "De documentinstellingen aanpassen" op pagina 51.) 4.
Een uitgestelde fax verzenden U kunt het apparaat zo instellen dat een fax op een later tijdstip (tijdens uw afwezigheid) wordt verzonden. U kunt bij gebruik van deze functie geen kleurenfax verzenden. 1. Druk op Fax. 2. Plaats originelen met de bedrukte zijde naar boven in de ADI of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zie "Originelen plaatsen" op pagina 36 voor meer informatie over het plaatsen van originelen . 3.
pagina 54 voor meer informatie. 6. Druk op OK om uw keuze op te slaan. 7. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar de gereedmodus. • • Als u de modus Ant/Fax wilt gebruiken, sluit u een antwoordapparaat aan op de EXT-uitgang aan de achterzijde van het apparaat. Maak gebruik van de veilige ontvangstmodus als u niet wilt dat anderen de door u ontvangen documenten kunnen bekijken. In deze modus worden alle inkomende faxen opgeslagen in het geheugen.
7. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar de gereedmodus. Wanneer een fax wordt ontvangen in de veilige ontvangstmodus, slaat het apparaat de fax op in het geheugen. Het bericht Veilige ontv. wordt weergegeven om u te laten weten dat er een fax is binnengekomen. Ontvangen faxen afdrukken 1. Volg stap 1 tot en met 3 in "Veilige ontvangstmodus inschakelen" om toegang te krijgen tot het menu Veilige ontv. 2. Druk op pijl-links/rechts totdat Afdrukken verschijnt en druk op OK. 3.
FAX INSTELLEN OPTIE De faxinstellingen wijzigen Kiesmodus Het apparaat beschikt over diverse opties voor het instellen van het faxsysteem. Deze opties kunnen door de gebruiker zelf worden ingesteld. U kunt de standaardinstellingen naar wens aanpassen. De faxinstellingen wijzigen: 1. Druk op Fax. 2. Druk op Menu totdat Faxinstel. verschijnt op de onderste regel van het display en druk vervolgens op OK. 3. Druk op pijl-links/rechts om Verzending of Ontvangst te selecteren en druk vervolgens op OK. 4.
OPTIE Inst. ong. fax DRPD-modus BESCHRIJVING Deze instelling is niet in alle landen beschikbaar. Als deze functie is ingeschakeld, worden faxen geweigerd die afkomstig zijn van externe nummers die in het geheugen zijn opgeslagen onder ongewenste faxnummers. Deze functie is handig om ongewenste faxberichten te blokkeren. Als u deze functie inschakelt, krijgt u toegang tot de volgende opties om de ongewenste faxnummers in te voeren. • Toevoegen: Hiermee kunt u maximaal 10 faxnummers opslaan.
11. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar de gereedmodus. Een vermelding in het adresboek verwijderen Een groepskiesnummer bewerken In Adresboek kunt u vermeldingen één voor één verwijderen. 1. Druk op Address Book totdat Verwijderen verschijnt op de onderste regel van het display en druk vervolgens op OK. 2. Druk op pijl-links/rechts totdat de gewenste categorie nummers verschijnt en druk vervolgens op OK. 3. Druk op pijl-links/rechts totdat de gewenste zoekmethode verschijnt en druk op OK.
USB-geheugenapparaat gebruiken In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een USB-geheugenapparaat samen met uw apparaat kunt gebruiken.
Scannen 1. Steek een USB-geheugenapparaat in de USB-geheugenpoort aan de voorkant van het apparaat. 2. Plaats originelen met de bedrukte zijde naar boven in de ADI of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner. Z ie "Originelen plaatsen" op pagina 36 voor meer informatie over het plaatsen van originelen. 3. Druk op Scan/Email. 4. Druk op OK wanneer Naar USB scan. op de onderste regel van het display verschijnt. 5.
EEN BACK-UP MAKEN VAN UW GEGEVENS Gegevens in het geheugen van het apparaat kunnen per ongeluk gewist worden als gevolg van een stroomonderbreking of een fout tijdens het opslaan. Met een back-up beveiligt u uw Adresboek-vermeldingen en de systeeminstellingen door ze als back-upbestanden op een USBgeheugenapparaat op te slaan. Een back-up maken van uw gegevens 1. Steek een USB-geheugenapparaat in de USB-geheugenpoort aan de voorkant van het apparaat. 2. Druk op Menu totdat Systeeminst.
onderhoud In dit hoofdstuk vindt u informatie over het onderhoud van het apparaat en de tonercassette. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • • • • • • • Rapporten afdrukken Geheugen wissen Uw apparaat reinigen De cassette onderhouden De tonercassette vervangen RAPPORTEN AFDRUKKEN U kunt verschillende rapporten met nuttige informatie laten maken. De volgende rapporten zijn beschikbaar: Afhankelijk van uw opties of model zullen sommige rapporten mogelijk niet op het display verschijnen.
GEHEUGEN WISSEN UW APPARAAT REINIGEN U kunt kiezen welk gedeelte van de informatie in het geheugen u wilt wissen. Gebruikers van de CLX-3170FN/CLX-3175FN/CLX-3175FW moeten voor ze het geheugen wissen controleren of alle faxopdrachten zijn voltooid, anders worden deze taken ook gewist. Volg de onderstaande reinigingsprocedures telkens na vervanging van een tonercassette of als er problemen ontstaan met afdruk- en scankwaliteit. Dit is voor het behoud van een goede afdruk- en scankwaliteit. 1.
4. Haal de cassette voor gebruikte toner uit het apparaat door middel van de handgreep. 5. Haal de beeldeenheid uit het apparaat via de inkeping aan de voorzijde van de beeldeenheid. 6. Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof en gemorste toner in en rond de ruimte voor de tonercassette. • • Als u toner op uw kleding krijgt, veeg de toner dan af met een droge doek en was het kledingstuk in koud water. Als u warm water gebruikt, hecht de toner zich aan de stof.
9. Schuif de vier tonercassettes terug in het apparaat. 5. Duw de ADI-folie voorzichtig met een hulpmiddel zoals een pincet. 10. Plaats alle onderdelen terug in het apparaat en sluit de voorklep. 6. Houd de ADI-folie vast bij de rand en veeg beide zijden van de ADI-folie tot hij schoon en droog is. Wanneer de voorklep niet volledig gesloten is, werkt het apparaat niet. 11. Steek de stekker weer in het stopcontact en zet het apparaat aan.
DE CASSETTE ONDERHOUDEN Tonercassette bewaren Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht, temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan de aanbevelingen te volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette. Bewaar deze cassette op dezelfde plaats als waar de printer wordt gebruikt, in het ideale geval een kantoor waar de temperatuur en vochtigheid worden geregeld.
4. Schuif de vier tonercassettes terug in het apparaat. 1. Schakel het apparaat uit en wacht dan enkele minuten totdat het apparaat is afgekoeld. 2. Open de voorklep volledig met behulp van de greep. 3. Houd de tonercassette vast aan de grepen en trek de cassette uit de printer. 5. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed is vergrendeld. Wanneer de voorklep niet volledig gesloten is, werkt het apparaat niet. 4. Neem een nieuwe tonercassette uit de verpakking.
7. Controleer of de kleur van de tonercassette overeenkomt met de kleursleuf en houd vervolgens de grepen van de tonercassette vast. Schuif de cassette in de sleuf tot deze vastklikt. DE BEELDEENHEID VERVANGEN Wanneer de beeldeenheid is versleten, verschijnt het Smart Panelprogrammavenster op het computerscherm om aan te geven dat de beeldeenheid moet worden vervangen. Anders stopt uw apparaat met afdrukken. 1. Schakel het apparaat uit en wacht dan enkele minuten totdat het apparaat is afgekoeld. 2.
5. Haal de beeldeenheid uit het apparaat via de inkeping aan de voorzijde van de beeldeenheid. 8. Schuif de cassette voor gebruike toner op zijn plaats en duw deze er in totdat deze goed vastzit. 6. Neem een nieuwe beeldeenheid uit de verpakking. Verwijder de beschermingselementen aan weerszijden van de beeldeenheid en verwijder het papier dat het oppervlak van de beeldeenheid beschermt. 9. Schuif de vier tonercassettes terug in het apparaat.
DE CASSETTE VOOR GEBRUIKTE TONER VERVANGEN 6. Schuif de nieuwe cassette op zijn plaats en duw deze er in totdat deze goed vastzit. Wanneer de levensduur van de cassette voor gebruikte toner is verstreken, verschijnt het Smart Panel-programmavenster op het computerscherm om aan te geven dat de cassette voor gebruikte toner moet worden vervangen. Anders stopt uw apparaat met afdrukken. 1. Schakel het apparaat uit en wacht dan enkele minuten totdat het apparaat is afgekoeld. 2.
3. Druk op pijl-links/rechts totdat Gebruiksduur verschijnt en druk op OK. 4. Druk op pijl-links/rechts totdat het gewenste item verschijnt en druk vervolgens op OK. • Info verb.art.: Drukt een pagina af met informatie over de levering. • Totaal: Toont het totaal aantal afgedrukte pagina’s. • ADI-scan: Toont het aantal pagina’s dat is gescand via de ADI. • Scan. via glas: Toont het aantal pagina’s dat is gescand op de glasplaat.
problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • Tips om papierstoringen te voorkomen Vastgelopen documenten verwijderen Vastgelopen papier verwijderen • • TIPS OM PAPIERSTORINGEN TE VOORKOMEN U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmateriaal te gebruiken. Volg de stappen op pagina 72 wanneer zich een papierstoring voordoet.
2. Haal lade 1 uit het apparaat. Papierstoring bij de roller 1. Open het deksel van de scanner. 2. Pak het verkeerd ingevoerde papier vast en verwijder het uit het invoergedeelte door het voorzichtig met beide handen naar rechts te trekken. 3. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig en recht naar buiten te trekken. 3. Sluit het deksel van de scanner. Plaats de verwijderde pagina’s opnieuw in de automatische documentinvoer.
2. Open de binnenklep. In het papieruitvoergebied 1. Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het vastgelopen papier wordt automatisch uitgevoerd. 2. Trek het papier voorzichtig uit de uitvoerlade. 3. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit het apparaat. Stop als u het vastgelopen papier niet kunt zien of als u weerstand voelt wanneer u eraan trekt en ga door met de volgende stap. 3. Open de achterklep. 4. Indien u het vastgelopen papier ziet, trek het dan recht naar boven.
6. Open de scannereenheid. 9. Duw de hendel van de fixeereenheid omlaag. 7. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit het apparaat. 10. Sluit de achterklep. De printer gaat automatisch door met afdrukken. 8. Duw de scannereenheid voorzichtig en langzaam omlaag totdat deze volledig is gesloten. Controleer of de klep goed dicht is.
INFORMATIE OVER BERICHTEN OP HET DISPLAY Berichten verschijnen op het display van het bedieningspaneel om de status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp het probleem indien nodig. De berichten en de betekenis ervan zijn in alfabetische volgorde vermeld. • • • Als het bericht niet in de tabel staat, zet u het apparaat uit en weer aan en probeert u nogmaals af te drukken.
BERICHT LSU Hsync-fout Schak. in en uit BETEKENIS Er is een probleem met de scanner (LSU, Laser Scanning Unit). VOORGESTELDE OPLOSSING Schakel het apparaat uit en weer aan. Neem contact op met de serviceafdeling als het probleem zich blijft voordoen. E-mail overschr. serveronderst. Het e-mailbericht is groter dan het door de SMTP-server ondersteunde formaat. Splits uw e-mailbericht op of verlaag de resolutie. Hoofdmotor geblokkeerd Er is een probleem met de hoofdmotor.
BERICHT BETEKENIS VOORGESTELDE OPLOSSING Scaneenheid open De scanner is niet goed gesloten. Sluit de scanner totdat deze vastklikt. Scanner geblok. De scannermodule is geblokkeerd. Deblokkeer de scanner en druk op Stop/Clear. Verzendfout (VERIFICATIE) Er is een probleem met de SMTP-verificatie. Configureer de verificatieinstellingen. Verzendfout (DNS) Er is een probleem met de DNS-server. Configureer de DNSinstellingen. Verzendfout (POP3) Er is een probleem met de POP3-server.
ANDERE PROBLEMEN OPLOSSEN In het onderstaande overzicht vindt u een aantal mogelijke problemen en de bijbehorende oplossingen. Voer de stappen uit in de aangegeven volgorde totdat het probleem is verholpen. Neem contact op met de serviceafdeling als het probleem zich blijft voordoen. Afdrukproblemen PROBLEEM Het apparaat drukt niet af. MOGELIJKE OORZAAK Het apparaat krijgt geen stroom. Controleer of het netsnoer is aangesloten. Controleer de aan/uit-schakelaar en het stopcontact.
PROBLEEM Het apparaat haalt papier uit de verkeerde invoer. MOGELIJKE OORZAAK VOORGESTELDE OPLOSSING Mogelijk is in de printereigenschappe n de verkeerde papierbron geselecteerd. In veel softwaretoepassingen kunt u de papierbron instellen op het tabblad Dun papier onder printereigenschappen. Selecteer de juiste papierbron. Raadpleeg de Help bij het printerstuurprogramma. Een afdruktaak wordt uiterst langzaam afgedrukt. Mogelijk is de afdruktaak zeer complex. De helft van de pagina is leeg.
Problemen met de afdrukkwaliteit Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een slechtere afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel om het probleem te verhelpen. PROBLEEM Lichte of vage afdrukken Tonervlekken AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc Onregelmatighede n AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc PROBLEEM Witte vlekken VOORGESTELDE OPLOSSING Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet: • De tonercassette is bijna leeg.
PROBLEEM Verticaal terugkerende afwijkingen Schaduwvlekken A Misvormde tekens VOORGESTELDE OPLOSSING Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont: • De tonercassette is mogelijk defect. Als een afwijking zich met regelmatige tussenafstanden herhaalt, moet u een paar keer een reinigingsvel afdrukken om de tonercassette te reinigen. Als de problemen zich hierna blijven voordoen, plaatst u een nieuwe tonercassette. (Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 67.
PROBLEEM Openingen in tekens A Horizontale strepen AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc Krullen Er verschijnt voortdurend een onbekende afbeelding op enkele vellen, er zit losse toner op de afdruk of de afdruk is te licht of vuil. VOORGESTELDE OPLOSSING Letters worden onvolledig afgedrukt, er zijn witte plekken op plaatsen die zwart zouden moeten zijn: • Als dit probleem optreedt bij transparanten, probeer dan een andere soort.
Problemen met scannen PROBLEEM De scanner doet het niet. VOORGESTELDE OPLOSSING • • • • • Het apparaat doet erg lang over een scan. • • • Er verschijnt een bericht op het beeldscherm: • "Apparaat kan niet in de gewenste H/W-modus staan." • "Poort wordt gebruikt door een ander programma." • "Poort is gedeactiveerd." • "Scanner is bezig met ontvangen of afdrukken van data. Probeer het opnieuw zodra de huidige opdracht is afgerond." • "Ongeldige toegang." • "Scannen is mislukt.
PROBLEEM VOORGESTELDE OPLOSSING Het apparaat kiest het nummer maar kan geen verbinding tot stand brengen met het andere faxapparaat. Misschien is het andere faxapparaat uitgeschakeld, is het papier op of kunnen er geen oproepen worden beantwoord. Vraag de gebruiker van het andere faxapparaat om het probleem op te lossen. Faxen worden niet in het geheugen opgeslagen. Er is mogelijk niet voldoende geheugen om de fax op te slaan.
PROBLEEM VOORGESTELDE OPLOSSING Bepaalde kleurafbeeldingen worden volledig zwart afgedrukt. Dit is een bekende bug in Ghostscript (tot GNU Ghostscript versie 7.05) als de basiskleurruimte van het document geïndexeerde kleurruimte is en via CIE-kleurruimte wordt geconverteerd. Aangezien PostScript CIE-kleurruimte gebruikt voor het kleuraanpassingssysteem, moet u Ghostscript op uw systeem upgraden naar GNU Ghostscript versie 7.06 of een latere versie. Recente Ghostscript-versies vindt u op www.ghostscript.
PROBLEEM Het apparaat scant niet. VOORGESTELDE OPLOSSING • • • Controleer of er een document is geplaatst in het apparaat. Controleer of het apparaat is aangesloten op de computer. Controleer of het correct is aangesloten als er een I/O-fout wordt gemeld tijdens het scannen. Controleer of de poort niet bezet is.
verbruiksartikelen bestellen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u cassettes en toebehoren voor het apparaat kunt aanschaffen. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Verbruiksartikelen • De optionele delen of functies kunnen per land verschillen. Neem contact op met een van de vertegenwoordigers als u wilt weten of het onderdeel leverbaar is in uw land.
specificaties In dit hoofdstuk leiden we u langs de specificaties van het apparaat, waaronder de verschillende functies. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • Algemene specificaties Specificaties van de printer Specificaties van de scanner • • ALGEMENE SPECIFICATIES ITEM Het symbool * verwijst naar een optionele functie, afhankelijk van het apparaat. ITEM Specificaties van het kopieerapparaat Specificaties van de fax BESCHRIJVING BESCHRIJVING Rendement beeldeenheidd Circa 24.
SPECIFICATIES VAN DE PRINTER ITEM Afdrukmethode Afdruksnelheida Tijd voor eerste afgedrukte pagina BESCHRIJVING Kleurenlaserprinter • • Zwart-wit: Tot 16 ppm (A4), 17 ppm (Letter) Kleur: Tot 4 ppm (A4), 4 ppm (Letter) Zwartwit • • • Kleur • Printertaal SPL-C Compatibiliteit met besturingssystemenb • Interface • • • BESCHRIJVING Compatibiliteit TWAIN-norm/WIA-norm Scanmethode Kleuren-CIS Resolutiea TWAINnorm 1.200 x 1.200 dpi (Tot 4.800 x 4.800 dpi) WIAnorm Tot 1.200 x 1.
SPECIFICATIES VAN DE FAX De faxfunctie wordt niet door alle apparaten ondersteund. ITEM BESCHRIJVING Compatibiliteit ITU-T G3 Telefoonlijn Openbaar telefoonnet (PSTN) of achter PABX Gegevenscodering MH/MR/MMR/JBIG/JPEG Modemsnelheid 33,6 Kbps Transmissiesnelheid Tot 3 seconden per paginaa Maximale documentlengte 356 mm Resolutie Standaard: 203 x 98 dpi Fijn: 203 x 196 dpi Superfijnb: 300 x 300 dpi Geheugen 2 MB Halftoon 256 niveaus AutoKiezer Snelkiesnummers (max. 240) a.
verklarende woordenlijst Met behulp van onderstaande woordenlijst leert u het product beter kennen. U raakt vertrouwd met de terminologie die bij het afdrukken en in deze gebruikershandleiding vaak wordt gebruikt. ADI De automatische documentinvoer (ADI) is een mechanisme dat automatisch een origineel vel papier invoert zodat het apparaat een bepaald gedeelte van het papier ineens kan scannen.
worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn, automatisch opgespoord en gecorrigeerd. Emulatie Emulatie is een techniek waarbij met het ene apparaat dezelfde resultaten worden behaald als met het andere. Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een ander systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste gedraagt.
JBIG OPC JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de compressie van afbeeldingen zonder verlies van nauwkeurigheid of kwaliteit, die is ontworpen voor de compressie van binaire afbeeldingen, met name faxen, maar kan ook worden gebruikt voor andere afbeeldingen. OPC (Organic Photo Conductor) is een mechanisme dat een virtuele afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een laserstraal uit een laserprinter. Het is meestal groen of grijs en cilindervormig.
PSTN TWAIN PSTN (Public-Switched Telephone Network) is het netwerk van de openbare circuitgeschakelde telefoonnetwerken overal ter wereld dat, in een bedrijfsomgeving, doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd. Een standaard voor scanners en software. Wanneer een TWAINcompatibele scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan een scan worden gestart vanuit het programma; een API voor het vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen van Microsoft Windows en Apple Macintosh.
index fax verzenden A aanpassing hoogte 36 automatisch 54 faxen fax instellen 58 faxen doorsturen 57 faxen met voorrang 55 faxen ontvangen 55 faxen verzenden 54 groepsverzenden 54 standaardinstellingen, wijzigen 59 uitgestelde faxen 55 achtergrond wissen, speciale kopie 47 achtergrondafbeelding, aanpassen 47 ADI 19 ADI, plaatsen 38 adresboek groepskiesnummers 59 snelkiesnummers 59 adresboek, gebruiken 50 afdrukken rapporten 64 USB-geheugen 62 faxen doorsturen 57 faxhoofd, instellen 53 faxmodus, ontvan
probleem, oplossen afdrukkwaliteit 83 faxen 86 kopiëren 85 Linux 87 Netwerkscan 86 papierinvoer 81 scannen 86 Windows 87 problemen met afdrukkwaliteit, oplossen 83 problemen onder Linux 87 problemen onder Windows 87 R rapporten, afdrukken 64 reinigen binnenzijde 65 buitenzijde 65 scanner 67 S scannen naar e-mail 49 standaardinstelling, wijzigen 50 USB-flashgeheugen 61 snelkiesnummers, instellen 59 speciale kopieerfuncties 46 standaardmodus, wijzigen 36 T tekens, invoeren 37 telefoonmodus, ontvangstmodu
contact samsung worldwide If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center. COUNTRY/REG ION CUSTOMER CARE CENTER WEB SITE ARGENTINE 0800-333-3733 www.samsung.com/ar AUSTRALIA 1300 362 603 www.samsung.com/au AUSTRIA 0810-SAMSUNG (7267864, € 0.07/min) www.samsung.com/at BELARUS 810-800-500-55-500 www.samsung/ua www.samsung.com/ua_ru BELGIUM 02 201 2418 www.samsung.com/be (Dutch) www.samsung.
COUNTRY/REG ION CUSTOMER CARE CENTER WEB SITE RUSSIA 8-800-555-55-55 www.samsung.ru SINGAPORE 1800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/sg SLOVAKIA 0800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/sk SOUTH AFRICA 0860 SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/za SPAIN 902-1-SAMSUNG(902 172 678) www.samsung.com/es SWEDEN 0771 726 7864 (SAMSUNG) www.samsung.com/se SWITZERLAND 0848-SAMSUNG (7267864, CHF 0.08/min) www.samsung.com/ch TADJIKISTAN 8-10-800-500-55-500 TAIWAN 0800-329-999 www.samsung.
de functies van uw nieuwe laserproduct Uw nieuwe apparaat is uitgerust met een aantal speciale functies die de kwaliteit van de documenten die u afdrukt verbeteren. Met dit apparaat kunt u: SPECIALE FUNCTIES Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwaliteit • U kunt alle kleuren afdrukken met behulp van de kleuren cyaan, magenta, geel en zwart. • U kunt afdrukken tot een resolutie van 2.400 x 600 dpi. (Raadpleeg het hoofdstuk Software.
FUNCTIES PER MODEL Het apparaat voorziet in alles wat u nodig hebt voor de verwerking van uw documenten: van afdrukken en kopiëren tot meer geavanceerde netwerkoplossingen voor uw bedrijf. De belangrijkste functies van dit apparaat zijn: FUNCTIES CLX-3175 CLX-3175N USB 2.0 USB-geheugeninterface PictBridge Netwerkinterface Ethernet 10/100 Base TX bedraad LAN ( : inclusief.
MEER INFORMATIE Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen. Dit kunnen papieren of online documenten zijn. Beknopte installatiehandleiding Biedt informatie over het instellen van het apparaat. U moet de instructies in de handleiding volgen om het apparaat gebruiksklaar te maken.
5
veiligheidsinformatie BELANGRIJKE VEILIGHEIDSSYMBOLEN EN VOORZORGSMAATREGELEN Betekenis van de pictogrammen en symbolen in deze gebruikershandleiding: Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot ernstig persoonlijk letsel of overlijden. WAARSCHUWING Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot licht persoonlijk letsel of schade aan eigendommen.
13.
OZONVEILIGHEID Tijdens normale werking produceert dit apparaat ozon. De geproduceerde ozon vormt geen gevaar voor de gebruiker. Wij raden echter aan het apparaat op te stellen in een goed geventileerde ruimte. Voor meer informatie over ozon kunt u contact opnemen met een Samsung-verkoper in uw buurt. ENERGIE BESPAREN Dit apparaat maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende technologie, die het energiegebruik vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
RADIOFREQUENTIESTRALING FCC-voorschriften Uit tests is gebleken dat dit apparaat voldoet aan de beperkingen voor een digitaal apparaat van klasse B conform artikel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie binnenshuis.
FAX-IDENTIFICATIE In verschillende landen is het wettelijk verboden om met een computer of ander elektronisch apparaat faxberichten te verzenden die niet zijn voorzien van een duidelijke strook met de volgende informatie, aan de onderkant of bovenkant van iedere verzonden pagina of op de eerste pagina: (1) verzenddatum en -tijd; (2) naam van de verzender (bedrijf, bedrijfsonderdeel of persoon); en (3) faxnummer van de verzender (apparaat, bedrijf, bedrijfsonderdeel of persoon).
STEKKER VAN HET NETSNOER VERVANGEN (ALLEEN VOOR UK) Belangrijk Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Wanneer u de zekering vervangt, moet u een geschikt type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering kwijt bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe afdekkap op hebt gezet.
Europese radiogoedkeuringsinformatie (voor producten uitgerust met door de EU goedgekeurde radioapparaten) Dit product is een printer. Mogelijk bevat uw printersysteem, dat bedoeld is voor gebruik thuis of op kantoor, radio LAN type-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz band. Dit deel is alleen van toepassing als deze apparaten aanwezig zijn. Zie het systeemlabel om na te gaan of draadloze apparaten aanwezig zijn.
WETTELIJK VERPLICHTE VERKLARINGEN INZAKE OVEREENSTEMMING Draadloze besturing Mogelijk bevat uw printersysteem radio LAN type-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz band. Het volgende deel is een algemeen overzicht van overwegingen die betrekking hebben op het gebruik van een draadloos apparaat.
Veiligheidsinformatie_14
inhoud 2 6 INLEIDING 18 18 18 19 20 20 21 22 22 22 Apparaatoverzicht Voorkant Achterkant Overzicht van het bedieningspaneel Informatie over de Status-LED De status van de tonercassette bevestigen Menu-overzicht Meegeleverde software Functies van de printerstuurprogramma’s Printerstuurprogramma AAN DE SLAG 23 24 24 24 24 25 25 25 25 26 27 27 27 27 27 27 De hardware installeren Systeemvereisten Windows Macintosh Linux Het netwerk installeren (enkel CLX-3175N) Ondersteunde netwerkomgevingen Netwerkprotoc
inhoud 37 37 37 Achtergrond afbeeldingen wissen Verbeterde kopieën met grijstinten Time-out voor kopiëren instellen SCANNEN 38 38 38 38 39 39 Basisinformatie over scannen Scannen via het bedieningspaneel Scaninformatie instellen in Samsung Scanbeheer Scannen naar toepassingen De instellingen voor scanopdracht wijzigen De standaardscaninstellingen wijzigen EENVOUDIGE AFDRUKTAKEN 40 40 Een document afdrukken Een afdruktaak annuleren USB-GEHEUGENAPPARAAT GEBRUIKEN 41 41 41 42 42 42 42 42 42 43 43 43 4
inhoud 52 52 Zo krijgt u toegang tot SyncThru™ Web Service Het serienummer van het apparaat controleren PROBLEMEN OPLOSSEN 53 53 53 54 54 56 58 58 59 60 62 63 64 64 66 Tips om papierstoringen te voorkomen Vastgelopen papier verwijderen In lade 1 Rond de fixeereenheid In het papieruitvoergebied Informatie over berichten op het display Andere problemen oplossen Papierinvoer Afdrukproblemen Problemen met de afdrukkwaliteit Problemen met kopiëren Problemen met scannen Veelvoorkomende Windows-problemen Algem
inleiding Hieronder ziet u waar de belangrijkste onderdelen van het apparaat zich bevinden: In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • Apparaatoverzicht Overzicht van het bedieningspaneel Informatie over de Status-LED De status van de tonercassette bevestigen • • • Menu-overzicht Meegeleverde software Functies van de printerstuurprogramma’s APPARAATOVERZICHT Voorkant Achterkant 1 Netwerkpoorta 4 Aansluiting netsnoer 2 USB-poort 5 Achterklep 3 Greep 6 Stroomschakelaar a.
OVERZICHT VAN HET BEDIENINGSPANEEL Display Toont de huidige status en houdt u op de hoogte tijdens het gebruik. 12 Black Start Start een taak in de zwart-witmodus. 13 Color Start Start een taak in de kleurmodus. Tonerkleuren De tonerkleuren onder het LCD-scherm corresponderen met de berichten op het display. Zie Status-LED met berichten over de tonercassettes. (Zie "De status van de tonercassette bevestigen" op pagina 20.) 3 Status Hier wordt de status van het apparaat weergegeven.
INFORMATIE OVER DE STATUS-LED De kleur van de Status-LED geeft de huidige status van het apparaat weer. STATUS BESCHRIJVING • • Uit • Groen Knippert • • Rood Het apparaat is uitgeschakeld. Het apparaat staat in de energiebesparende modus. Wanneer er gegevens binnenkomen of een knop wordt ingedrukt, gaat het apparaat automatisch online. U kunt de draadloze functie niet gebruiken. Wanneer het groene lampje langzaam knippert, ontvangt het apparaat gegevens van de computer.
MENU-OVERZICHT Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor instelling en gebruik van het apparaat. Druk op Menu om toegang te krijgen tot deze menu’s. Raadpleeg onderstaand diagram. Afhankelijk van uw opties of model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. Kopieerfunctie Verkl./vergr. Tonersterkte Oorspr. type Lay-out Achtergrondkl. Grijst. verb. 21 _Inleiding Kopieerinstel. St.inst.
MEEGELEVERDE SOFTWARE Installeer de printer- en scannersoftware nadat u de printer hebt geïnstalleerd en op de computer hebt aangesloten. Als u onder Windows of Macintosh werkt, installeert u de software vanaf de meegeleverde cd. Als u onder Linux werkt, moet u de software downloaden van de website van Samsung (www.samsung.com/printer) en installeren.
aan de slag In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • De hardware installeren Systeemvereisten Het netwerk installeren (enkel CLX-3175N) DE HARDWARE INSTALLEREN In dit hoofdstuk worden de stappen getoond die noodzakelijk zijn voor het installeren van de hardware. Dit wordt uitgelegd in de Beknopte installatiehandleiding. Lees de Beknopte installatiehandleiding door en voer de volgende stappen uit. 1.
SYSTEEMVEREISTEN Macintosh Het systeem moet aan de volgende vereisten voldoen: VEREISTEN (AANBEVOLEN) Windows Het apparaat ondersteunt de volgende Windows-besturingssystemen.
HET NETWERK INSTALLEREN (ENKEL CLX-3175N) U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om dit te kunnen gebruiken in het netwerk. U kunt de basisnetwerkinstellingen opgeven via het bedieningspaneel van het apparaat.
DE SOFTWARE INSTALLEREN 5. Selecteer Typische installatie voor een netwerkprinter en klik vervolgens op Volgende. U moet de apparaatsoftware voor afdrukken installeren. De software bestaat uit stuurprogramma’s, toepassingen en andere gebruiksvriendelijke programma’s. De volgende procedure is gebaseerd op Windows XP. Zie de sectie Software als u het besturingssysteem Macintosh of Linux gebruikt. • • De volgende procedure is van belang wanneer u het apparaat wilt gebruiken als netwerkapparaat.
BASISINSTELLINGEN VAN HET APPARAAT Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Raadpleeg het volgende hoofdstuk om waarden in te stellen of te wijzigen. Hoogte-instelling De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte waarop het apparaat zich boven zeeniveau bevindt. Aan de hand van de volgende informatie kunt u uw apparaat instellen op een optimale afdrukkwaliteit.
originelen en afdrukmateriaal plaatsen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u originelen en afdrukmateriaal in het apparaat plaatst. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • Originelen plaatsen Afdrukmateriaal selecteren Het formaat van het papier in de papierlade wijzigen ORIGINELEN PLAATSEN U kunt de glasplaat gebruiken om een origineel te kopiëren of te scannen. Op de glasplaat van de scanner 1. Licht het deksel van de scanner op.
AFDRUKMATERIAAL SELECTEREN U kunt afdrukken op verschillende afdrukmaterialen, waaronder normaal papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend afdrukmaterialen die voldoen aan de in deze gebruikershandleiding vermelde richtlijnen. Als u afdrukmaterialen gebruikt die niet aan deze richtlijnen voldoen, kan dit de volgende problemen veroorzaken: • slechte afdrukkwaliteit, • vastlopen van het papier, • versnelde slijtage van het apparaat.
Specificaties van afdrukmateriaal TYPE FORMAAT GEWICHTa AFMETINGEN Letter 216 x 279 mm Legal 216 x 356 mm US Folio 216 x 330 mm A4 210 x 297 mm Oficio 216 x 343 mm JIS B5 182 x 257 mm ISO B5 176 x 250 mm Executive 184 x 267 mm A5 148 x 210 mm Statement 140 x 216 mm A6 105 x 148 mm Monarch-enveloppen 98 x 191 mm Envelop 6 3/4 92 x 165 mm Envelop nr. 10 105 x 241 mm Envelop nr.
Formaten van afdrukmaterialen die in elke modus worden ondersteund MODUS FORMAAT INVOER Kopieermodus Letter, A4, Legal, Oficio, Folio, Executive, JIS B5, A5, A6 lade 1 Afdrukmodus Het apparaat ondersteunt alle formaten lade 1 SOORT MATERIAAL Enveloppen (Vervolg) RICHTLIJNEN • Richtlijnen voor speciale afdrukmaterialen • SOORT MATERIAAL Enveloppen RICHTLIJNEN • • • • • • Of enveloppen naar behoren worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen.
SOORT MATERIAAL Voorbedrukt papier RICHTLIJNEN • • • • Papier met briefhoofd moet bedrukt zijn met hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of gevaarlijke stoffen afgeeft wanneer deze gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan de fixeertemperatuur van de printer. Zie de specificaties van uw apparaat om na te gaan wat de fixeertemperatuur is. Zie "Algemene specificaties" op pagina 68. De inkt van het briefhoofd mag niet ontvlambaar zijn en mag de printerrollen niet aantasten.
7. Stel na het plaatsen van het papier het formaat en type van het papier in voor lade. Zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 34. • • • Plaats meer papier als er onvoldoende papier in de lade ligt. Als het papier regelmatig vastloopt, plaatst u het vel per vel in de lade. U kunt ook papier plaatsen waarop al is afgedrukt. Plaats het papier met de bedrukte zijde naar boven. De kant die naar de printer gericht is, mag niet gekruld zijn. Bij invoerproblemen draait u het papier om.
AFDRUKKEN OP SPECIALE AFDRUKMATERIALEN In het apparaat kunnen speciale typen en formaten afdrukmateriaal worden geplaatst, zoals briefkaarten, notitiekaarten en enveloppen. Dit is handig als u maar één pagina wilt afdrukken op papier met briefhoofd of op gekleurd papier. Afdrukmateriaal handmatig plaatsen • • Plaats telkens slechts afdrukmateriaal van één formaat in de lade. Voeg geen papier toe als de papierlade nog papier bevat. Zo voorkomt u dat het papier vastloopt.
kopiëren In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u documenten kopieert. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • Kopiëren De instellingen per kopie wijzigen De standaardkopieerinstellingen wijzigen • • Speciale kopieerfuncties gebruiken Time-out voor kopiëren instellen KOPIËREN Type origineel 1. Plaats één origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner. Zie "Originelen plaatsen" op pagina 28 voor meer informatie over het plaatsen van originelen.
DE STANDAARDKOPIEERINSTELLINGEN WIJZIGEN 5. Keer het origineel om en plaats het op de glasplaat zoals aangegeven door de pijlen. Sluit vervolgens het deksel van de scanner. De kopieeropties, waaronder tonerdichtheid, soort origineel, kopieerformaat en aantal kopieën, kunnen worden ingesteld op de waarden die u het meest gebruikt. Bij het kopiëren van documenten worden deze standaardinstellingen gebruikt, tenzij ze zijn aangepast via de daarvoor bedoelde knoppen op het bedieningspaneel. 1. Druk op Menu. 2.
6. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar de gereedmodus. Uw origineel wordt in 9 delen verdeeld. De gedeelten worden een voor een gescand en afgedrukt, in deze volgorde: Klonen Het is mogelijk de originele afbeelding verschillende keren te laten afdrukken op één enkele pagina. Het aantal afbeeldingen per vel wordt automatisch bepaald op basis van de grootte van het origineel en het papierformaat. Deze kopieerfunctie is alleen beschikbaar wanneer u de originelen op de glasplaat van de scanner plaatst.
scannen Met de scanfunctie zet u tekst en afbeeldingen om in digitale bestanden die u op de computer kunt opslaan. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • Basisinformatie over scannen Scannen via het bedieningspaneel De maximale resolutie is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de snelheid van de computer, de beschikbare schijfruimte, het geheugen, de grootte van het te scannen bestand en de instellingen van de bitdiepte.
5. Druk op pijl-links/rechts totdat Lokale comp. op de onderste regel van het display verschijnt en druk vervolgens op OK. Als het apparaat is verbonden met een netwerk, selecteert u Netwerkcomp. en drukt u op OK. Controleer de poortverbinding als het bericht Niet beschikbaar verschijnt. Als u Netwerkcomp. hebt geselecteerd, selecteert u de gebruikers-id en de pincode van de geregistreerde gebruiker. Druk op OK. • De id is gelijk aan de id die is geregistreerd op naam van Samsung Scanbeheer.
eenvoudige afdruktaken In dit hoofdstuk worden de meest gangbare afdruktaken toegelicht. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Een document afdrukken • Een afdruktaak annuleren EEN DOCUMENT AFDRUKKEN Afdrukken is mogelijk vanuit verschillende toepassingen onder Windows, de Macintosh-besturingssystemen of Linux. De exacte procedure kan per toepassing verschillen. Raadpleeg het hoofdstuk Software voor meer informatie over afdrukken.
USB-geheugenapparaat gebruiken In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een USB-geheugenapparaat samen met uw apparaat kunt gebruiken.
Scannen 1. Steek een USB-geheugenapparaat in de USB-geheugenpoort aan de voorkant van het apparaat. 2. Plaats één origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner. Z ie "Originelen plaatsen" op pagina 28 voor meer informatie over het plaatsen van originelen. 3. Druk op Scan to. 4. Druk op OK wanneer Naar USB scan. op de onderste regel van het display verschijnt. 5. Druk op OK, Color Start of Black Start wanneer Klaar om te sc. naar USB verschijnt.
4. Druk op OK wanneer Apparaatinst. verschijnt. 5. Druk op pijl-links/rechts totdat Inst. export. verschijnt en druk op OK. 6. Druk op OK wanneer Geg. instellen verschijnt. De back-up van de gegevens wordt opgeslagen in uw USB-geheugen. 7. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar de gereedmodus. Gegevens terugzetten 1. Steek het USB-geheugenapparaat met de gegevensback-up in de USBgeheugenpoort. 2. Druk op Menu en vervolgens op OK. 3. Druk op pijl-links/rechts totdat Systeeminst. verschijnt en druk op OK.
onderhoud In dit hoofdstuk vindt u informatie over het onderhoud van het apparaat en de tonercassette. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • • • • • • • Rapporten afdrukken Geheugen wissen Uw apparaat reinigen De cassette onderhouden De tonercassette vervangen RAPPORTEN AFDRUKKEN U kunt verschillende rapporten met nuttige informatie laten maken. De volgende rapporten zijn beschikbaar: Afhankelijk van uw opties of model zullen sommige rapporten mogelijk niet op het display verschijnen.
UW APPARAAT REINIGEN Volg de onderstaande reinigingsprocedures telkens na vervanging van een tonercassette of als er problemen ontstaan met afdruk- en scankwaliteit. Dit is voor het behoud van een goede afdruk- en scankwaliteit. • • 4. Haal de cassette voor gebruikte toner uit het apparaat door middel van de handgreep. Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelenen die veel alcohol, oplosmiddel of andere agressieve substanties bevatten, kan de behuizing verkleuren of vervormen.
6. Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof en gemorste toner in en rond de ruimte voor de tonercassette. • • Als u toner op uw kleding krijgt, veeg de toner dan af met een droge doek en was het kledingstuk in koud water. Als u warm water gebruikt, hecht de toner zich aan de stof. Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan terecht is gekomen, raden wij u aan om dit te reinigen met een zachte, met water bevochtigde doek of tissue.
DE CASSETTE ONDERHOUDEN Tonercassette bewaren Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht, temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan de aanbevelingen te volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette. Bewaar deze cassette op dezelfde plaats als waar de printer wordt gebruikt, in het ideale geval een kantoor waar de temperatuur en vochtigheid worden geregeld.
4. Schuif de vier tonercassettes terug in het apparaat. DE TONERCASSETTE VERVANGEN Het apparaat gebruikt vier kleuren en heeft voor elke kleur een andere tonercassette: geel (G), magenta (M), cyaan (C) en zwart (Z). • De status-LED en het bericht over de toner op het display geven aan welke tonercassette moet worden vervangen. Dit betekent dat de tonercassette moet worden vervangen. Controleer het type tonercassette voor uw apparaat. (Zie "Verbruiksartikelen" op pagina 67.) 1.
6. Plaats de tonercassette op een vlak oppervlak, zoals hieronder afgebeeld, en verwijder het papier rond de tonercassette door de tape te verwijderen. DE BEELDEENHEID VERVANGEN Wanneer de beeldeenheid is versleten, verschijnt het Smart Panelprogrammavenster op het computerscherm om aan te geven dat de beeldeenheid moet worden vervangen. Anders stopt uw apparaat met afdrukken. 1. Schakel het apparaat uit en wacht dan enkele minuten totdat het apparaat is afgekoeld. 2.
5. Haal de beeldeenheid uit het apparaat via de inkeping aan de voorzijde van de beeldeenheid. 8. Schuif de cassette voor gebruike toner op zijn plaats en duw deze er in totdat deze goed vastzit. 6. Neem een nieuwe beeldeenheid uit de verpakking. Verwijder de beschermingselementen aan weerszijden van de beeldeenheid en verwijder het papier dat het oppervlak van de beeldeenheid beschermt. 9. Schuif de vier tonercassettes terug in het apparaat.
DE CASSETTE VOOR GEBRUIKTE TONER VERVANGEN 6. Schuif de nieuwe cassette op zijn plaats en duw deze er in totdat deze goed vastzit. Wanneer de levensduur van de cassette voor gebruikte toner is verstreken, verschijnt het Smart Panel-programmavenster op het computerscherm om aan te geven dat de cassette voor gebruikte toner moet worden vervangen. Anders stopt uw apparaat met afdrukken. 1. Schakel het apparaat uit en wacht dan enkele minuten totdat het apparaat is afgekoeld. 2.
4. Druk op pijl-links/rechts totdat Gebruiksduur verschijnt en druk op OK. 5. Druk op pijl-links/rechts totdat het gewenste item verschijnt en druk vervolgens op OK. • Info verb.art.: Drukt een pagina af met informatie over de levering. • Totaal: Toont het totaal aantal afgedrukte pagina’s. • Scan. via glas: Toont het aantal pagina’s dat is gescand op de glasplaat. • Beeldeenheid, Transportriem, Fuser, Transportrol, Lade 1-rol: Toont het aantal afgedrukte pagina’s per item. 6.
problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • Tips om papierstoringen te voorkomen Vastgelopen papier verwijderen • • TIPS OM PAPIERSTORINGEN TE VOORKOMEN U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmateriaal te gebruiken. Volg de stappen op pagina 53 wanneer zich een papierstoring voordoet. • Volg de procedures op pagina 33.
Rond de fixeereenheid Volg onderstaande stappen om vastgelopen papier rond de fixeereenheid te verwijderen. 1. Open de scannereenheid. 2. Open de binnenklep. 5. Duw de scannereenheid voorzichtig en langzaam omlaag totdat deze volledig is gesloten. Controleer of de klep goed dicht is. Zorg dat uw vingers niet klem raken! Wanneer de scannereenheid niet volledig gesloten is, werkt het apparaat niet. In het papieruitvoergebied 1. Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer.
8. Duw de scannereenheid voorzichtig en langzaam omlaag totdat deze volledig is gesloten. Controleer of de klep goed dicht is. Zorg dat uw vingers niet klem raken! 5. Trek de hendel van de fixeereenheid omhoog. 1 hendel van de fixeereenheid 6. Open de scannereenheid. 9. Duw de hendel van de fixeereenheid omlaag. 7. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit het apparaat. 10. Sluit de achterklep. De printer gaat automatisch door met afdrukken.
INFORMATIE OVER BERICHTEN OP HET DISPLAY Berichten verschijnen op het display van het bedieningspaneel om de status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp het probleem indien nodig. De berichten en de betekenis ervan zijn in alfabetische volgorde vermeld. • • • Als het bericht niet in de tabel staat, zet u het apparaat uit en weer aan en probeert u nogmaals af te drukken.
BERICHT BETEKENIS VOORGESTELDE OPLOSSING BERICHT BETEKENIS VOORGESTELDE OPLOSSING Er is een probleem met Schakel het apparaat uit de fixeereenheid (fuser). en weer aan. Neem contact op met de serviceafdeling als het probleem zich blijft voordoen. Verzendfout (SMTP) Er is een probleem met de SMTP-server. Kies een beschikbare server. Verzendfout (verk. config.) Er is een probleem met de netwerkinterfacekaart. Configureer uw netwerkinterfacekaart op de juiste manier.
BERICHT Fout transportriem BETEKENIS Er is een probleem met de transportriem in het apparaat. VOORGESTELDE OPLOSSING Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en steek hem er weer in. Neem contact op met de serviceafdeling als het probleem zich blijft voordoen. Lade is leeg De papierlade is leeg. Plaats papier in de lade. Lade Verkeerd papier Het in de Plaats het juiste papier in printereigenschappen de lade. opgegeven papierformaat stemt niet overeen met het door u geplaatste papier.
Afdrukproblemen MOGELIJKE OORZAAK VOORGESTELDE OPLOSSING Het apparaat haalt papier uit de verkeerde invoer. Mogelijk is in de printereigenschappe n de verkeerde papierbron geselecteerd. In veel softwaretoepassingen kunt u de papierbron instellen op het tabblad Dun papier onder printereigenschappen. Selecteer de juiste papierbron. Raadpleeg de Help bij het printerstuurprogramma. Een afdruktaak wordt uiterst langzaam afgedrukt. Mogelijk is de afdruktaak zeer complex.
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK Er worden blanco De tonercassette is leeg of beschadigd. pagina’s afgedrukt. VOORGESTELDE OPLOSSING Herverdeel indien nodig het tonerpoeder. (Zie "Toner herverdelen" op pagina 47.) Vervang indien nodig de tonercassette. Mogelijk bevat het bestand blanco pagina’s. Controleer of het bestand blanco pagina’s bevat. Mogelijk is een onderdeel van het apparaat defect (bijvoorbeeld de controller of het moederbord). Neem contact op met de serviceafdeling.
PROBLEEM Witte vlekken Verticale strepen VOORGESTELDE OPLOSSING Er verschijnen witte vlekken op de pagina: • Het papier is te ruw en vuil van het papier komt binnen in het apparaat terecht, waardoor de transportriem vuil kan zijn geworden. Reinig de binnenkant van het apparaat. Neem contact op met de serviceafdeling. • Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Neem contact op met de serviceafdeling.
PROBLEEM Gekruld of gegolfd VOORGESTELDE OPLOSSING • • • Vouwen of kreuken • • • Achterkant van afdrukken is vuil • Eén vaste kleur of zwarte pagina’s • • A • Plaats het papier op de juiste manier in de lade. Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is. (Zie "Afdrukmateriaal selecteren" op pagina 29.) Draai de papierstapel in de lade om. Probeer het papier ook eens 180° te draaien in de lade.
PROBLEEM Kopie staat scheef. VOORGESTELDE OPLOSSING • • Kopieën zijn blanco. Afdruk geeft gemakkelijk af. Kopieerpapier loopt regelmatig vast. PROBLEEM De scanner doet het niet. Zorg dat het origineel met de voorzijde naar beneden op de glasplaat is geplaatst. • • • • • De tonercassette gaat korter mee dan verwacht. Zorg dat het origineel met de voorzijde naar beneden op de glasplaat is geplaatst. Plaats het kopieerpapier op de juiste manier in het apparaat.
Veelvoorkomende Windows-problemen PROBLEEM VOORGESTELDE OPLOSSING Tijdens de installatie verschijnt het bericht "Bestand in gebruik". Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de groep Opstarten en start vervolgens Windows weer op. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw. Het bericht "Algemene beschermingsfout", "OE-uitzondering", "Spool32" of "Ongeldige bewerking" verschijnt. Sluit alle andere toepassingen af, start Windows opnieuw op en probeer opnieuw af te drukken.
PROBLEEM VOORGESTELDE OPLOSSING Bepaalde kleurafbeeldingen worden volledig zwart afgedrukt. Dit is een bekende bug in Ghostscript (tot GNU Ghostscript versie 7.05) als de basiskleurruimte van het document geïndexeerde kleurruimte is en via CIE-kleurruimte wordt geconverteerd. Aangezien PostScript CIE-kleurruimte gebruikt voor het kleuraanpassingssysteem, moet u Ghostscript op uw systeem upgraden naar GNU Ghostscript versie 7.06 of een latere versie. Recente Ghostscript-versies vindt u op www.ghostscript.
PROBLEEM Het apparaat scant niet. VOORGESTELDE OPLOSSING • • • Controleer of er een document is geplaatst in het apparaat. Controleer of het apparaat is aangesloten op de computer. Controleer of het correct is aangesloten als er een I/O-fout wordt gemeld tijdens het scannen. Controleer of de poort niet bezet is.
verbruiksartikelen bestellen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u cassettes en toebehoren voor het apparaat kunt aanschaffen. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Verbruiksartikelen • De optionele delen of functies kunnen per land verschillen. Neem contact op met een van de vertegenwoordigers als u wilt weten of het onderdeel leverbaar is in uw land.
specificaties In dit hoofdstuk leiden we u langs de specificaties van het apparaat, waaronder de verschillende functies. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • Algemene specificaties Specificaties van de printer • • ALGEMENE SPECIFICATIES ITEM Het symbool * verwijst naar een optionele functie, afhankelijk van het apparaat.
SPECIFICATIES VAN DE PRINTER ITEM Afdrukmethode Afdruksnelheida Tijd voor eerste afgedrukte pagina BESCHRIJVING Kleurenlaserprinter • • Zwart-wit: Tot 16 ppm (A4), 17 ppm (Letter) Kleur: Tot 4 ppm (A4), 4 ppm (Letter) Zwartwit • • • Kleur • Printertaal SPL-C Compatibiliteit met besturingssystemenb • Interface • • BESCHRIJVING Compatibiliteit TWAIN-norm/WIA-norm Scanmethode Kleuren-CIS Resolutiea TWAINnorm 1.200 x 1.200 dpi (Tot 4.800 x 4.800 dpi) WIAnorm Tot 1.200 x 1.
verklarende woordenlijst Met behulp van onderstaande woordenlijst leert u het product beter kennen. U raakt vertrouwd met de terminologie die bij het afdrukken en in deze gebruikershandleiding vaak wordt gebruikt. ADI De automatische documentinvoer (ADI) is een mechanisme dat automatisch een origineel vel papier invoert zodat het apparaat een bepaald gedeelte van het papier ineens kan scannen.
worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn, automatisch opgespoord en gecorrigeerd. Emulatie Emulatie is een techniek waarbij met het ene apparaat dezelfde resultaten worden behaald als met het andere. Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een ander systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste gedraagt.
JBIG OPC JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de compressie van afbeeldingen zonder verlies van nauwkeurigheid of kwaliteit, die is ontworpen voor de compressie van binaire afbeeldingen, met name faxen, maar kan ook worden gebruikt voor andere afbeeldingen. OPC (Organic Photo Conductor) is een mechanisme dat een virtuele afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een laserstraal uit een laserprinter. Het is meestal groen of grijs en cilindervormig.
PSTN TWAIN PSTN (Public-Switched Telephone Network) is het netwerk van de openbare circuitgeschakelde telefoonnetwerken overal ter wereld dat, in een bedrijfsomgeving, doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd. Een standaard voor scanners en software. Wanneer een TWAINcompatibele scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan een scan worden gestart vanuit het programma; een API voor het vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen van Microsoft Windows en Apple Macintosh.
index A L aanpassing lade hoogte 27 achtergrond wissen, speciale kopie 37 achtergrondafbeelding, aanpassen 37 afdrukken rapporten 44 USB-geheugen 42 R rapporten, afdrukken 44 breedte en lengte aanpassen 32 LED binnenzijde 45 buitenzijde 45 scanner 46 Status 20 luidsprekergeluid 27 S N netwerk B reinigen scannen standaardinstelling, wijzigen 39 USB-flashgeheugen 41 instellen 25 bedieningspaneel 19 speciale kopieerfuncties 36 O D onderdelen vervangen installatie 26 tonercassette 48 disp
contact samsung worldwide If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center. COUNTRY/REG ION CUSTOMER CARE CENTER WEB SITE ARGENTINE 0800-333-3733 www.samsung.com/ar AUSTRALIA 1300 362 603 www.samsung.com/au AUSTRIA 0810-SAMSUNG (7267864, € 0.07/min) www.samsung.com/at BELARUS 810-800-500-55-500 www.samsung/ua www.samsung.com/ua_ru BELGIUM 02 201 2418 www.samsung.com/be (Dutch) www.samsung.
COUNTRY/REG ION CUSTOMER CARE CENTER WEB SITE RUSSIA 8-800-555-55-55 www.samsung.ru SINGAPORE 1800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/sg SLOVAKIA 0800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/sk SOUTH AFRICA 0860 SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/za SPAIN 902-1-SAMSUNG(902 172 678) www.samsung.com/es SWEDEN 0771 726 7864 (SAMSUNG) www.samsung.com/se SWITZERLAND 0848-SAMSUNG (7267864, CHF 0.08/min) www.samsung.com/ch TADJIKISTAN 8-10-800-500-55-500 TAIWAN 0800-329-999 www.samsung.
© 2008 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder berichtgeving vooraf worden gewijzigd. Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade van welke aard dan ook als gevolg van of in verband met het gebruik van de informatie in deze gebruikershandleiding.
REV 3.
Samsung-printer Software
SOFTWARE INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: PRINTERSOFTWARE INSTALLEREN ONDER WINDOWS Printersoftware installeren ................................................................................................................................................. 4 Software installeren voor afdrukken via een lokale printer ......................................................................................... 4 Software installeren voor afdrukken via een netwerk .....................................................
Document aan een geselecteerd papierformaat aanpassen ........................................................................................... 20 Watermerk afdrukken ...................................................................................................................................................... 21 Bestaand watermerk gebruiken ................................................................................................................................ 21 Nieuw watermerk maken ......
Hoofdstuk 7: UW PRINTER GEBRUIKEN ONDER LINUX Aan de slag ..................................................................................................................................................................... 29 Unified Linux-stuurprogramma installeren ....................................................................................................................... 29 Unified Linux-stuurprogramma installeren ...............................................................................
1 Standaardinstallatie Printersoftware installeren onder Windows In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan: • Printersoftware installeren • Printersoftware opnieuw installeren • Printersoftware verwijderen • Printerstuurprogramma voor zwart-witafdrukken installeren Dit type installatie wordt aanbevolen voor de meeste gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor het afdrukken worden geïnstalleerd. 1 Zorg ervoor dat de printer aangesloten is op uw computer en aan staat.
4 Selecteer Typische installatie voor een lokale printer. Klik op Volgende. 7 Als u zich wilt registreren als gebruiker van een Samsung-printer zodat Samsung u hierover informatie kan toesturen, schakelt u het selectievakje in en klikt u op Voltooien. Vervolgens wordt de website van Samsung geopend. Anders klikt u gewoon op Voltooien. OPMERKING: Als uw printer nog niet op de computer aangesloten is, verschijnt het volgende venster.
3 Klik op Volgende. OPMERKING: als uw printer nog niet op de computer aangesloten is, verschijnt het volgende venster. • Selecteer, indien noodzakelijk, een taal in de keuzelijst. 4 Selecteer Aangepaste installatie. Klik op Volgende. • Nadat u de printer hebt aangesloten, klikt u op Volgende. • Als u de printer op dit moment nog niet wilt aansluiten, klikt u op Volgende en op Nee in het volgende scherm. Vervolgens wordt de installatie gestart.
9 Als u zich wilt registreren als gebruiker van een Samsung-printer zodat Samsung u hierover informatie kan toesturen, schakelt u het selectievakje in en klikt u op Voltooien. Vervolgens wordt de website van Samsung geopend. 3 Klik op Volgende. Anders klikt u gewoon op Voltooien. • Selecteer, indien noodzakelijk, een taal in de keuzelijst. 4 Selecteer Typische installatie voor een netwerkprinter. Klik op Volgende. 5 De lijst van beschikbare printers in het netwerk verschijnt.
toevoegen om uw printer aan het netwerk toe te voegen. Als u de printer aan het netwerk wilt toevoegen, moet u de poortnaam en het IP-adres voor de printer invoeren. De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster getoond. Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start en vervolgens op Uitvoeren... Typ X:\Setup.exe, waarbij u “X” vervangt door de letter van het cd-romstation, en klik op OK.
5 De lijst van beschikbare printers in het netwerk verschijnt. Selecteer de printer die u wilt installeren in de lijst en druk op Volgende. • Als de printer niet in de lijst voorkomt, klikt u op Bijwerken om de lijst te vernieuwen of selecteert u TCP/IP-poort toevoegen om uw printer aan het netwerk toe te voegen. Als u de printer aan het netwerk wilt toevoegen, moet u de poortnaam en het IP-adres voor de printer invoeren.
7 Nadat de installatie voltooid is, verschijnt er een venster met de vraag of u een testpagina wilt afdrukken en of u zich wilt registreren als gebruiker van een Samsung-printer zodat Samsung u hierover informatie kan toesturen. Als u dit wilt, schakelt u het desbetreffende selectievakje in en klikt u op Voltooien. 4 De lijst van beschikbare printers in het netwerk verschijnt. Selecteer de printer die u wilt installeren in de lijst en druk op Volgende. Anders klikt u gewoon op Voltooien.
• Het herinstallatievenster in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet. Dit is namelijk afhankelijk van de gebruikte printer en interface. 5 Selecteer de onderdelen die u opnieuw wilt installeren en klik op Volgende. Printersoftware verwijderen 1 Zet uw computer aan en wacht tot Windows is opgestart. 2 In het menu Start selecteert u Programma’s of Alle programma’s → de naam van het printerstuurprogramma → Onderhoud. 3 Selecteer Verwijderen en klik op Volgende.
4 Klik op Start → Printers en faxapparaten. 5 Dubbelklik op Printer toevoegen. 6 Wanneer de wizard Printer toevoegen verschijnt, klikt u op Volgende. 7 Selecteer het keuzerondje Lokale printer die met deze computer is verbonden, schakel het selectievakje Mijn Plug en Playprinter automatisch detecteren en installeren in en klik op Volgende. Ga naar stap 13. Als uw computer de printer niet vindt, gaat u naar de volgende stap. 8 Selecteer Volgende in het venster Een printerpoort selecteren.
2 Standaard afdrukinstellingen 1 2 In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en algemene afdruktaken in Windows beschreven. Documenten afdrukken • Afdrukken naar een bestand (PRN) • Printerinstellingen Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken verschijnt. Dit kan, afhankelijk van het gebruikte programma, enigszins afwijken van onderstaande illustratie. U kunt de belangrijkste afdrukinstellingen selecteren in het venster Afdrukken.
Afdrukken naar een bestand (PRN) Printerinstellingen Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een bestand. Via het venster met printereigenschappen hebt u toegang tot alle informatie die u nodig hebt als u de printer gebruikt. Als de printereigenschappen worden weergegeven, kunt u de instellingen die u voor uw afdruktaak nodig hebt controleren en wijzigen. Ga als volgt te werk om een bestand aan te maken: 1 Schakel het selectievakje Naar bestand in het venster Afdrukken in.
Tabblad Lay-out Tabblad Papier Het tabblad Lay-out bevat opties waarmee u de weergave van het document op de afgedrukte pagina kunt aanpassen. Onder Lay-outopties hebt u de keuze uit Meerdere pagina’s per kant en Poster afdrukken. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 13 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken. De volgende opties voor papierinstellingen zijn beschikbaar in het eigenschappenvenster van de printer.
Archiefpapier: kies deze optie als u de afdrukken geruime tijd wilt bewaren (bijvoorbeeld in een archief). Afdruk aanpassen Met Afdruk aanpassen kunt u uw afdruktaak automatisch of handmatig schalen op een pagina. U hebt de keuze uit Geen, Verkleinen/Vergroten en Aan pagina aanpassen. • Voor meer informatie, zie “Documenten vergroot of verkleind afdrukken” op pagina 20. • Voor meer informatie, zie “Document aan een geselecteerd papierformaat aanpassen” op pagina 20.
Tabblad Extra Tabblad Info Op dit tabblad selecteert u de uitvoeropties voor documenten. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 13 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken. Op het tabblad Info worden de copyrightinformatie en het versienummer van het stuurprogramma weergegeven. Als u beschikt over een internetbrowser, kunt u een verbinding maken met het internet door op het website-pictogram te klikken.
3 Geavanceerde afdrukinstellingen Meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier (N op een vel) In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en geavanceerde afdruktaken beschreven. OPMERKING: • Het venster Eigenschappen van het printerstuurprogramma in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster bestaat echter uit vrijwel dezelfde onderdelen.
Posters afdrukken Boekjes afdrukken Met deze functie kunt u een document van één pagina afdrukken op 4, 9 of 16 vellen papier, waarna u deze vellen aan elkaar kunt plakken om er zo een poster van te maken. 1 2 3 Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 13. Klik op het tabblad Lay-out en selecteer Poster afdrukken in de keuzelijst Type lay-out.
Afdrukken op beide zijden van het papier Documenten vergroot of verkleind afdrukken U kunt afdrukken op beide zijden van een vel papier. Voordat u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven. U kunt de inhoud van een pagina groter of kleiner afdrukken. U kunt kiezen uit de volgende opties: • Geen • Lange zijde, de klassieke lay-out die wordt gebruikt bij het boekbinden. • Korte zijde, het type dat vaak wordt gebruikt voor kalenders.
Watermerk bewerken Watermerk afdrukken 1 Met de optie Watermerk kunt u over een bestaand document heen een diagonale tekst afdrukken. U kunt bijvoorbeeld diagonaal over de eerste pagina of op alle pagina’s van een document in grote grijze letters “CONCEPT” of “VERTROUWELIJK” afdrukken. 2 Er worden verschillende vooraf gedefinieerde watermerken bij de printer geleverd. U kunt deze watermerken wijzigen, of u kunt nieuwe watermerken toevoegen aan de lijst.
Overlay gebruiken Overlay afdrukken Nadat u een overlay hebt samengesteld, kunt u deze met uw document afdrukken. Dit doet u als volgt: 1 Wat is een overlay? Een overlay is tekst en/of afbeeldingen die op de vaste schijf van de computer zijn opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die kunnen worden afgedrukt in een willekeurig document. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukt briefpapier of formulieren.
4 Een lokale printer delen Instellen als hostcomputer U kunt de printer rechtstreeks aansluiten op een geselecteerde computer, die de hostcomputer op het netwerk wordt genoemd. De volgende procedure geldt voor Windows XP. Zie de Windowsgebruikershandleiding of on line Help voor andere Windowsbesturingssystemen. OPMERKINGEN: • Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met de printer. Zie Compatibiliteit met besturingssysteem onder Printerspecificaties in de printerhandleiding.
5 Scannen Scannen met Samsung SmarThru U kunt het apparaat als scanner gebruiken om uw foto’s en teksten om te zetten in digitale bestanden die u met uw computer kunt bewerken. U kunt deze bestanden faxen of e-mailen, op uw website zetten of opnemen in projecten die u kunt afdrukken met behulp van Samsung SmarThru-software of het WIA-stuurprogramma.
Het venster SmarThru wordt geopend. •E-mail Een afbeelding scannen en per e-mail verzenden. U kunt een afbeelding scannen, een voorbeeld bekijken en het resultaat per e-mail verzenden. Zorg ervoor dat de printer is geselecteerd. OPMERKING: als u een afbeelding per e-mail wilt verzenden, moet u een e-mailprogramma hebben zoals Outlook Express en moet uw e-mailaccount in dit programma zijn ingesteld. •Folder Een afbeelding scannen en opslaan in een map.
Scannen met een TWAIN-compatibel programma 5 6 Klik op Volgende. 7 Volg de aanwijzingen op het scherm als u de afbeelding wilt bewerken nadat deze op uw computer is opgeslagen. Geef een naam op voor de afbeelding en selecteer een bestandsindeling en een opslaglocatie voor de afbeelding. Als u documenten met andere programma’s wilt scannen, moeten deze TWAIN-compatibel zijn, zoals Adobe Photoshop.
6 Indien u een Windows-gebruiker bent, selecteert u in het menu Start de optie Programma's of Alle programma's → de naam van uw printerstuurprogramma → Smart Panel. Smart Panel gebruiken Smart Panel is een programma waarmee de status van de printer wordt bewaakt. U kunt de status bekijken en de printerinstellingen aanpassen. In Windows en Macintosh wordt Smart Panel automatisch geïnstalleerd wanneer u de printersoftware installeert.
Instelling stuurprogramma (Alleen voor Windows) Via het venster met printereigenschappen heeft u toegang tot alle printeropties die u nodig heeft als u de printer gebruikt. Meer informatie vindt u onder Zie “Printerinstellingen” op pagina 14. De probleemoplossingsgids openen In de Probleemoplossingsgids vindt u oplossingen voor problemen die een foutstatus veroorzaken.
7 Uw printer gebruiken onder Linux U kunt uw apparaat gebruiken in een Linux-omgeving. In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan: • Aan de slag • Unified Linux-stuurprogramma installeren • Werken met het SetIP-programma Unified Linux-stuurprogramma installeren Unified Linux-stuurprogramma installeren 1 2 Zorg dat de printer is aangesloten op de computer. Schakel de computer en de printer in.
6 Na afloop van de installatie klikt u op Finish (Voltooien). Installatie van Unified Linuxstuurprogramma ongedaan maken 1 Als het venster Administrator Login verschijnt, typt u root in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. OPMERKING: U moet zich aanmelden als super user (root) om de installatie van de printersoftware ongedaan te maken. Als u geen super user bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
Werken met het SetIPprogramma Werken met Unified Driver Configurator Dit programma wordt gebruikt om IP-adressen van netwerkapparaten in te stellen met het MAC-adres, d.w.z. het hardwareserienummer van de netwerkprinterkaart of interface. Het wordt met name door netwerkbeheerders gebruikt om de IP-adressen van verschillende netwerkapparaten tegelijk in te stellen. Unified Linux Driver Configurator is een tool dat voornamelijk is bestemd voor de configuratie van printers of MFP-apparaten.
Printers configureren Tabblad Classes Het configuratiescherm bestaat uit twee tabbladen: Printers en Classes. Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare printerklassen weergegeven. Tabblad Printers Klik op het pictogram van de printer links in het venster Unified Linux Configurator als u de huidige printerconfiguratie van het systeem wilt bekijken.
Ports Configuration (Poorten configureren) In dit scherm kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een afgebroken taak. Printereigenschappen configureren In het eigenschappenvenster dat u kunt openen vanuit de printerconfiguratie, kunt u verschillende eigenschappen voor uw apparaat als printer wijzigen. 1 Open Unified Driver Configurator.
Een document afdrukken Afdrukken vanuit een toepassing Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). Vanuit al deze toepassingen kunt u op de printer afdrukken. 1 Kies in de toepassing waarmee u werkt de optie Print (Afdrukken) in het menu File (Bestand). 2 Selecteer Print directly using lpr (Rechtstreeks afdrukken via lpr). 3 In het venster LPR GUI selecteert u het printermodel in de lijst met printers en klikt u op Properties (Eigenschappen).
Het document wordt gescand en er verschijnt een voorbeeld van de afbeelding in het vak Preview. Een document scannen U kunt een document scannen vanuit het venster Unified Driver Configurator. 1 Dubbelklik op uw bureaublad op Unified Driver Configurator. 2 Klik op de knop 3 Configuration (Scanners configureren) te openen. Selecteer de scanner in de lijst.
Op de werkbalk vindt u diverse functies voor het bewerken van de gescande afbeelding. Zie voor meer informatie over het bewerken van een gescande afbeelding pagina 36. 10 Als u klaar bent, klikt u op Save (Opslaan) in de werkbalk. Met de volgende knoppen kunt u een afbeelding bewerken: Knop 11 Selecteer de map waarin u de afbeelding wilt opslaan Afbeelding opslaan. en voer de bestandsnaam in. 12 Klik op Save. Laatste handeling ongedaan maken.
8 Uw printer gebruiken met een Macintosh Uw printer ondersteunt Macintosh-systemen met een ingebouwde USBinterface of 10/100 Base-TX-netwerkkaart. Als u een bestand afdrukt vanaf een Macintosh-computer, kunt u het CUPS-stuurprogramma gebruiken door het PPD-bestand te installeren. Opmerking: sommige printers ondersteunen geen netwerkinterface. Controleer in de gebruikershandleiding van de printer onder Printerspecificaties of uw printer een netwerkinterface ondersteunt.
Werken met het SetIPprogramma Dit programma wordt gebruikt om IP-adressen van netwerkapparaten in te stellen met het MAC-adres, d.w.z. het hardwareserienummer van de netwerkprinterkaart of interface. Het wordt met name door netwerkbeheerders gebruikt om de IP-adressen van verschillende netwerkapparaten tegelijk in te stellen. U kunt het SetIP-programma alleen gebruiken als het apparaat is aangesloten op een netwerk.
De printer instellen • Selecteer als de automatische selectiefunctie niet goed werkt bij MAC OS 10.5~10.6 Selecteer besturingsbestand… en de naam van uw printer in Print Using(Druk af via). De instelling van de printer verschilt afhankelijk van de kabel die u gebruikt om de printer aan te sluiten op uw computer: een netwerkkabel of een USB-kabel. Het IP-adres van uw printer verschijnt in Printer List (Printerlijst) en wordt ingesteld als standaardprinter. Klik op Add (Toevoegen).
Afdrukinstellingen wijzigen Afdrukken U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer. OPMERKING: Selecteer Print (Druk af) in het menu File (Bestand) van uw Macintoshtoepassing. De printernaam die in het printereigenschappenvenster verschijnt, is afhankelijk van de gebruikte printer. Behalve de naam, bestaat het printereigenschappenvenster uit vrijwel dezelfde onderdelen.
Verschillende pagina's afdrukken op één vel papier Graphics (Grafisch) Op het tabblad Graphics (Grafisch) vindt u de opties Resolution (Kwaliteit) en Color Mode (Kleurmodus). Selecteer Graphics (Grafisch) in de vervolgkeuzelijst Presets (Instellingen) om toegang te krijgen tot de grafische functies. U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina's af te drukken. 1 2 • Resolution (Kwaliteit): U kunt de afdrukresolutie selecteren.
Scannen U kunt documenten inscannen met behulp van Fotolader. Macintosh biedt het programma Fotolader. 6 7 Voor MAC OS X 10.5~10.6: Controleer of het selectievakje Verbonden naast uw apparaat is ingeschakeld in Bonjour-apparaten. Als u via TWAIN wilt scannen, raadpleegt u de bovenstaande procedure voor MAC OS X 10.4. Stel de scanopties in dit programma in. Scan uw afbeelding in en sla ze op.
SOFTWARE INDEX A G M afdrukken aan pagina aanpassen 20 boekjes 19 document 13 dubbelzijdig 20 meer pagina's per vel Macintosh 41 Windows 18 overlay 22 poster 21 schalen 20 vanuit Linux 34 vanuit Macintosh 40 vanuit Windows 13 watermerk 21 afdrukstand, afdrukken Windows 15 annuleren scannen 26 geavanceerd afdrukken, gebruik 18 gebruiken SetIP 31, 38 grafische eigenschappen, instellen 16 Macintosh afdrukken 40 de printer instellen 39 printer instellen 39 scannen 42 stuurprogramma installatie ongedaan ma
printerstuurprogramma, installeren Linux 29 S scannen Linux 35 SmarThru 24 TWAIN 26 WIA-stuurprogramma 26 scannen vanuit Macintosh 42 software installatie ongedaan maken Macintosh 37 Windows 11 installeren Macintosh 37 Windows 4 opnieuw installeren Windows 10 systeemeisen Macintosh 37 statusmonitor, gebruik 27 T tonerspaarstand, instellen 16 TWAIN, scannen 26 W watermerk afdrukken 21 bewerken 21 maken 21 verwijderen 21 WIA, scannen 26 44