ML-331x Series ML-371x Series Gebruikershandleiding Basis imagine the possibilities Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie, normaal gebruik en het oplossen van problemen in Windows.
Inhoud 1. Inleiding 3.
Inhoud 5.
1. Inleiding In dit hoofdstuk staat informatie die u nodig heeft om het apparaat te gebruiken.
Belangrijkste voordelen Milieuvriendelijk • Dit apparaat beschikt over een Eco-functie waarmee u toner en papier kunt sparen. • U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te besparen (zie handleiding Geavanceerd). • Om papier te besparen kunt u op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) (zie handleiding Geavanceerd). • Dit apparaat bespaart automatisch elektriciteit door het stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Belangrijkste voordelen Gemak • Samsung Easy Printer Manager en Samsung Printer Status (of Smart Panel) zijn programma´s die de status van het apparaat controleren en u deze doorgeven, en waarmee u de instellingen van het apparaat kunt aanpassen (zie handleiding Geavanceerd). • Met AnyWeb Print kunt u van een scherm in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma (zie handleiding Geavanceerd).
Functies per model Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land. functies ML-331xD ML-331xND ML-371xD ML-371xND ML-371xDW Hi-Speed USB 2.0 ● ● ● ● ● IEEE 1284 parallelstekker ○ ○ ○ ○ ○ ● ● Netwerkinterface Ethernet 10/100 Base TX bedraad LAN ● Netwerkinterface Ethernet 10/100/1000 Base TX bedraad LAN Netwerkinterface 802.
Nuttig om te weten Het apparaat drukt niet af. Er is papier vastgelopen. • Open de afdruklijst en verwijder het document uit de lijst (zie "Een afdruktaak annuleren" op pagina 42). • Open de klep aan de voorzijde en sluit ze weer. • Verwijder het stuurprogramma en installeer deze opnieuw (zie "Lokaal installeren van het stuurprogramma" op pagina 23). • Selecteer uw printer als de standaardprinter in Windows.
Informatie over deze gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die doorlopen moeten worden bij het gebruik van het apparaat. • Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt. • Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen ondervindt bij gebruik van het apparaat.
Veiligheidsinformatie Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele beschadigingen aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar dit document goed nadat u het hebt gelezen. 1.
Veiligheidsinformatie 1. Inleiding 11 Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware voorwerpen op. Probeer de stekker niet in het stopcontact te forceren als hij er moeilijk ingaat. Het trappen op of beknellen van het netsnoer door een zwaar voorwerp kan een elektrische schok of brand veroorzaken. U riskeert een elektrische schok. Neem contact op met een elektricien om het stopcontact te vervangen.
Veiligheidsinformatie 1. Inleiding 12 5 Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de onderzijde van het uitvoergebied heet worden. Houd kinderen uit de buurt. Bedieningswijze Zij kunnen brandwonden oplopen. Opgepast Gebruik geen tang of scherpe metalen voorwerpen om vastgelopen papier te verwijderen. Trek het papier niet uit de printer tijdens het afdrukken. Dit kan het apparaat beschadigen. Vermijd het stapelen van te veel papier in de papieruitvoerlade. Dit kan het apparaat beschadigen.
Veiligheidsinformatie Opgepast Schakel de stroom uit en maak alle kabels los voordat u het apparaat verplaatst. 1. Inleiding 13 Gebruik alleen telefoondraad van Nr. 26 AWGa of, indien nodig, een grotere telefoondraad. Zo niet kan het apparaat beschadigd raken. Til vervolgens het apparaat op deze wijze op: Dek het apparaat niet af en plaats het niet in een slecht geventileerde ruimte, zoals een kast. • Een apparaat dat minder dan 20 kg weegt, mag door één persoon worden opgetild.
Veiligheidsinformatie 1. Inleiding 14 7 Houd reinigingsproducten uit de buurt van kinderen. Onderhoud/controle Kinderen kunnen letsel oplopen. U mag het apparaat niet zelf demonteren, herstellen of weer in elkaar steken. Opgepast Dit kan het apparaat beschadigen. Neem contact op met een professioneel technicus als het apparaat gerepareerd moet worden. Trek het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact als u de binnenkant van het apparaat wilt reinigen.
Veiligheidsinformatie Verbrand geen verbruiksartikelen zoals een tonercassette of fixeereenheid. Dit kan een explosie of onbeheersbare brand veroorzaken. Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of kledij terechtkomt bij het vervangen van de tonercassette of het verwijderen van vastgelopen papier. Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname. Houd kinderen uit de buurt van de plaats waar u verbruiksartikelen (bijvoorbeeld tonercassettes) bewaart.
Apparaatoverzicht 1. Inleiding 9 Toebehoren Netsnoer Beknopte installatiehandleiding Software-cda Div. accessoiresb a. De software-cd bevat het stuurprogramma van de printer en programma´s. b. Diverse, bij uw printer geleverde accessoires kunnen verschillen per land van aankoop en specifiek model.
Apparaatoverzicht 1. Inleiding 10 Voorkant • Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land.
Apparaatoverzicht 1. Inleiding 11 Achterkant • Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land.
Overzicht van het bedieningspaneel Dit bedieningspaneel kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. Er zijn verschillende types bedieningspanelen. 1. Inleiding 2 Stopt een handeling op ieder moment. Heeft nog meerdere functies. • Annuleert de huidige taak. (Annuleren) 12 • Configuratierapporten afdrukken: Houd deze knop ongeveer drie seconden ingedrukt tot de groene LED begint te knipperen.
Overzicht van het bedieningspaneel 1. Inleiding 13 3 Type B Hiermee bevestigt u het op het display geselecteerde item. OK 4 1 5 9 6 4 5 6 7 (Annuleren) (Power) 8 (StatusLED) 7 8 1 Display 2 (Menu) Toont de huidige status en geeft meldingen weer tijdens het gebruik. Hiermee opent u de menumodus en bladert u door de beschikbare menu’s. Hiermee keert u terug naar het bovenliggende menu. Gaat naar de eco-modus voor het besparen van toner en papier (zie "Eco-opties" op pagina 46).
Overzicht van het bedieningspaneel 1. Inleiding 21 14 4 Type C (Achterkant) 5 Gaat naar de eco-modus voor het besparen van toner en papier (zie "Eco-opties" op pagina 46). Eco 1 2 3 10 4 9 5 6 7 (Annuleren) (Power) 8 (StatusLED) 6 9 1 Display 2 3 (Menu) OK Toont de huidige status en geeft meldingen weer tijdens het gebruik. Hiermee opent u de menumodus en bladert u door de beschikbare menu’s. Hiermee bevestigt u het op het display geselecteerde item.
Het apparaat inschakelen 1 Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. 2 Druk op Als het apparaat een aa/uit-schakelaar heeft, zet deze dan aan. (Power-knop). 1.
Lokaal installeren van het stuurprogramma Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw computer is aangesloten. Als uw apparaat met een netwerk is verbonden, slaat u de onderstaande stappen over en gaat u naar het deel over de installatie van het stuurprogramma voor een apparaat dat met een netwerk is verbonden (zie handleiding Geavanceerd). 2 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. 3 Selecteer Nu installeren.
Het stuurprogramma opnieuw installeren Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te installeren. 16 Windows 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of Alle programma’s > Samsung Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Deïnstalleren. 3 4 Volg de instructies in het installatievenster.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Raadpleeg het volgende hoofdstuk om waarden in te stellen of te wijzigen. Dit hoofdstuk levert informatie over de algemene menustructuur en de opties voor de basisinstellingen.
Menuoverzicht Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling van het apparaat en het gebruik van de functies van het apparaat. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen Items Opties Menuoverzicht Configuratie • Druk op de knop (Menu) om toegang te krijgen tot deze menu’s. Druk op de pijl-links/rechts tot het gewenste menuonderdeel verschijnt en druk op OK. • Naast het gekozen menu verschijnt een sterretje (*). Info verb.art.
Menuoverzicht Items Grafisch Opties Items TCP/IP (IPv4) Tkst dnk. mk. TCP/IP(IPv6) Taal Ethernet-snel. Energ.spaarst. 802.1x Netwerk Instell. wissen Auto CR Netwerkconf. Time-out taak Net. activeren Onderhoud Http activeren Aangepasta Eco-inst. Instel. wissen Emulatie Draadloos Luchtdrukcorr. Tonerbesparing Type emulatie Instellingen 27 Opties Resolutie Ontw.gebeurt. Systeeminst. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen Actieve taak Taakbeheer Taak opslaan Best.beleid a.
Een testpagina afdrukken Om te controleren of het apparaat juist werkt, kunt u een testpagina afdrukken. 1 2 3 Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel. Druk op Informatie > OK > Demopagina > OK. Druk op Afdrukken? > Ja > OK. Er wordt een testpagina afgedrukt. Als uw apparaat niet beschikt over een displayscherm, houd u de knop (Annuleren) ongeveer 5 seconden ingedrukt, tot de status-LED knippert. 2.
De taal op het display wijzigen Volg onderstaande stappen om de taal op het bedieningspaneel te wijzigen: Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder displayscherm op het bedieningspaneel. 1 2 3 Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel. Druk op Systeeminst. > OK > Taal > OK. Druk op de toets OK om de gewenste taal te selecteren. 2.
Afdrukmateriaal en lade In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw apparaat plaatst. 1 2. Menuoverzicht en basisinstellingen Als u de geleiders niet aanpast, kan dit tot gevolg hebben dat de afdruk scheef of op de verkeerde plaats afgedrukt wordt, of dat het papier vastloopt. Lade overzicht Om het formaat te wijzigen, moet u de papiergeleiders aanpassen.
Afdrukmateriaal en lade 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 31 2 De papierniveau-indicator geeft aan hoeveel papier er in de lade ligt. 1 1 Vol 2 Leeg Plaats papier in de lade/optionele lade 1 2 Open de papierlade (zie "Lade overzicht" op pagina 30). 3 Leg het papier met de zijde die u wilt bedrukken naar onder. Buig de papierstapel om of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar te scheiden voordat u het papier in de lade plaatst.
Afdrukmateriaal en lade 4 2. Menuoverzicht en basisinstellingen Verschuif de lengtegeleider tot deze lichtjes de stapel papier raakt. 32 • Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het papier, aangezien het papier hierdoor kan buigen. • Als u de breedtegeleider niet aanpast, kan het papier vastlopen. • Gebruik geen papier waarvan de voorste rand opgekruld is. Hierdoor kan het papier vastlopen of kreukelen.
Afdrukmateriaal en lade De instellingen die via het apparaatstuurprogramma zijn opgegeven krijgen voorrang op de instellingen die via het bedieningspaneel werden opgegeven. a Als u afdrukt vanuit een toepassing, opent u de toepassing en het afdrukmenu. b Open Voorkeursinstellingen (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 43). c Klik op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen en selecteer een passend papiertype. 2.
Afdrukmateriaal en lade 1 Open de multifunctionele lade en trek het verlengstuk van de multifunctionele lade uit zoals afgebeeld. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 34 3 Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar te scheiden voordat u het papier in de lade plaatst. 4 Plaats het papier in de lade. Druk de papierbreedtegeleiders van de multifunctionele lade in en stel ze in op de breedte van het papier.
Afdrukmateriaal en lade De instellingen die via het stuurprogramma zijn opgegeven krijgen voorrang op de instellingen via het bedieningspaneel. a Als u afdrukt vanuit een toepassing, opent u de toepassing en het afdrukmenu. b Open Voorkeursinstellingen (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 43). c Klik op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen en selecteer het juiste papiertype. Als u bijvoorbeeld op een etiket wilt afdrukken, stelt u het papiertype in op Etiketten.
Afdrukmateriaal en lade 2. Menuoverzicht en basisinstellingen Enveloppen Lade 1 Optionele lade Multifunctionele lade Normaal papier ● ● ● Of enveloppen goed worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit. Dik papier ● ● Plaats een envelop op de volgende manier om deze te bedrukken.
Afdrukmateriaal en lade 1 • 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 37 • Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters, gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere synthetische materialen. • Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte kwaliteit. • Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal doorloopt tot in de hoek.
Afdrukmateriaal en lade 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 38 Transparanten • Zorg dat de transparanten niet kreukelen, krullen of gescheurde hoeken hebben. Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen mag u uitsluitend transparanten gebruiken die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. • Gebruik geen transparanten die loskomen van de achterzijde. • Om te vermijden dat afgedrukte transparanten aan elkaar gaan kleven, mag u ze tijdens het afdrukken niet laten opstapelen in de uitvoerlade.
Afdrukmateriaal en lade 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 39 Etiketten - Krullen: Moet plat liggen en in geen enkele richting meer dan 13 mm omkrullen. Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen, gebruikt u uitsluitend etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. - Toestand: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn, blaasjes vertonen of loskomen van het rugvel.
Afdrukmateriaal en lade Kartonpapier/papier van een aangepast formaat 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 40 Voorbedrukt papier Bij het plaatsen van voorbedrukt papier moet de bedrukte zijde bovenaan liggen en mag de voorzijde niet gekruld zijn. Bij invoerproblemen draait u het papier om. Er zijn geen garanties wat de afdrukkwaliteit betreft. • Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 6,4 mm van de zijkanten van het afdrukmedia.
Afdrukmateriaal en lade 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 41 5 Papierformaat en -type instellen Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst moet u het papierformaat en -type instellen met behulp van de knoppen op het bedieningspaneel. • De instellingen die via het stuurprogramma zijn opgegeven krijgen voorrang op de instellingen via het bedieningspaneel. • Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder displayscherm op het bedieningspaneel.
Eenvoudige afdruktaken 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 4 6 Tijdens het afdrukken De basisafdrukinstellingen, inclusief het aantal kopieën en het afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster Afdrukken. Klik op Eigenschappen of Voorkeursinstellingen in het venster Afdrukken om gebruik te maken van de geavanceerde afdrukopties. (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 43). Zie de handleiding Geavanceerd als u een Macintosh, Linux of Unix OS-gebruiker bent.
Eenvoudige afdruktaken 8 Voorkeursinstellingen openen 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 4 43 Klik op Eigenschap of op Voorkeuren. • Het venster Voorkeursinstellingen in deze gebruikshandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer. Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken bevat echter vrijwel dezelfde eigenschappen.
Eenvoudige afdruktaken 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 44 Voorkeursinstellingen gebruiken Met de optie Vooraf ingest. die op elk tabblad maar niet op het tabblad Samsung verschijnt kunt u de huidige voorkeurinstellingen opslaan voor toekomstig gebruik. Volg deze stappen om een Vooraf ingest.-item op te slaan. 1 2 3 Kies meer opties en klik op (Wijzigen). De instellingen worden toegevoegd aan de voorkeuzeinstellingen. Kies een van deze instellingen met de Vooraf ingest. vervolgkeuzelijst.
Eenvoudige afdruktaken 9 Help gebruiken 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 45 Instellen van eco-modus op het bedieningspaneel. Klik op de optie waarover u meer wilt weten op het venster Afdrukvoorkeur en druk op F1 op uw toetsenbord. • De instellingen die via het stuurprogramma zijn opgegeven krijgen voorrang op de instellingen via het bedieningspaneel. 10 • Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder displayscherm op het bedieningspaneel.
Eenvoudige afdruktaken 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 46 Eco-modus in het stuurprogramma instellen Als u de eco-modus instelt met een wachtwoord via de SyncThru™ Web Service (tabblad Settings > Machine Settings > System > Eco > Settings), de melding Altijd aan verschijnt. U moet het wachtwoord invoeren om de eco-modus te wijzigen. • Sjabloon wijzigen.: Kies het eco-sjabloon.
Eenvoudige afdruktaken ► Resultaatsimulator De Resultaatsimulator toont de resultaten van verlaagde kooldioxide-emissies, elektriciteitsverbruik en de hoeveelheid uitgespaard papier, naargelang de door u gekozen instellingen. • De resultaten worden berekend op basis van een totaal aantal van honderd pagina´s zonder blanco pagina, als de eco-modus is uitgeschakeld.
3. Onderhoud In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen, accessoires en onderdelen voor het onderhoud van uw apparaat kunt aankopen.
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen 3. Onderhoud 49 De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare verbruiksartikelen en onderdelen. Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u contact op met de lokale Samsung-dealer of de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Of ga naar www.samsung.
Beschikbare verbruiksartikelen Als de verbruiksartikelen het einde van hun gebruiksduur naderen, kunt u de volgende verbruiksartikelen voor uw apparaat bestellen: Type Standaardrendem ent tonercassette Gemiddeld aantal afdrukkena Benaming van onderdeel Ong. 2.000 pagina’s MLT-D205S Tonercassette met Ong. 5.000 pagina’s hoge capaciteit MLT-D205L Tonercassette met Ong. 10.000 pagina’s MLT-D205E extrahoge capaciteitb a. Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19752. b.
Beschikbare accessoires 3. Onderhoud 51 U kunt accessoires aanschaffen en installeren om de prestaties en capaciteit van uw apparaat te verbeteren. Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7). Optie Geheugenmodule Lade 2 IEEE 1284 parallelstekker Functie Hiermee breidt u de geheugencapaciteit van uw apparaat uit.
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud 3. Onderhoud 52 Neem contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht om reserveonderdelen te bestellen. Laat onderhoudsonderdelen alleen vervangen door een erkende servicemedewerker, de leverancier of personeel van de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. De vervanging van onderdelen waarvan de gemiddelde levensduur is verstreken, valt niet onder de garantie.
Toner herverdelen Als de tonercassette bijna leeg is: • Witte strepen, onduidelijke afdruk en/of verschillende dichtheid aan beide kanten. • knippert de Status-LED rood. 3. Onderhoud 2 53 Schud de cassette vijf tot zes keer heen en weer om de toner in de cassette gelijkmatig te verdelen. In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende toner in de tonercassette opnieuw te verdelen.
Toner herverdelen 3 Houd de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de cassette voorzichtig in de opening van het apparaat. 4 Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. 3.
De tonercassette vervangen Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier kunt verwijderen. 3. Onderhoud 55 3 Verwijder het etiket van de tonercassette, zoals hieronder getoond. 4 Schud de cassette vijf tot zes keer heen en weer om de toner in de cassette gelijkmatig te verdelen. Als een tonercassette het eind van de levensduur bereikt heeft, stopt de printer met afdrukken. 1 Open de klep aan de voorkant en verwijder de tonercassette.
De tonercassette vervangen Raak de groene onderzijde van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt. 5 Houd de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de cassette voorzichtig in de opening van het apparaat. 6 Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. 3.
Een geheugenmodule upgraden Uw apparaat beschikt over een "dual in-line"-geheugenmodule (DIMM). Gebruik deze geheugenmodule om extra geheugen te installeren. 3. Onderhoud 4 Raadpleeg de bestelgegevens voor een bijkomende geheugenmodule. (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 51). 57 Houd de geheugenmodule vast bij de rand en breng de geheugenmodule op één lijn met de sleuf in een hoek van ongeveer 30 graden. Zorg dat de inkepingen van de module en de openingen van de sleuf in elkaar passen.
Een geheugenmodule upgraden 6 7 Plaats het toegangspaneel van het moederbord terug. Sluit het netsnoer en de apparaatkabel opnieuw aan en zet het apparaat aan. 3.
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren Volg de onderstaande stappen om de indicatoren van de levensduur van de verbruiksartikelen weer te geven. 1 2 3 4 Druk op (Menu) op het bedieningspaneel. Druk op Systeeminst > OK > Onderhoud > OK. Druk op Info verb.art > OK. Druk op de toetsen OK om de gewenste optie te selecteren. Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder displayscherm op het bedieningspaneel. 3.
Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op" 3. Onderhoud Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnt een bericht of gaat er een LED branden die aangeeft dat u de tonercassette moet vervangen. U kunt instellen of u wenst dat dit bericht of deze LED verschijnt of niet. 1 2 3 4 Druk op (Menu) op het bedieningspaneel. Druk op Systeeminst > OK > Onderhoud > OK. Klik op Toner bijna op > OK. Kies de gewenste optie en druk op OK.
Het apparaat reinigen Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de gebruiksduur van uw apparaat te verlengen. • Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of andere agressieve substanties bevatten, kan de behuizing verkleuren of vervormen.
Het apparaat reinigen 3. Onderhoud • Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de cassette zo nodig af met een stuk papier. Zorg dat u bij het reinigen van de binnenkant van het apparaat de transportrol of andere onderdelen niet beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen of verdunner. Er kunnen zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit en het apparaat kan worden beschadigd.
Het apparaat reinigen 4 Reinigen van de opneemrol 1 Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld. 2 Open lade 1. 3. Onderhoud 3 Maak de opneemrol schoon met een zachte, pluisvrije doek. 4 Plaats de lade terug in het apparaat.
4. Problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. • Tips om papierstoringen te voorkomen 65 • Papierstoringen verhelpen 66 • Informatie over de status-LED 73 • Informatie over displaymeldingen 76 Dit hoofdstuk levert nuttige informatie voor als u een foutmelding opmerkt. Als uw apparaat beschikt over een displayscherm, moet u eerst hierop kijken om de fout op te lossen.
Tips om papierstoringen te voorkomen 4. Problemen oplossen 65 U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Zie de volgende tips om storingen met vastzittend papier te voorkomen: • Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Lade overzicht" op pagina 30). • Plaats niet te veel papier in de lade. Zorg dat de papierstapel niet boven de maximummarkering aan de binnenzijde van de lade uitkomt.
Papierstoringen verhelpen Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt. 1 In lade 1 Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 4. Problemen oplossen 1 Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het vastgelopen papier wordt automatisch uitgevoerd. Ga naar de volgende stap als het papier niet wordt uitgeworpen. 2 Open lade 1.
Papierstoringen verhelpen 3 Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. 4. Problemen oplossen 67 2 In de optionele lade 2 Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1 2 Als het papier niet beweegt als u eraan trekt, of als er geen papier te zien is in dit deel van de printer, controleert u de fixeereenheid rond de tonercassette (zie "Binnenin het apparaat" op pagina 69).
Papierstoringen verhelpen Stop als het papier niet beweegt als u eraan trekt of als u het papier niet kunt zien in dit deel van de printer, en ga door met de volgende stap. 3 4 5 4. Problemen oplossen 3 In de multifunctionele lade Trek lade 1 half uit de printer. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. rek het papier recht naar boven en verwijder het. Plaats de laden weer in het apparaat. De printer gaat automatisch door met afdrukken.
Papierstoringen verhelpen 4. Problemen oplossen 4 Binnenin het apparaat 69 2 Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. 3 Plaats de tonercassette terug en sluit de klep aan de voorzijde. De printer gaat automatisch door met afdrukken. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
Papierstoringen verhelpen 1 Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het vastgelopen papier wordt automatisch uitgevoerd. 4. Problemen oplossen 4 70 Verwijder het vastgelopen papier zoals op de volgende afbeelding wordt getoond. Wanneer u geen vastgelopen papier ziet, gaat u door met de volgende stap. 2 2 Trek het papier voorzichtig uit de uitvoerlade.
Papierstoringen verhelpen 6 Rond de duplexeenheid 4. Problemen oplossen 2 71 Verwijder het vastgelopen papier uit de duplexeenheid. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1 Haal de duplex-eenheid uit het apparaat. Als het papier er niet samen met de duplex-eenheid uitkomt, verwijdert u het papier onderaan in het apparaat. Ga door met de volgende stap als u het papier niet kunt zien.
Papierstoringen verhelpen 3 4 5 Schuif de duplexeenheid in het apparaat. Open de achterklep. Verwijder het vastgelopen papier zoals op de volgende afbeelding wordt getoond. 2 1 1 3 3 4. Problemen oplossen 72 6 Plaats de klep van de fixeereenheid en de hendels terug in hun oorspronkelijke positie. 7 Sluit de achterklep. De printer gaat automatisch door met afdrukken.
Informatie over de status-LED 4. Problemen oplossen De kleur van de LED geeft de huidige status van het apparaat aan. • Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar. • Zie de foutmelding en de bijbehorende instructies om de fout op te lossen. • U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster Samsung-printerstatus of Smart Panel. • Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen.
Informatie over de status-LED 4. Problemen oplossen 74 7 Status LED Status Omschrijving Off Groen (StatusLED) Het apparaat is offline. Knippert • Als het lampje langzaam knippert, ontvangt het apparaat gegevens van de computer. • Als het lampje snel knippert, is het apparaat bezig met afdrukken. Aan • Het apparaat is online en klaar voor gebruik. Knippert • Er is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen. Bekijk het bericht op het display.
Informatie over de status-LED 4. Problemen oplossen 8 Papierstoring LED / WPS-LED Status (Papierstoring LED) (WPS-LED) Omschrijving Oranje Aan Blauw Aan Er is een papierstoring opgetreden (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 66). Als het apparaat met een draadloos netwerk is verbonden, licht de WPS-LED blauw op (zie handleiding Geavanceerd).
Informatie over displaymeldingen Er verschijnen berichten op het display van het bedieningspaneel om de status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp indien nodig het probleem. 9 Berichten op het display controleren • Als het bericht niet in de tabel voorkomt, schakelt u het apparaat uit en weer in en probeert u de afdruktaak opnieuw uit te voeren.
Informatie over displaymeldingen 4. Problemen oplossen 77 Foutmeldingen gerelateerd aan vastgelopen papier Bericht Pap.st. Betekenis Er is papier vastgelopen bij de papierinvoer. Verwijder het vastgelopen papier (zie "In lade 1" op pagina 66). Er is papier vastgelopen in de optionele lade. Verwijder het vastgelopen papier (zie "In de optionele lade 2" op pagina 67). Er is papier vastgelopen in de multifunctionele lade.
Informatie over displaymeldingen 4. Problemen oplossen Meldingen over de tonercassette Melding Betekenis Voorgestelde oplossing Plaats tonercas. Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats een tonercassette. TC niet De tonercassette die u hebt geplaatst, is niet geschikt voor uw apparaat. Installeer tonercassettes van Samsung die speciaal bedoeld zijn voor uw apparaat. comp.
Informatie over displaymeldingen Melding Betekenis 4. Problemen oplossen 79 Voorgestelde oplossing • U kunt kiezen tussen Stop of Doorgaan, zoals weergegeven De aangegeven tonercassette is bijna aan het einde van op het bedieningspaneel. Als u Stop selecteert, stopt de haar geschatte levensduur. Het apparaat stopt mogelijk met printer met afdrukken en kunt u niet meer afdrukken zolang u afdrukken. de cassette niet hebt vervangen.
Informatie over displaymeldingen Melding Betekenis 4. Problemen oplossen 80 Voorgestelde oplossing De tonercassette bevat nog een kleine hoeveelheid toner. Bereid Het einde van de geschatte levensduur van de cassette is nieuwe cass. bijna bereikt. Voor Houd een nieuwe cassette gereed om de oude cassette te vervangen. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 53).
Informatie over displaymeldingen Meldingen over het netwerk Voorgestelde oplossing Betekenis Controleer het IPadres en stel het zonodig opnieuw in (zie handleiding Geavanceerd). Klep open Netwerkprobl. Het door u ingestelde IP-adres wordt al door iemand anders gebruikt. Verificatie mislukt. Controleer het netwerkverificatieproto col. Neem contact op met uw netwerkbeheerder als dit probleem zich blijft voordoen. Fout [foutnummer] 802.1x Netwerkfout 81 Div. meldingen Melding IP-conflict 4.
5. Bijlage In dit hoofdstuk staan productspecificaties en informatie met betrekking tot toepasbare regelgeving.
Specificaties 5. Bijlage 83 1 Algemene specificaties De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. zie www.samsung.com/printer voor mogelijke wijzigingen.
Specificaties 5. Bijlage Items Nominaal vermogenb Stroomverbruik Draadloosd Omschrijving Modellen op 110 volt AC 110 – 127 V Modellen op 220 volt AC 220 – 240 V Gemiddeld vermogen Minder dan 550 Watt Stand-bymodus Minder dan 60 Watt Energiebesparende modus Minder dan 3,5 Watt Uitgeschakelde toestand Minder dan 0,4 Watt (0,1 Wattc) Module U98Z058 a. Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: basisinstallatie apparaat, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken. b.
Specificaties 5.
Specificaties Type Formaat 5. Bijlage Afmetingen Monarch-envelop 98 x 191 mm Gewicht/capaciteit afdrukmediaa Lade 1/Optionele lade Multifunctionele ladeb Niet beschikbaar in lade1/ optionele lade. 75 tot 90 g/m2 (bankpostpapier). Envelop Nr. 10 105 x 241 mm Envelop DL 110 x 220 mm Envelop C5 162 x 229 mm Envelop C6 114 x 162 mm Dik papier Zie Normaal papier Zie Normaal papier 91 tot 105 g/m2 (bankpostpapier). 91 tot 105 g/m2 (bankpostpapier).
Specificaties 5. Bijlage Gewicht/capaciteit afdrukmediaa Type Formaat Zie Normaal papier Kartonpapier Letter, Legal, US Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5 121 tot 163 g/m2 (bankpostpapier). 121 tot 163 g/m2 (bankpostpapier). bankpost; Zie Normaal papier Zie Normaal papier 106 tot 120 g/m2 (bankpostpapier). 106 tot 120 g/m2 (bankpostpapier).
Specificaties 5.
Specificaties 5. Bijlage • Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle Windows-besturingssystemen. • Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben. • Windows Terminal Services is compatibel met uw apparaat. Macintosh Besturingssysteem Vereisten (aanbevolen) Processor • Intel®-processoren Mac OS X 10.3 ~ 10.4 • PowerPC G4/G5 • Intel®-processoren Mac OS X 10.5 • 867 MHz of sneller Power PC G4/G5 Mac OS X 10.
Specificaties 5. Bijlage Linux Items Vereisten Fedora 4 ~ 12 (32/ 64 bit) OpenSuSE® 10.2, 10.3, 11.0, 11.1, 11.2 (32/64 bit) SuSE 10.0, 10.1 (32 bit) Besturingssysteem Ubuntu 5.04, 5.10, 6.04, 6.10, 7.04, 7.10, 8.04, 8.10, 9.04, 9.10 (32/64 bit) Mandriva 2005, 2006, 2007, 2008, 2009, 2009.1 (32/64 bits) Debian 4.0, 5.
Specificaties 5. Bijlage Unix Items Vereisten Sun Solaris 9, 10 (x86, SPARC) Besturingssysteem HP-UX 11.0, 11i v1, 11i v2, 11i v3 (PA-RISC, Itanium) IBM AIX 5.1, 5.2, 5,3, 5.
Specificaties 5. Bijlage 4 Netwerkomgeving Alleen voor netwerk en draadloos model (zie "Functies per model" op pagina 7). U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het als netwerkprinter te kunnen gebruiken. In de volgende tabel worden de netwerkomgevingen vermeld die door het apparaat worden ondersteund. Items Netwerkinterface Specificaties • Ethernet 10/100/1000 Base-TX • 802.
Informatie over wettelijke voorschriften Dit apparaat is ontworpen voor een normale werkomgeving en is gecertificeerd conform verschillende veiligheidsvoorschriften. 5 Verklaring inzake laserveiligheid De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 60825-1: 2007.
Informatie over wettelijke voorschriften 6 5. Bijlage 94 8 Alleen voor Taiwan Energiebesparingsmodus Deze printer is uitgerust met een geavanceerde energiebesparende technologie die het stroomverbruik vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt. 7 Veiligheid in verband met ozon Als de printer gedurende enige tijd geen gegevens ontvangt, wordt het stroomverbruik automatisch verlaagd. De ozonemissie van dit apparaat ligt onder 0,1 ppm. Ozon is zwaarder dan lucht.
Informatie over wettelijke voorschriften 10 5. Bijlage 95 11 Alleen voor China Correcte verwijdering van dit product (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) (Van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden inzamelingssystemen voor batterijen) Deze aanduiding op het product, op de accessoires of in de documentatie geeft aan dat het product en zijn elektronische accessoires (bijv.
Informatie over wettelijke voorschriften 12 Radiofrequentiestraling FCC-normen (VS) Dit apparaat is conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik van dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: • dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken • en moet alle ontvangen interferentie aanvaarden, inclusief interferentie die een ongewenste werking kan veroorzaken.
Informatie over wettelijke voorschriften 13 Verenigde Staten Federal Communications Commission (FCC) ► Intentional emitter overeenkomstig FCC Deel 15 Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz-band. Deze sectie is alleen van toepassing als deze apparaten aanwezig zijn. Controleer het systeemlabel om na te gaan of er draadloze apparaten aanwezig zijn.
Informatie over wettelijke voorschriften 14 5. Bijlage 98 17 Alleen voor Taiwan Alleen voor Turkije 18 De stekker van het netsnoer vervangen (alleen voor het VK) Belangrijk 15 Alleen voor Rusland 16 Alleen Duitsland Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Als u de zekering vervangt, moet u het juiste type van 13 ampère gebruiken.
Informatie over wettelijke voorschriften Stekkers van 13 ampère zijn het meest voorkomende type in het Verenigd Koninkrijk en kunnen in de meeste gevallen worden gebruikt. Sommige (vooral oudere) gebouwen hebben echter geen normale stopcontacten van 13 ampère. U moet een geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder nooit de aangegoten stekker van het netsnoer. 5.
Informatie over wettelijke voorschriften Samsung Electronics verklaart dat dit product in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van: • ML-331x Series, ML-371x Series: De laagspanningsrichtlijn (2006/95/EG) en de EMC-richtlijn (2004/108/EG) 5. Bijlage 100 Europese radiogoedkeuringsinformatie (voor producten uitgerust met door de EU goedgekeurde radioapparaten) De conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op www.samsung.com/printer.
Informatie over wettelijke voorschriften België, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk (met frequentiebeperkingen), Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.
Informatie over wettelijke voorschriften Het afgegeven vermogen van het draadloze apparaat of de draadloze apparaten die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots onder de tot dusver bekende RFblootstellingsgrenzen. Omdat de draadlozen apparaten (die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd) minder energie afgeven dan conform de veiligheidsnormen en aanbevelingen inzake radiofrequentie is toegestaan, is de producent ervan overtuigd dat deze apparaten veilig zijn in het gebruik.
Informatie over wettelijke voorschriften Als uw systeem uitgerust is met een ingebouwd draadloos apparaat, mag u het draadloos apparaat niet gebruiken tenzij alle kleppen en schermen op hun plaats zitten en het systeem compleet is. Draadloze apparaten mogen niet door de gebruiker zelf worden hersteld. Ze mogen onder geen enkel beding gewijzigd worden. Wanneer u wijzigingen aanbrengt aan een draadloos apparaat, vervalt de gebruikerslicentie. Neem voor ondersteuning contact op met de fabrikant.
Informatie over wettelijke voorschriften 21 Alleen voor China 5.
Copyright 5. Bijlage 105 © 2010 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met het gebruik van deze gebruikershandleiding. • Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
Index 106 A E accessoires ecoafdruk bestellen 51 achterkant 18 afdrukken een document afdrukken Windows L ecoknop 45 19, 20, 21 F foutmelding 42 lade afdrukmedia 5 eigenschappen van afdrukmateriaal 85 30 de grootte van de lade aanpassen 30 een optionele lade bestellen 51 papier in de multifunctionele lade plaatsen 33 76 functies breedte en lengte instellen papierformaat en type instellen 41 Linux envelop 36 etiketten 39 het papierformaat instellen 41 het papiertype inst
Index installatieomgeving 107 92 S specificaties O onderdelen voor onderhoud 52 optionele lade 51 bestellen 51 papier plaatsen 31 83 85 afdrukmedia standaardinstellingen instellingen voor lade stoptoets 41 19, 20, 21 papier verwijderen 66 Parallel bestellen 51 plaatsen papier in de multifunctionele lade plaatsen 33 toner herverdelen 53 U Unix systeemvereisten 90 61 speciale media 35 V veiligheid 61 buitenkant 61 opneemrol 63 20, 21 systeemvereisten uw apparaat reinigen b
ML-331x Series ML-371x Series Gebruikershandleiding Geavanceerd imagine the possibilities Deze handleiding geeft informatie over de installatie, geavanceerde instelling, gebruik en het oplossen van problemen in verschillende besturingssystemen. Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar.
Inhoud 2 62 Systeeminstallatie 1. Installatie van de software 5 Installatie voor de Macintosh 7 Opnieuw installeren voor Macintosh 8 Installatie voor Linux 10 Opnieuw installeren voor Linux 66 Emulatie 67 Netwerk 68 Beheerinstellingen 4. Speciale functies 70 Aanpassing aan luchtdruk of hoogte 2.
Inhoud 5. Onderhoud 92 De tonercassette bewaren 94 Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat 95 Nuttige beheerprogramma´s 6.
1. Installatie van de software Dit hoofdstuk levert instructies voor het installeren van essentiële en nuttige software voor gebruik in een opstelling waarbij het apparaat via een kabel aangesloten is. Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw computer is aangesloten.
Installatie voor de Macintosh 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 3 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. 4 Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X. 5 6 7 Voer het wachtwoord in en klik op OK. 8 Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst. Dubbelklik op het pictogram in de vorm van een cd-rom op het bureaublad van uw Macintosh-computer. Klik op Volgende/Ga door (10.4).
Installatie voor de Macintosh Open de map Programma’s > Hulpprogramma’s > 14 Printerconfiguratie. • Voor Mac OS X 10.5-10.6 opent u de map Programma’s > Systeemvoorkeuren en klikt u op Afdrukken en faxen. 15 Klik op Voeg toe op de Printerlijst. • Voor Mac OS X 10.5-10.6 klikt u op het pictogram +, waarna een venster verschijnt. 16 In Mac OS X 10.3 selecteert u het tabblad USB. • In Mac OS X10.4 klikt u op Standaardkiezer en zoekt u de USB-verbinding. • In Mac OS X 10.5-10.
Opnieuw installeren voor Macintosh Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de installatie van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het opnieuw. 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 9 1. Installatie van de software 7 Selecteer Installatie ongedaan maken / Maak installatie ongedaan (10.4) en klik op Installatie ongedaan maken / Maak installatie ongedaan (10.4).
Installatie voor Linux 1. Installatie van de software 5 6 7 U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website van Samsung om de printersoftware te installeren (http:// www.samsung.com/printer). 1 Het Unified Linux-stuurprogramma installeren 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. 8 Dubbelklik op cdroot > autorun.
Installatie voor Linux 1. Installatie van de software U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder. U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder. 3 Download het Smart Panel-pakket van de website van Samsung en plaats het op uw computer.
Opnieuw installeren voor Linux Als het printerstuurprogramma niet correct werkt, maakt u de installatie van het stuurprogramma ongedaan en installeert u het opnieuw. 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de installatie van het printerstuurprogramma ongedaan te maken.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u een apparaat instelt dat via het netwerk aangesloten is en hoe u de software instelt.
Nuttige netwerkprogramma’s Er zijn verschillende programma’s voorhanden om in een netwerkomgeving de netwerkinstellingen op een eenvoudige manier in te voeren. Zo kan de netwerkbeheerder diverse apparaten in het netwerk beheren. Voordat u onderstaande programma’s gaat gebruiken moet u het IP-adres instellen. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 12 2 SyncThru™ Web Admin Service Een webgebaseerd apparaatbeheersysteem voor netwerkbeheerders.
Instelling bekabeld netwerk U moet de netwerkprotocollen op uw apparaat instellen om het apparaat in uw netwerk te kunnen gebruiken. U kunt het netwerk gebruiken nadat u een netwerkkabel hebt aangesloten op de desbetreffende poort op uw computer. • • Gebruik de programma´s SyncThru™ Web Service of SetIP bij modellen zonder display op het bedieningspaneel. - zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 95. - zie "Het IP-adres instellen" op pagina 14.
Instelling bekabeld netwerk 5 Het IP-adres instellen Eerst moet u een IP-adres instellen voor het beheren van en afdrukken via het netwerk. In de meeste gevallen wordt een IPadres automatisch toegewezen via een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol Server) die zich in het netwerk bevindt. IPv4-configuratie met het programma SetIP (Windows) 2.
Instelling bekabeld netwerk 8 Klik op Apply en vervolgens op OK. Het Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het apparaat afgedrukt. Bevestig dat alle instellingen juist zijn. IPv4-configuratie met het programma SetIP (Macintosh) 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 4 Klik op het pictogram (derde van links) in het scherm SetIP om het TCP/IP-configuratievenster te openen. 5 Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in.
Instelling bekabeld netwerk 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken IPv4-configuratie met het programma SetIP (Linux) Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus 0015992951A8. Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de computer uitschakelen via System Preferences or Administrator.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 6 1 Windows Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet reeds ingesteld zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina 14). Als tijdens de installatie het venster "Wizard Nieuwe hardware gevonden" verschijnt, klikt u op Annuleren om het venster te sluiten. 2 3 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk • Directe invoer Directe invoer laat u toe om een specifiek apparaat te zoeken op het netwerk. - Zoeken op IP-adres: voer hier het IP-adres of de hostnaam in. Klik vervolgens op Volgende. Druk een netwerkconfiguratierapport af om het IPadres van uw apparaat te controleren (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13).
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 5 6 7 Voer het wachtwoord in en klik op OK. 8 Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst. 9 Selecteer Eenvoudige installatie / Standaardinstallatie (10.4) en klik op Installeer. Standaardinstallatie wordt aanbevolen voor de meeste gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd. Klik op Volgende / Ga door (10.4).
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 20 8 Als u een document van vele pagina’s afdrukt, kunt u de prestaties van de printer verbeteren door Socket te kiezen in de opties bij Printertype (voor Mac OS X 10.4, 10.5 Protocol). U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website van Samsung om de printersoftware te installeren (http:// www.samsung.com/printer). 20 Typ het IP-adres van uw printer in het invoerveld Adres.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 5 6 7 8 Het venster Samsung Installer wordt geopend. Klik op Continue. Het venster "Add printer wizard" gaat open. Klik op Next. Selecteer Netwerkprinter en klik op de knop Search. Het IP-adres en het model van de printer verschijnen in de lijst. 9 Selecteer uw apparaat en klik op Next. 10 Voer de beschrijving van de printer in en klik op Next. 11 Nadat de software is toegevoegd klikt u op Finish. 12 Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Finish.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk Het UNIX-printerstuurprogrammapakket installeren 4 De installatieprocedure is identiek voor alle varianten van het bovengenoemde UNIX-besturingssysteem. 1 Download het UNIX-stuurprogrammapakket van de website van Samsung en pak het uit op uw computer. 2 Zorg dat u machtigingen voor de hoofdmap heeft. 3 Kopieer het juiste stuurprogrammabestand naar de UNIXcomputer. su - 2.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 9 Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel. Hiermee wordt het venster van de wizard Add Printer Wizard geopend. Stel in dit venster de printer op de volgende manier in: 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 23 c Klik op Delete om de printer uit het systeem te verwijderen. d Voer de opdracht ". /install –d" uit om de installatie van het volledige pakket ongedaan te maken. e Voer de opdracht ".
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 5 Geef in het veld Location een beschrijving van de printer op. 6 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de printer in het tekstvak Device voor netwerkprinters. Op IBM AIX met jetdirect kunt u alleen Queue type invoeren. U kunt geen numeriek IP-adres invoeren. 7 Queue type toont de verbinding als lpd of jetdirect in de overeenkomstige keuzelijst. Op Sun Solaris OS is bovendien een usb type beschikbaar.
IPv6-configuratie 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken IPv6 wordt alleen juist ondersteund in Windows Vista of latere versies. Als het IPv6-netwerk niet lijkt te werken, zet u alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen en probeert u het opnieuw met behulp van Instel. wissen (zie "Netwerk" op pagina 67). 5 Klik op Een printer toevoegen in het linkerdeelvenster van Printers en faxapparaten. 6 Kies Een lokale printer toevoegen op het venster Printer toevoegen.
IPv6-configuratie 11 IPv6-adressen instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 3 Het apparaat ondersteunt de volgende IPv6-adressen voor het afdrukken vanaf het netwerk en voor netwerkbeheer. • Link-local Address: zelfgeconfigureerde lokale IPv6adressen (adres begint met FE80). • Stateless Address: automatisch door een netwerkrouter geconfigureerd IPv6-adres. • Stateful Address: Door een DHCPv6-server geconfigureerd IPv6-adres.
IPv6-configuratie 5 Voer de rest van het adres in (bijv. 3FFE:10:88:194::AAAA. "A" is de hexadecimaal 0 tot 9, A tot F). 6 Klik op de knop Apply. 12 SyncThru™ Web Service gebruiken 1 Start een webbrowser zoals Internet Explorer die IPv6adressering als URL ondersteunt. 2 Selecteer een van de IPv6-adressen (Link-local Address, Stateless Address, Stateful Address, Manual Address) uit het netwerkconfiguratierapport (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13).
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 28 Naam van draadloos netwerk en netwerksleutel Controleer of uw apparaat een draadloos netwerk ondersteunt. Afhankelijk van het model is een draadloos netwerk mogelijk niet beschikbaar. 13 Draadloze netwerken vereisen een hoger beveiligingsniveau. Als u voor het eerst een toegangspunt installeert, worden een netwerknaam (SSID), een beveiligings-id en een netwerksleutel voor het netwerk gegenereerd.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 29 Via het bedieningspaneel Via de computer De meeste gebruikers raden wij aan de knop (WPS) te gebruiken voor het configureren van de instellingen voor het draadloze netwerk. Wij raden aan een USB-kabel te gebruiken met het programma dat op de meegeleverde cd met software staat.
Draadloos netwerk instellen 15 De knop WPS gebruiken Als uw printer en een toegangspunt (of draadloze router) Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) ondersteunen, kunt u de instellingen voor het draadloze netwerk eenvoudig en zonder computer configureren door op het bedieningspaneel op de knop (WPS) te drukken. Als u het draadloze netwerk wilt gebruiken in de infrastructuurmodus, koppelt u de netwerkkabel los van het apparaat.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken Apparaten met een display ► Verbinding maken in PIN-modus ► Aansluiten in PBC-modus 1 Druk meer dan twee seconden op de knop het bedieningspaneel. (WPS) op De machine wacht maximaal twee minuten tot u op de knop WPS (of PBC) op het toegangspunt (of de draadloze router) hebt gedrukt. 2 31 Druk op de knop WPS (PBC) op het toegangspunt (of de draadloze router).
Draadloos netwerk instellen Apparaten zonder een display ► Aansluiten in PBC-modus 1 1 b Als het apparaat verbonden is met het draadloze netwerk, blijft de WPS-LED branden. Het netwerkconfiguratierapport met het PIN-nummer moet worden afgedrukt. Houd in de stand-bymodus de knop (Annuleren of Stop/Clear) op het bedieningspaneel ca. 5 seconden ingedrukt. Het PIN-nummer van uw apparaat wordt weergegeven.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 33 Opnieuw verbinding maken met een netwerk Verbinding met een netwerk verbreken Wanneer de draadloze netwerkfunctie is uitgeschakeld, wordt automatisch opnieuw geprobeerd een verbinding tot stand te brengen met het toegangspunt (of de draadloze router) met behulp van de eerder gebruikte instellingen voor de draadloze verbinding en het adres.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 34 Wizard-modus Nadat de verbinding met het draadloze netwerk is gemaakt, moet u een apparaatstuurprogramma installeren om vanuit een toepassing te kunnen afdrukken (zie "Installeren van een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 17). 1 2 Druk op Netwerk > OK > Draadloos > OK > WLANinstellingen > OK. 3 Druk op OK om de gewenste installatiemethode te selecteren.
Draadloos netwerk instellen • 5 Bij WPA voert u de WPA Key in. De sleutel mag 8 tot 63 tekens lang zijn. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 5 Druk op OK om de WLAN-beveliging te selecteren. • Geen: Dit wordt gebruikt wanneer de validatie van de identiteit van een draadloos apparaat en gegevenscodering niet vereist zijn voor uw netwerk. Open systeem wordt gebruikt voor IEEE 802.11verificatie.
Draadloos netwerk instellen • WPA-PSK of WPA2-PSK: U kunt WPA-PSK of WPA2-PSK selecteren om op basis van een vooraf gedeelde WPA-sleutel de afdrukserver te verifiëren. Hierbij wordt een gedeelde geheime sleutel gebruikt (doorgaans vooraf gedeelde wachtwoordzin genoemd) die handmatig wordt geconfigureerd op het toegangspunt en elk van zijn clients. 2.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken ► Opzetten van de netwerkinfrastructuur 1 Controleer of de USB-kabel op het apparaat is aangesloten. 2 3 4 Zet de computer, het toegangspunt en het apparaat aan. Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. Selecteer de optie Draadloze verbindingen instellen en installeren.
Draadloos netwerk instellen Als u de netwerknaam van uw keuze niet kunt vinden of als u de draadloze configuratie handmatig wilt instellen, klikt u op Geavanceerde instelling. • Voer de naam van het draadloze netwerk in: Typ de SSID van het gewenste toegangspunt (de SSID is hoofdlettergevoelig). • Werkingsmodus: Selecteer Infrastructuur. • Verificatie: selecteer een verificatietype. Open syst.: er wordt geen verificatie gebruikt en codering wordt gebruikt als gegevensbeveiliging vereist is. Ged.
Draadloos netwerk instellen 8 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken Het venster bevat de instellingen voor het draadloze netwerk en controleert of deze instellingen juist zijn. Klik op Volgende. • Voor de methode DHCP Als de toewijzingsmethode voor het IP-adres DHCP is, controleert u of DHCP in het venster wordt vermeld. Indien Statisch wordt vermeld, klikt u op TCP/IP wijzigen om de toewijzingsmethode in DHCP te wijzigen.
Draadloos netwerk instellen de installatie is voltooid, verschijnt er een venster 14 Wanneer met de vraag of u een testpagina wilt afdrukken. Als u een testpagina wilt afdrukken klikt u op Een testpagina afdrukken. In het andere geval klikt u op Volgende en gaat u door met stap 16. 15 Als de testpagina op de juiste manier wordt afgedrukt, klikt u op Ja. Zo niet, dan klikt u op Nee om deze opnieuw af te drukken.
Draadloos netwerk instellen 4 Selecteer de optie Draadloze verbindingen instellen en installeren. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 41 5 Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en kies Ik aanvaard de bepalingen van de gebruiksrechtovereenkomst. Klik daarna op Volgende. 6 De software zoekt het draadloos netwerk. Als het netwerk niet kan worden gevonden, controleert u of de USB-kabel tussen de computer en de printer op de juiste manier is aangesloten.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken Het beveiligingsvenster voor het draadloze netwerk verschijnt als het ad-hocnetwerk een beveiligingsinstelling heeft. Als u ad-hocinstellingen wilt wijzigen, klikt u op de knop Geavanceerde instelling. • Voer de naam van het draadloze netwerk in: Voer de SSID in (de SSID is hoofdlettergevoelig). Het beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk verschijnt. Selecteer Open syst. of Ged.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken zijn: - IP-adres: 169.254.133.42 - Subnetmasker: 255.255.0.0 Dan zijn dit de netwerkgegevens van het apparaat: - IP-adres: 169.254.133.43 - Subnetmasker: 255.255.0.0 (gebruik het subnetmasker van de computer). - Gateway: 169.254.133.1 Voordat u het IP-adres van de printer invoert, moet u de netwerkinstellingen van de computer weten.
Draadloos netwerk instellen venster Instelling van draadloos netwerk voltooid 10 Het wordt geopend. Kies Ja als u de huidige instellingen aanvaardt en u wilt doorgaan. Kies Nee als u naar het beginvenster wilt terugkeren. Klik daarna op Volgende. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken de testpagina op de juiste manier wordt afgedrukt, klikt 14 Als u op Ja. Zo niet, dan klikt u op Nee om deze opnieuw af te drukken.
Draadloos netwerk instellen Toegangspunt via USB-kabel 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 45 Eenvoudige installatie / Standaardinstallatie 12 Selecteer (10.4) en klik op Installeer. Standaardinstallatie wordt 1 Controleer of de USB-kabel op het apparaat is aangesloten. aanbevolen voor de meeste gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd. 2 3 4 Zet de computer, het toegangspunt en het apparaat aan.
Draadloos netwerk instellen Als u de draadloze configuratie handmatig instelt, klikt u op Geavanceerde instelling. • Voer de naam van het draadloze netwerk in: Typ de SSID van het gewenste toegangspunt (de SSID is hoofdlettergevoelig). • Werkingsmodus: selecteer Infrastructuur. • Verificatie: selecteer een verificatietype. Open syst.: er wordt geen verificatie gebruikt en codering wordt gebruikt als gegevensbeveiliging vereist is. Ged. Sleutel: verificatie wordt gebruikt.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken venster bevat de instellingen voor het draadloze 16 Het netwerk en controleert of deze instellingen juist zijn. Klik op Volgende. • Voor de methode DHCP Als de toewijzingsmethode voor het IP-adres DHCP is, controleert u of DHCP in het venster wordt vermeld. Indien Statisch wordt vermeld, klikt u op TCP/IP wijzigen om de toewijzingsmethode in DHCP te wijzigen. • Voorbeeld: Subnetmasker: 255.255.0.
Draadloos netwerk instellen • Het apparaat met een daarop geïnstalleerd draadloosnetwerkinterface • USB-kabel. ► Een ad-hocnetwerk instellen in Macintosh 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Controleer of de USB-kabel op het apparaat is aangesloten. Schakel de computer en de printer in. Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. Dubbelklik op het pictogram in de vorm van een cd-rom op het bureaublad van uw Macintosh-computer. Dubbelklik op de map MAC_Installer. Dubbelklik op het pictogram Installer OS X.
Draadloos netwerk instellen verschijnt een lijst met de draadloze netwerken die het 14 Erapparaat heeft gevonden. Als u de standaardinstelling voor ad-hocnetwerken van Samsung wilt gebruiken, selecteert u het laatste draadloze netwerk in de lijst met de Netwerknaam (SSID). Deze is portthru en het Signaal isPrinternetwerk. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 49 • Netwerksleutel: geef de sleutelwaarde van de netwerkcodering in.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken zijn: - IP-adres: 169.254.133.42 - Subnetmasker: 255.255.0.0 Dan zijn dit de netwerkgegevens van het apparaat: - IP-adres: 169.254.133.43 - Subnetmasker: 255.255.0.0 (gebruik het subnetmasker van de computer). - Gateway: 169.254.133.1 Voordat u het IP-adres van de printer invoert, moet u de netwerkinstellingen van de computer weten.
Draadloos netwerk instellen • Nadat de verbinding met het draadloze netwerk is gemaakt, moet u een apparaatstuurprogramma installeren om vanuit een toepassing te kunnen afdrukken (zie "Installeren van een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 17). • Neem contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die uw draadloos netwerk heeft ingesteld voor informatie over uw netwerkconfiguratie. 2.
Draadloos netwerk instellen SyncThru™ Web Service gebruiken 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 6 Klik op Wireless > Wizard. Controleer de status van de kabelverbinding voor u begint met de configuratie van de parameters voor het draadloze netwerk. 1 2 Controleer of de netwerkkabel op de printer is aangesloten. Als dat niet het geval is, moet u een standaardnetwerkkabel op het apparaat aansluiten.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 53 20 Als de Operation Mode van uw netwerk ingesteld is op Infrastructure selecteert u de SSID van het toegangspunt. Als Operation Mode ingesteld is op Adhoc selecteert u de SSID van het apparaat. Houd er rekening mee dat "portthru" de standaard SSID van uw apparaat is. 8 9 Klik op Next. 1 Controleer of de netwerkkabel op het apparaat is aangesloten.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 54 ► Verbindingsprobleem - Ongeldige beveiliging 21 Problemen oplossen • Problemen tijdens het instellen of de installatie van het stuurprogramma De beveiliging is niet goed geconfigureerd. Controleer de beveiliging die op het toegangspunt en de printer is geconfigureerd. ► Verbindingsprobleem - Algemene verbindingsfout ► Printers niet gevonden • Mogelijk staat uw printer niet aan.
Draadloos netwerk instellen Voorbeeld: 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken • Schakel het toegangspunt (of de draadloze router), de printer en de computer uit en weer aan. Soms kan dat helpen om de communicatie met het netwerk te herstellen. • Controleer of firewallsoftware (V3 of Norton) de communicatie blokkeert. Als de netwerkgegevens van de computer als volgt zijn: ▪ IP-adres: 169.254.133.42 ▪ Subnetmasker: 255.255.0.
Draadloos netwerk instellen • Controleer de draadloze omgeving. Mogelijk kunt u geen verbinding maken met het netwerk in de infrastructuuromgeving waar u gebruikersgegevens moet invoeren voordat u een verbinding hebt gemaakt met een toegangspunt (of draadloze router). • Dit apparaat ondersteunt alleen IEEE 802.11b/g/n en Wi-Fi. Andere draadloze communicatietypes (b.v. Bluetooth) worden niet ondersteund.
3. Menu´s met nuttige instellingen In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde apparaatinstellingen instelt. • Informatie 58 • Lay-out 59 • Papier 60 • Grafisch 61 • Systeeminstallatie 62 • Emulatie 66 • Netwerk 67 • Beheerinstellingen 68 Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling van het apparaat en het gebruik van de functies van het apparaat.
Informatie Item 3. Menu´s met nuttige instellingen Omschrijving Menuoverzicht Drukt het menuoverzicht met de lay-out en de huidige instellingen van dit apparaat af. Configuratie Drukt een overzicht van de globale instellingen van het apparaat af. Info verb.art. Demopagina Drukt een pagina met gegevens over verbruiksartikelen af. Item De lijst met PCL-lettertypen afdrukken. PS-lettertype (Lijst met PSlettert.) De lijst met PS-lettertypen afdrukken. EPSON-lettert. (Lijst met EPSON-lettert.
Lay-out Item Afdrukstand 3. Menu´s met nuttige instellingen Omschrijving Selecteert de richting waarin informatie wordt afgedrukt op een pagina. • Marge enkelz.: Stelt de marge voor enkelzijdig afdrukken in. Item Emulatiemarge (Emulatiemarge) MF-lade • Bovenmarge: Stelt de bovenmarge in, van 0,0 tot 250 mm. • Linkermarge: Stelt de linkermarge in, van 0,0 tot 164 mm. Als u op beide zijden van het papier wilt afdrukken kiest u de bindrand.
Papier Item Exemplaren MF-lade / [Lade ] Papierinvoer Ladekoppeling (Aut. Ladekeuze) Lade bevestigen 3. Menu´s met nuttige instellingen Omschrijving Hiermee kunt u het aantal kopieën selecteren. • Papierformaat: Selecteert het standaard papierformaat. • Type papier: Selecteert het type papier dat zich momenteel in de lade bevindt. Stelt in uit welke lade papier gebruikt moet worden.
Grafisch Item 3. Menu´s met nuttige instellingen Omschrijving Resolutie Specificeert het aantal afgedrukte punten per inch (dpi - dots per inch). Hoe hoger de instelling, hoe scherper de tekens en afbeeldingen worden afgedrukt. Tkst dnk. mk. (Tkst. lcht. mk.) Drukt de tekst donkerder af dan op een normaal document. Tonersterkte Maakt de afdrukk op de pagina helderder of donkerder. De instelling Normaal levert doorgaans het beste resultaat. Gebruik de instelling Licht om toner te besparen.
Systeeminstallatie Item 3. Menu´s met nuttige instellingen 62 Omschrijving Datum & Tijd Stelt de datum en tijd in. Klokmodus Stelt de indeling voor het weergeven van de tijd in, 12-uur of 24-uur. • Uit: hiermee kunt u afdrukken in modus Normaal. Menu Formulier Form. select • Single Form: Hiermee worden alle pagina’s afgedrukt met het eerste formulier. • Double Form: hiermee wordt het voorblad afgedrukt met het eerste formulier, en de achterpagina met het tweede formulier.
Systeeminstallatie Item 3. Menu´s met nuttige instellingen Omschrijving Bepaalt of de printer door moet gaan met afdrukken als waargenomen wordt dat het gebruikte papier niet overeenkomt met de instellingen. Aut. doorgaan • Uit: Als het type of formaat papier niet overeenkomt, wacht het apparaat tot u de juiste papiersoort invoert. • Aan: Als er een papierstoring optreedt, wordt er een foutbericht getoond.
Systeeminstallatie Item 3. Menu´s met nuttige instellingen 64 Omschrijving • Drum reinigen: Reinigt de OPC-drum van de cassette door middel van het afdrukken van een vel. • Fixeereenheid reinigen: Reinigt de fixeereenheid door middel van het afdrukken van een vel. • Toner Op wis.: Deze optie verschijnt alleen als de tonercassette leeg is. Onderhoud • Info verb.art.: Via dit menu-item kunt u zien hoeveel afdrukken er zijn gemaakt en hoeveel toner er nog in de cassette zit.
Systeeminstallatie Item 3. Menu´s met nuttige instellingen 65 Omschrijving Met deze optie kunt u hulpbronnen besparen en milieuvriendelijke afdrukken maken. • Standaardmodus: Selecteert of de Eco-modus in- of uitgeschakeld wordt. Ecoinstellingen Altijd aan: Schakelt de Eco-modus in en beveiligt de instelling met een wachtwoord. Als een gebruiker de Eco-modus wil wijzigen, moet deze het wachtwoord invoeren. • Sjabloon wijzigen: Kiest het ingetelde eco-sjabloon via de SyncThru™ Web Service. Instell.
Emulatie Item 3. Menu´s met nuttige instellingen Omschrijving Type emulatie De apparaattaal definieert hoe de computer met het apparaat communiceert. Instelling Stelt de gedetailleerde instelllingen voor het geselecteerde emulatietype in.
Netwerk Optie 3. Menu´s met nuttige instellingen Omschrijving Selecteer het passende protocol en de configuratieparameters voor gebruik in de netwerkomgeving. TCP/IP (IPv4) Er moeten heel wat parameters ingesteld worden. Als u niet zeker bent, laat u ze ongemoeid of raadpleeg u de netwerkbeheerder. TCP/IP(IPv6) Selecteer deze optie om gebruik te maken van een IPv6-netwerkomgeving (zie "IPv6configuratie" op pagina 25). Ethernet-snel Hiermee kunt u de transmissiesnelheid van het netwerk configureren.
Beheerinstellingen Item Wacht bescherming Wachtw. wijzigen Omschrijving 3. Menu´s met nuttige instellingen Item 68 Omschrijving • Fixeereenheid reinigen: Reinigt de fixeereenheid door middel van het afdrukken van een vel. Het afgedrukte vel bevat tonerresten. Stelt het wachtwoord in voor toegang tot het menu Beheerinstellingen. Kies Aan om gebruik te maken van deze optie en om het wachtwoord in te voeren. • Toner Op wis.: Voorkomt dat het bericht Toner bijna op op het display wordt weergegeven.
4. Speciale functies In dit hoofdstuk worden speciale afdrukfuncties verklaard. • Aanpassing aan luchtdruk of hoogte 70 • De lettertype-instelling wijzigen 71 • De standaardafdrukinstellingen wijzigen 72 • Uw apparaat instellen als standaardprinter 73 • Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken 74 • Gebruiken van Hulpprogramma Direct afdrukken (alleen voor Windows).
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het apparaat staat. De volgende informatie zal u helpen bij de instelling van uw apparaat voor de beste afdrukkwaliteit. Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in.
De lettertype-instelling wijzigen Het apparaat is standaard ingesteld op het lettertype dat in uw regio of land wordt gebruikt. Als u het lettertype wilt wijzigen of als u het lettertype wilt instellen in een speciale omgeving (bijvoorbeeld DOS), kunt u de lettertype-instelling wijzigen met de sectie Emulatie in het hulpprogramma Printerinstelling. • Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 100 als u Windows gebruikt.
De standaardafdrukinstellingen wijzigen 1 2 Klik op het menu Start van Windows. Als bij het item Voorkeursinstellingen het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. In Windows Server 2000 selecteert u Instellingen > Printers. • • 3 4 4. Speciale functies Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en faxapparaten. Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
Uw apparaat instellen als standaardprinter 1 2 3 4 Klik op het menu Start van Windows. In Windows Server 2000 selecteert u Instellingen > Printers. • Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en faxapparaten. • Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. • In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Apparaten en Printers.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken 4. Speciale functies 74 1 Afdrukken naar een bestand (PRN) Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch opgeslagen in Mijn documenten, Documenten of Gebruikers. De opslagmap kan verschillen, afhankelijk van uw besturingssysteem of het gebruikte programma. Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een bestand. 1 Kruis het selectievak Afdrukken naar bestand in het venster Afdrukken aan.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item 4. Speciale functies 75 Omschrijving Meerdere pagina's per U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt zijde worden de pagina’s verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s afdrukken.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item 4. Speciale functies 76 Omschrijving Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u het afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken. Boekje afdrukken 8 9 Als u een boekje wilt maken, moet u afdrukken op afdrukmateriaal van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio. De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item 4. Speciale functies 77 Omschrijving • Standaardinstelling printer: Als u deze optie selecteert, wordt deze functie bepaald door de instelling die u hebt opgegeven op het bedieningspaneel van de printer. Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL-stuurprogramma. • Geen: Hiermee schakelt u deze functie uit. • Lange zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die bij boekbinden wordt gebruikt.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item Watermerk (Een watermerk maken) Watermerk (Een watermerk bewerken) Watermerk (Een watermerk verwijderen) 4. Speciale functies 78 Omschrijving a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken. b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken... in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend. c Voer een tekst in het vak Tekst watermerk in.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item 4. Speciale functies 79 Omschrijving Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL-stuurprogramma. Overlay Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer is opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die in een willekeurig document kan worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorgedrukte formulieren en papier met een briefhoofd.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item Overlay (Een paginaoverlay gebruiken) Overlay (Een paginaoverlay verwijderen) 4. Speciale functies 80 Omschrijving a Klik op het tabblad Geavanceerd. b Selecteer de gewenste overlay in de vervolgkeuzelijst Tekst. c Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de vervolgkeuzelijst Tekst voorkomt, selecteert u Bewerken... in de lijst en klikt u op Laden. Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item 4. Speciale functies 81 Omschrijving • Deze functie is alleen beschikbaar als u het optionele geheugen of de harde schijf heeft geïnstalleerd. • Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
Gebruiken van Hulpprogramma Direct afdrukken (alleen voor Windows). Wat is het Hulpprogramma Direct afdrukken? • Het programma Hulpprogramma Direct afdrukken ondersteunt PDF versie 1,7 en lager. Bestanden van latere versies moet u openen om te kunnen afdrukken. Hulpprogramma Direct afdrukken is een programma dat PRN, TXT, TIFF, XPS en PDF-bestanden rechtstreeks naar uw printer stuurt om ze af te drukken zonder dat u deze bestanden hoeft te openen.
Gebruiken van Hulpprogramma Direct afdrukken (alleen voor Windows). 3 Het bestand wordt nu toegevoegd aan de sectie Bestanden selecteren. 4 5 3 Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en klik op Openen. 4. Speciale functies 83 Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de printer verzonden. 6 Via het contextmenu Pas de printerinstellingen naar wens aan. Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de printer verzonden.
Gebruik van geheugen-/harde schijffuncties 4. Speciale functies 84 8 Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
Afdrukken in Macintosh 9 4. Speciale functies 85 10 Een document afdrukken Als u afdrukt met een Macintosh-computer moet u in elke toepassing die u gebruikt de instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg de onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer: 1 2 Open het af te drukken document. 3 Selecteer papierformaat, -oriëntatie, -schaal en andere opties, en zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK.
Afdrukken in Macintosh 4. Speciale functies 86 12 Dubbelzijdig afdrukken Als u meer dan 2 kopieën afdrukt, kunnen de eerste en de tweede kopie op hetzelfde vel papier worden afgedrukt. Vermijd op beide zijden van het papier af te drukken als u meer dan 1 kopie afdrukt. Voordat u dubbelzijdig afdrukt, moet u aangeven langs welke rand u de pagina’s wilt inbinden. De bindopties zijn: • • Lange kant binden: dit is de klassieke opmaak die bij het boekbinden wordt gebruikt.
Afdrukken in Linux 4. Speciale functies 14 • Graphics: Op dit tabblad kunt u afbeeldingsopties instellen voor het afdrukken van afbeeldingsbestanden, zoals kleuropties en grootte of positie van de afbeelding. • Advanced: Afdrukresolutie, papierbron en bestemming instellen. Afdrukken vanuit een toepassing Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al deze toepassingen met uw printer afdrukken.
Afdrukken in Linux Zo drukt u elk bestand af: 1 4. Speciale functies 3 Typ lpr op de commandoregel van de Linux-shell en druk op Enter. Het venster LPR GUI wordt geopend. Wanneer u enkel lpr typt en op Enter drukt, verschijnt eerst het venster Select file(s) to print. Selecteer de bestanden die u wilt afdrukken en klik op Open. 2 In het venster LPR GUI selecteert u uw apparaat uit de lijst en wijzigt u de eigenschappen van de afdruktaak. 3 Klik op OK om met afdrukken te beginnen.
Afdrukken in Unix 17 4. Speciale functies 89 18 Doorgaan met de afdruktaak Kies na de installatie van de printer een afbeelding, tekst, PS- of HPGL-bestand om af te drukken. 1 Voer de opdracht "printui " uit. U wilt bijvoorbeeld "document1" afdrukken. Printerinstellingen wijzigen Het UNIX-printerstuurprogramma Print Job Manager waarin de gebruiker verschillende afdrukopties kan selecteren in printer Properties.
Afdrukken in Unix 4. Speciale functies 90 Het tabblad Image Het tabblad Margins Op dit tabblad kunt u de helderheid, resolutie of de positie van een afbeelding op uw document wijzigen. • Use Margins: Hiermee stelt u de marges van het document in. De marges zijn standaard uitgeschakeld. De gebruiker kan de marges instellen door de waarde in de respectieve velden aan te passen. Standaard worden deze waarden bepaald door het geselecteerde papierformaat.
5. Onderhoud Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten. Er wordt ook informatie gegeven over het onderhoud van de tonercassette.
De tonercassette bewaren 5. Onderhoud Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht, temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan deze aanbevelingen te volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette. Bewaar deze cassette op de plaats waar de printer wordt gebruikt; idealiter in een omgeving met gecontroleerde temperatuur en vochtigheid.
De tonercassette bewaren 2 Gebruik tonercassette Samsung Electronics raadt het gebruik van tonercassettes van andere merken dan Samsung af, met inbegrip van generische, hervulde of gerecycleerde tonercassettes of tonercassettes van witte producten. De printergarantie van Samsung dekt geen schade aan het apparaat die ontstaan is door het gebruik van een bijgevulde cassette, gerecyclede cassette of een tonercassette van een ander merk dan Samsung.
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat • U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan hierbij toner vrijkomen in het apparaat waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren. • Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee mensen het apparaat goed vasthouden. 5.
Nuttige beheerprogramma´s 4 Samsung AnyWeb Print Met dit hulpprogramma kunt u van schermen in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma. Klik op Start > Alle programma’s > Samsung Printers > Samsung AnyWeb Print > Download the latest version om naar de website te gaan waar u het hulpprogramma kunt downloaden. 5.
Nuttige beheerprogramma´s SyncThru™ Web Service overzicht 5. Onderhoud 96 ► Het tabblad Settings Op dit tabblad kunt u de configuratie van uw apparaat en netwerk instellen. U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad weer te geven. Afhankelijk van uw model zullen sommige menu’s mogelijk niet verschijnen. • Het tabblad Machine Settings: Stelt de door uw machine geleverde opties in. • Het tabblad Network Settings: Toont opties voor de netwerkomgeving.
Nuttige beheerprogramma´s ► Het tabblad Maintenance Op dit tabblad kunt u uw apparaat onderhouden door de firmware te upgraden en contactgegevens voor het versturen van e-mails in te stellen. U kunt ook verbinding maken met de website van Samsung of stuurprogramma's downloaden door het menu Link te selecteren. • Firmware Upgrade: Bijwerken van de firmware van uw apparaat. • Contact Information: Contactgegevens tonen.
Nuttige beheerprogramma´s 6 Klik op Apply. Als de firewall is ingeschakeld, zal de e-mail mogelijk niet verzonden kunnen worden. Neem in dat geval contact op met de netwerkbeheerder. Informatie over de systeembeheerder instellen Deze instelling is nodig om gebruik te kunnen maken van de optie e-mailmelding. 1 Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer. Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
Nuttige beheerprogramma´s 5. Onderhoud Informatie over Samsung Easy Printer Manager Printerinfor In dit kader staat algemene informatie over uw matie apparaat. U kunt deze informatie controleren, zoals de naam van het printermodel, het IPadres (of poortnummer) en de printerstatus. Openen van het programma: Kies Start > Programma´s or Alle Programma´s > Samsung Printers > Samsung Easy Printer Manager > Samsung Easy Printer Manager.
Nuttige beheerprogramma´s Inhoud 5 Benodighe 6 den bestellen Toont informatie over de geselecteede printer, het niveau van de toner en het papier. De informatie wijzigt naargelang de gekozen printer. Niet alle apparaten beschikken over deze functie. Klik op de knop Bestellen in het deelvenster om verbruiksartikelen te bestellen. U kunt online reservetonercassette(s) bestellen. Klik achtereenvolgens op de knop Help ( ) rechtsboven in het venster en de optie waarover u meer wilt weten. 5.
Nuttige beheerprogramma´s 5. Onderhoud 101 7 Gebruiken van Samsung-printerstatus (alleen voor Windows) Picto gram betekent Normaal Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de printer controleert en u daarvan op de hoogte houdt. • Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in deze gebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte besturingssysteem.
Nuttige beheerprogramma´s 5. Onderhoud 102 8 Tonerniveau 1 Hier wordt het resterende tonerniveau in de cassette(s) weergegeven. Het apparaat en het aantal tonercassette(s) in het bovenstaande venster kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer. Niet alle apparaten beschikken over deze functie. 2 Waarschuw.inst Selecteer de gewenste instellingen in het ellingen venster Opties. 3 Benod. bestellen U kunt reservetonercassette(s) online bestellen.
Nuttige beheerprogramma´s Macintosh Klik op het Smart Panel-pictogram op de menubalk. Linux Dubbelklik op het Smart Panel-pictogram in het berichtenkader. 5. Onderhoud Gebruikershan U kunt de Onlinegebruikershandleiding dleiding bekijken. Deze knop verandert in Probleemoplossingsgids als er een fout optreedt. U kunt direct naar het deel met de probleemoplossing gaan in de gebruikershandleiding.
Nuttige beheerprogramma´s Wijzigen van de instellingen van Smart Panel Klik met de rechtermuisknop in Linux of Mac OS X op het pictogram voor Smart Panel en selecteer Opties. Selecteer de gewenste instellingen in het venster Opties. 5. Onderhoud Unified Driver Configurator openen 1 Dubbelklik op Unified Driver Configurator op het bureaublad. U kunt ook op pictogram van het menu Startup klikken en Samsung Unified Driver > Unified Driver Configurator selecteren.
Nuttige beheerprogramma´s 3 5. Onderhoud Breng de wijzigingen aan in de configuratie en klik op Exit om Unified Driver Configurator te sluiten. Printers configuration 3 105 Hiermee worden de status, modelnaam en URI van uw apparaat weergegeven. De bedieningsknoppen van de printer zijn: • Refresh: hiermee vernieuwt u de lijst met beschikbare apparaten. • Add Printer: hiermee voegt u een nieuw apparaat toe.
Nuttige beheerprogramma´s ► Het tabblad Classes Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare apparaatklassen weergegeven. 5. Onderhoud 106 Ports configuration In dit venster kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een afgebroken taak. 1 2 1 2 3 1 Hiermee geeft u alle apparaatklassen weer. 2 Hiermee geeft u de status van de klasse en het aantal apparaten in de klasse aan.
6. Problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
Problemen met papierinvoer Toestand 6. Problemen oplossen 108 Voorgestelde oplossing Het papier loopt vast tijdens het afdrukken. Verwijder het vastgelopen papier. Papier kleeft aan elkaar. • • • • Invoerprobleem met een aantal vellen tegelijk. Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier van hetzelfde soort en hetzelfde formaat en gewicht. Afdrukpapier wordt niet ingevoerd. • Verwijder vastgelopen papier in het apparaat.
Problemen met de voeding en het netsnoer 6. Problemen oplossen Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over het oplossen van problemen met de netvoeding. Toestand Het apparaat krijgt geen stroom, of de verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is niet goed aangesloten. Voorgestelde oplossing • Sluit de machine eerst aan op het stopcontact en druk op de knop bedieningspaneel. • Maak de kabel van het apparaat los en sluit deze opnieuw aan.
Afdrukproblemen Toestand Het apparaat drukt niet af. 6. Problemen oplossen Mogelijke oorzaak 110 Voorgestelde oplossing Het apparaat krijgt geen stroom. Controleer of het netsnoer is aangesloten. Controleer de aan/uitschakelaar en het stopcontact. Het apparaat is niet als standaardprinter geselecteerd. Selecteer uw printer als standaardprinter in Windows. Controleer het volgende: • De klep aan de voorzijde is niet gesloten. Sluit de voorklep. • Er is een papierstoring opgetreden.
Afdrukproblemen Toestand Het apparaat drukt niet af. Mogelijke oorzaak 6. Problemen oplossen 111 Voorgestelde oplossing Mogelijk is het printerstuurprogramma niet goed geïnstalleerd. Deïnstalleer het stuurprogramma van uw printer en installeer het programma opnieuw. Het apparaat werkt niet goed. Kijk of het display van het bedieningspaneel een systeemfout aangeeft. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Afdrukproblemen Toestand Mogelijke oorzaak 6. Problemen oplossen 112 Voorgestelde oplossing Het apparaat drukt De kabel van het apparaat zit los of is wel af, maar de tekst defect. is niet correct, vervormd of niet volledig. Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan. Druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Sluit de kabel en het apparaat indien mogelijk aan op een andere computer en druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken.
Afdrukproblemen Toestand Mogelijke oorzaak 6. Problemen oplossen 113 Voorgestelde oplossing Het apparaat drukt het Incompatibiliteit tussen het PDFPDF-bestand niet juist bestand en de Acrobat-producten. af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel Print As Image uit de afdrukopties van Acrobat in. De afdrukkwaliteit van De resolutie van de foto is zeer laag. foto’s is niet goed.
Problemen met de afdrukkwaliteit 6. Problemen oplossen 114 Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel om het probleem te verhelpen. Toestand Voorgestelde oplossing Lichte of vage afdrukken • Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet, is de toner bijna op. Plaats een nieuwe tonercassette. • Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Tonervlekken A aB bC c A aB bC c A aB bC c A aB bC c A aB bC c Onregelmatigheden A aBb C A aBb C A aBb C A aBb C A aBb C 6. Problemen oplossen 115 Voorgestelde oplossing • Mogelijk voldoet het papier niet aan de specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn. • Mogelijk is de transportrol vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat. • Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Verticale strepen 6. Problemen oplossen 116 Voorgestelde oplossing Als de pagina zwarte, verticale strepen vertoont: • Er zitten mogelijk krassen op het oppervlak (drumgedeelte) van de tonercassette in het apparaat. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. Als de pagina witte verticale strepen vertoont: • Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Verticaal terugkerende afwijkingen 6. Problemen oplossen 117 Voorgestelde oplossing Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont: • De tonercassette is mogelijk beschadigd. Als u nog steeds dezelfde problemen ondervindt, verwijdert u de tonercassette en plaatst u een nieuwe. • Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen van het apparaat.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand 6. Problemen oplossen 118 Voorgestelde oplossing Er blijven tonerdeeltjes De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype. hangen rond vetgedrukte • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor tekens of donkere foto’s. afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier. Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Gekruld of gegolfd 6. Problemen oplossen Voorgestelde oplossing • Plaats het papier op de juiste manier in de lade. • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is. • Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade. Vouwen of kreuken • Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Volledig gekleurde of zwarte pagina’s A Losse toner 6. Problemen oplossen 120 Voorgestelde oplossing • Mogelijk is de tonercassette niet goed geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw. • Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. • Het apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. • Reinig de binnenkant van het apparaat.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Horizontale strepen 6. Problemen oplossen 121 Voorgestelde oplossing Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende: • De tonercassette is mogelijk verkeerd geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw. • Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat waarschijnlijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Problemen met het besturingssysteem 6. Problemen oplossen 122 1 Algemene Windows-problemen Toestand Tijdens de installatie verschijnt het bericht "Bestand in gebruik". Voorgestelde oplossing Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de opstartgroep en start vervolgens Windows weer op. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw. Het bericht "Algemene Sluit alle andere toepassingen af, start Windows opnieuw op en probeer opnieuw af te drukken.
Problemen met het besturingssysteem 6. Problemen oplossen 123 2 Algemene Macintosh-problemen Toestand Voorgestelde oplossing Het apparaat drukt het PDF-bestand Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel niet juist af. Sommige delen van Print As Image uit de afdrukopties van Acrobat in. afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Problemen met het besturingssysteem 6. Problemen oplossen 124 3 Algemene Linux-problemen Toestand Het apparaat drukt niet af. Voorgestelde oplossing • Controleer of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Open Unified Driver Configurator en selecteer het tabblad Printers in Printers configuration om de lijst met beschikbare printers weer te geven. Controleer of uw apparaat in de lijst staat. Als dit niet zo is, opent u Add new printer wizard om uw apparaat in te stellen.
Problemen met het besturingssysteem 6. Problemen oplossen 125 Toestand Voorgestelde oplossing Tijdens het afdrukken van een document wordt de foutmelding "Cannot open port device file" getoond. Wijzig nooit de parameters van een afdruktaak (bijvoorbeeld met LPR GUI) terwijl er een afdruktaak wordt uitgevoerd. Diverse versies van CUPS-server breken de afdruktaak af als de afdrukopties worden gewijzigd en proberen vervolgens de taak vanaf het begin opnieuw uit te voeren.
Problemen met het besturingssysteem 6. Problemen oplossen 126 4 Veelvoorkomende PostScript-problemen De volgende problemen hebben specifiek betrekking op de PS-taal en kunnen optreden als er meerdere printertalen worden gebruikt. Probleem Het PostScript-bestand kan niet worden afgedrukt. Mogelijke oorzaak Mogelijk is het PostScriptstuurprogramma niet correct geïnstalleerd. Oplossing • Installeer het PostScript-stuurprogramma (zie "Installatie van de software" op pagina 4).
Contact SAMSUNG worldwide If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center. Country/ Region Customer Care Center ALBANIA 42 27 5755 ARGENTINE 0800-333-3733 ARMENIA 0-800-05-555 127 Country/ Region Customer Care Center Web Site BULGARIA 07001 33 11 www.samsung.com CANADA 1-800-SAMSUNG (7267864) www.samsung.com www.samsung.com CHILE 800-SAMSUNG (7267864) www.samsung.com 400-810-5858 www.samsung.
Contact SAMSUNG worldwide Country/ Region EIRE Customer Care Center 0818 717100 Web Site 128 Country/ Region 3030 8282 www.samsung.com EL SALVADOR 800-6225 www.samsung.com ESTONIA 800-7267 www.samsung.com FINLAND 030-6227 515 www.samsung.com FRANCE 01 48 63 00 00 www.samsung.com GERMANY 01805 - SAMSUNG (7267864 € 0,14/min) www.samsung.com GEORGIA 8-800-555-555 GREECE 8011-SAMSUNG (80111 www.samsung.
Contact SAMSUNG worldwide Country/ Region Customer Care Center MALAYSIA 1800-88-9999 MACEDONIA 023 207 777 MEXICO 01-800-SAMSUNG (7267864) Web Site 129 Country/ Region www.samsung.com www.samsung.com Customer Care Center Web Site 1800-10-SAMSUNG (726- www.samsung.com 7864) PHILIPPINES 1-800-3-SAMSUNG (7267864) MOLDOVA 00-800-500-55-500 1-800-8-SAMSUNG (7267864) MONTENEGRO 020 405 888 02-5805777 MOROCCO 080 100 2255 www.samsung.com NIGERIA 080-SAMSUNG(7267864) www.samsung.
Contact SAMSUNG worldwide Country/ Region Customer Care Center Web Site 130 Country/ Region Customer Care Center Web Site SERBIA 0700 SAMSUNG (0700 726 7864) www.samsung.com TRINIDAD & TOBAGO 1-800-SAMSUNG (7267864) www.samsung.com SINGAPORE 1800-SAMSUNG (7267864) www.samsung.com TURKEY 444 77 11 www.samsung.com U.A.E 800-SAMSUNG (7267864) www.samsung.com U.K 0330 SAMSUNG (7267864) www.samsung.com U.S.A 1-800-SAMSUNG (7267864) www.samsung.com 0-800-502-000 www.samsung.
Verklarende woordenlijst 131 Toegangspunt De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken met het product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt gebruikt en verband houdt met afdrukken. Een toegangspunt of draadloos toegangspunt (AP of WAP) is een apparaat dat draadlozecommunicatieapparaten verbindt in een draadloos netwerk (WLAN) en dienst doet als een centrale zender en ontvanger van WLAN-radiosignalen. 802.11 ADF 802.
Verklarende woordenlijst 132 Bitdiepte CCD Een grafische computerterm die beschrijft hoeveel bits er nodig zijn om de kleur van één pixel in een bitmapafbeelding te vertegenwoordigen. Een hogere kleurdiepte geeft een breder scala van te onderscheiden kleuren. Naarmate het aantal bits toeneemt, wordt het aantal mogelijke kleuren te groot voor een kleurtabel. Een 1-bits kleur wordt doorgaans monochroom of zwart-wit genoemd. CCD (Charge Coupled Device) is hardware die de scantaak mogelijk maakt.
Verklarende woordenlijst 133 Dekkingsgraad Standaard Dit is de afdrukterm die wordt gebruikt om het tonergebruik bij het afdrukken te meten. Een dekkingsgraad van 5% betekent bijvoorbeeld dat een vel A4-papier 5% aan afbeeldingen of tekst bevat. Dus als het papier of origineel ingewikkelde afbeeldingen of veel tekst bevat, is de dekkingsgraad en daarmee het tonergebruik hoger.
Verklarende woordenlijst 134 DNS Duplex DNS (Domain Name Server) is een systeem dat domeinnaaminformatie opslaat in een gedistribueerde database op netwerken, zoals het internet. Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat het apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of scannen). Een printer met een duplexeenheid kan afdrukken op beide zijden van een vel papier tijdens één printcyclus.
Verklarende woordenlijst 135 Emulatie EtherTalk Emulatie is een techniek waarbij met één apparaat dezelfde resultaten worden behaald als met een ander. Een protocolsuite die Apple Computer ontwikkelde voor computernetwerken. Deze suite was opgenomen in de oorspronkelijke Macintosh (1984) en wordt nu door Apple ingezet voor TCP/IP-netwerken. Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een ander systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste gedraagt.
Verklarende woordenlijst 136 Fixeereenheid Halftoon Het onderdeel van een laserprinter dat de toner op het afdrukmateriaal fixeert. De eenheid bestaat uit een rol die het papier verwarmt en een rol die druk uitoefent. Nadat toner op het papier is aangebracht, maakt de fixeereenheid gebruik van hitte en druk om ervoor te zorgen dat de toner aan het papier hecht. Dat verklaart ook waarom het papier warm is als het uit een laserprinter komt.
Verklarende woordenlijst 137 Intranet IPP Een besloten netwerk dat gebruikmaakt van internetprotocollen, netwerkconnectiviteit en eventueel het openbaar telecommunicatiesysteem om werknemers op een veilige manier bedrijfsgegevens te laten uitwisselen of verrichtingen te laten uitvoeren. De term kan nu en dan ook enkel verwijzen naar de meest zichtbare dienst, de interne website.
Verklarende woordenlijst 138 ISO JBIG De Internationale organisatie voor standaardisatie (ISO) is een internationale organisatie die normen vastlegt en samengesteld is uit vertegenwoordigers van nationale standaardiseringsorganisaties. De ISO produceert wereldwijd industriële en commerciële normen.
Verklarende woordenlijst 139 MAC-adres MH Het MAC-adres (Media Access Control) is een uniek adres dat aan een netwerkadapter is gekoppeld. Het MAC-adres is een unieke naam van 48 bits die gewoonlijk wordt genoteerd als 12 hexadecimale tekens die telkens per twee worden gegroepeerd (bijvoorbeeld 00-00-0c-34-11-4e).
Verklarende woordenlijst MR MR (Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MR codeert de eerst gescande lijn met behulp van MH. De volgende regel wordt vergeleken met de eerste, het verschil wordt vastgesteld en vervolgens worden de verschillen gecodeerd en verzonden. NetWare Een netwerkbesturingssysteem dat is ontwikkeld door Novell, Inc.
Verklarende woordenlijst 141 PABX Printerstuurprogramma PABX (Private Automatic Branch Exchange) is een automatisch telefoonschakelsysteem in een besloten onderneming. Een programma dat wordt gebruikt om opdrachten te verzenden en gegevens over te brengen van de computer naar de printer. PCL Afdrukmedia Printeropdrachttaal (PCL) is een paginabeschrijvingstaal (PDL) die ontwikkeld is door HP als printerprotocol en inmiddels is uitgegroeid tot een norm in de branche.
Verklarende woordenlijst 142 Protocol Resolutie Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en het gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert. De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (punten per inch). Hoe hoger de dpi, hoe hoger de resolutie. PS Zie PostScript. PSTN Openbaar telefoonnet (PSTN) is het netwerk van openbare circuitgeschakelde telefoonnetwerken wereldwijd dat in een bedrijfsomgeving doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd.
Verklarende woordenlijst 143 SSID TIFF SSID (Service Set Identifier) is een benaming van een draadloos netwerk (WLAN). Alle draadloze apparaten in een draadloos netwerk gebruiken dezelfde SSID om met elkaar te communiceren. De SSID’s zijn hoofdlettergevoelig en kunnen tot 32 tekens lang zijn. TIFF (Tagged Image File Format) is een bestandsindeling voor bitmapafbeeldingen met een variabele resolutie. TIFF beschrijft de afbeeldingsgegevens die doorgaans afkomstig zijn van de scanner.
Verklarende woordenlijst 144 TWAIN USB Een standaard voor scanners en software. Als een TWAINcompatibele scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan een scan worden gestart vanuit het programma; dit een API voor het vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen van Microsoft Windows en Apple Macintosh. USB (Universal Serial Bus) is een door het USB Implementers Forum, Inc. ontwikkelde standaard om computers en randapparatuur met elkaar te verbinden.
Verklarende woordenlijst 145 WIA WPS WIA (Windows Imaging Architecture) is een beeldverwerkingsarchitectuur die oorspronkelijk werd gebruikt in Windows Me en Windows XP. Een scan kan vanuit deze besturingssystemen worden gestart door middel van een WIAcompatibele scanner. WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard voor het tot stand brengen van een draadloos thuisnetwerk. Als uw draadloze toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de draadloze netwerkverbinding gemakkelijk configureren zonder computer.
Index 146 A D afdrukken De afdrukken naar een bestand 74 functies van het apparaat 71 draadloos de standaardafdrukinstellingen wijzigen 72 adhocmodus 28 bedieningspaneel 29 dubbelzijdig afdrukken Macintosh computer 29 Infrastructuurmodus 28 installatie 28 USBkabel 36 86 het hulpprogramma Direct afdrukken gebruiken 82 Linux 87 Macintosh 85 meerdere paginas afdrukken op één vel papier Macintosh 85 UNIX 89 afdrukresolutie instellen Linux algemene instellingen apparaat instellen
Index 147 8 unified driver configurator 104 M Macintosh afdrukken 85 besturingsbestand opnieuw installeren voor een via een USBkabel verbonden apparaat 7 veelvoorkomende problemen onder Macintosh 123 Meerdere paginas op één vel afdrukken nup Macintosh 85 afdrukken 80 speciale afdrukfuncties maken 79 stuurprogrammainstallatie verwijderen 80 algemene informatie plaatsing van het apparaat aanpassing aan de hoogte 70 PostScriptstuurprogramma 69 21 algemene informatie 95 T 126 Printers
Index 148 installatie van het stuurprogramma voor het verbonden netwerk 21 USBkabel besturingsbestand opnieuw installeren 7, 10 stuurprogrammainstallatie 5, 8 V verklarende woordenlijst 131 W watermerk bewerken 78 maken 78 verwijderen 78 Windows installatie van het stuurprogramma voor het verbonden netwerk 17 SetIP gebruiken 14, 51 veelvoorkomende problemen onder Windows 122