SCX-4x25 Series Multifunctionele printer Gebruikershandleiding mogelijkheden die tot de verbeelding spreken Bedankt voor uw aankoop van dit Samsung-product.
De functies van uw nieuwe laserproduct Uw nieuwe apparaat is uitgerust met een aantal speciale functies die de kwaliteit van de documenten die u afdrukt verbeteren. Met dit apparaat kunt u: Speciale functies Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwaliteit • U kunt afdrukken met een resolutie tot 1.200 dpi effectieve uitvoer. • Uw printer drukt papier van A4-formaat af met een snelheid van 24 ppm en papier van letter-formaat met een snelheid van 25 ppm.
Functies per model Het apparaat voorziet in alles wat u nodig hebt voor de verwerking van documenten: van afdrukken en kopiëren tot meer geavanceerde netwerkoplossingen voor uw bedrijf. De belangrijkste functies van dit apparaat zijn: FUNCTIES SCX-4825FN USB 2.
Meer informatie Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen. Dit kunnen papieren of online te raadplegen documenten zijn. Beknopte installatiehandleiding Biedt informatie over het instellen van het apparaat. U moet de instructies in de handleiding volgen om het apparaat gebruiksklaar te maken.
Veiligheidsinformatie Belangrijke veiligheidssymbolen en voorzorgsmaatregelen Betekenis van de pictogrammen en symbolen in deze gebruikershandleiding: Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot ernstig persoonlijk letsel of overlijden. WAARSCHUWING Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot licht persoonlijk letsel of schade aan eigendommen.
12. Om de kans op elektrische schokken zo klein mogelijk te houden, moet u het apparaat niet uit elkaar halen. Breng het apparaat naar een gekwalificeerde onderhoudsmonteur wanneer dit gerepareerd moet worden. Als u de behuizing opent of verwijdert, kunt u worden blootgesteld aan een gevaarlijk hoge spanning en andere gevaren. Wanneer het apparaat niet op de juiste manier in elkaar wordt gezet, bestaat ook tijdens gebruik kans op elektrische schokken. 13.
Verklaring inzake laserveiligheid De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 825. Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd.
Recycling Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product of voer ze op een milieuvriendelijke wijze af. Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur) Dit merkteken op het product of het bijbehorende informatiemateriaal duidt erop dat het niet met ander huishoudelijk afval verwijderd moet worden aan het einde van zijn gebruiksduur.
Verenigde Staten van Amerika Federal Communications Commission (FCC) 'Intentional emitter' overeenkomstig FCC Deel 15 Deze printer is bestemd voor gebruik thuis of op kantoor. Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz-band. Dit deel is alleen van toepassing als dergelijke apparaten aanwezig zijn. Zie het systeemlabel om na te gaan of er draadloze apparaten aanwezig zijn.
Aansluitfactor (REN, Ringer Equivalence Number) Afhankelijk van het land van aanschaf kan achter of onder op het apparaat een sticker zitten met de aansluitfactor (VS: Ringer Equivalence Number) en het toelatingsnummer of registratienummer (VS: FCC Registration Number) van het apparaat. In sommige landen (zoals de VS) moet deze informatie aan het telefoonbedrijf worden verstrekt. De aansluitfactor is een getal dat aangeeft hoe zwaar een apparaat de telefoonlijn belast.
Stekker van het netsnoer vervangen (alleen voor UK) Belangrijk Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Wanneer u de zekering vervangt, moet u een geschikt type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering kwijt bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe afdekkap op hebt gezet.
Europese radiogoedkeuringsinformatie (voor producten uitgerust met door de EU goedgekeurde radioapparaten) Dit product is een printer. Mogelijk bevat uw printersysteem, dat bedoeld is voor gebruik thuis of op kantoor, radio LAN type-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz band. Dit deel is alleen van toepassing als deze apparaten aanwezig zijn. Zie het systeemlabel om na te gaan of draadloze apparaten aanwezig zijn.
Wettelijk verplichte verklaringen inzake overeenstemming Draadloze besturing Mogelijk bevat uw printersysteem radio LAN type-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz band. Het volgende deel is een algemeen overzicht van overwegingen die betrekking hebben op het gebruik van een draadloos apparaat.
Inhoud 2 5 INLEIDING 18 AAN DE SLAG 23 ORIGINELEN EN AFDRUKMATERIAAL PLAATSEN 30 KOPIËREN 38 14_Inhoud De functies van uw nieuwe laserproduct Veiligheidsinformatie 18 18 18 19 20 21 22 22 22 Overzicht van de printer Voorkant Achterkant Overzicht van het bedieningspaneel Informatie over de Status-LED Menuoverzicht Meegeleverde software Eigenschappen van het printerstuurprogramma Printerstuurprogramma 23 23 23 24 24 24 24 25 25 26 27 27 27 27 27 28 28 28 29 29 29 De hardware installeren Systeemver
Inhoud SCANNEN 42 EENVOUDIGE AFDRUKTAKEN 44 FAXEN 45 38 38 39 39 39 39 40 40 40 40 41 41 Oorspr.
Inhoud ONDERHOUD 54 54 55 55 55 55 56 56 56 56 56 57 58 59 59 59 60 60 60 Rapporten afdrukken Een rapport afdrukken Geheugen wissen Uw apparaat reinigen De buitenkant reinigen Binnenkant reinigen Scannereenheid reinigen De cassette onderhouden Tonercassette bewaren Verwachte levensduur van de cassette Toner herverdelen De tonercassette vervangen Het bericht Toner op wissen Te onderhouden onderdelen Verbruiksartikelen controleren Rubber van de ADI vervangen Uw apparaat vanop de website beheren Zo krijgt u
Inhoud SPECIFICATIES 79 79 79 79 Hardwarespecificaties Omgevingsvoorwaarden Elektrische specificaties VERKLARENDE WOORDENLIJST 80 INDEX 85 CONTACT SAMSUNG WORLDWIDE 87 Inhoud_17
Inleiding Hieronder ziet u waar de belangrijkste onderdelen van het apparaat zich bevinden: In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • Overzicht van de printer Overzicht van het bedieningspaneel Informatie over de Status-LED • • • Menuoverzicht Meegeleverde software Eigenschappen van het printerstuurprogramma Overzicht van de printer Voorkant Achterkant 1 Breedtegeleiders voor documenten 9 Documentuitvoerlade 2 Klep van de ADI 10 Indicator papierniveau 3 Bedieningspaneel 11 Opt
Overzicht van het bedieningspaneel U kunt beide zijden van een document, bijvoorbeeld een identiteitsbewijs, kopiëren op een enkel vel papier. Zie pagina 39. 1 ID Copy 2 Reduce/Enlarge Hiermee maakt u een kopie kleiner of groter dan het origineel. 3 Display Toont de huidige status en houdt u op de hoogte tijdens het gebruik. 4 Status Hier wordt de status van het apparaat weergegeven. Zie pagina 20. 5 Fax Activeert de faxmodus. 6 Copy Activeert de kopieermodus.
Informatie over de Status-LED De kleur van de Status-LED geeft de huidige status van het apparaat weer. STATUS Uit Groen Knippert OMSCHRIJVING • • Het apparaat is uitgeschakeld. Het apparaat staat in de energiebesparende modus. Wanneer er gegevens binnenkomen of een knop wordt ingedrukt, gaat het apparaat automatisch online. • Wanneer het groene lampje traag knippert, is het apparaat bezig met het ontvangen van gegevens van de computer.
Menuoverzicht Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor instelling en gebruik van het apparaat. Druk op Menu om toegang te krijgen tot deze menu’s. Raadpleeg onderstaand diagram. Afhankelijk van uw opties of model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze menu’s niet van toepassing op uw apparaat. . Faxfunctie Tonersterkte Resolutie Meerdere verz. Uitgest. verz. Prior. verz. Naar ander nr. Ontv. doorst. Veilige ontv. Pag.
Meegeleverde software Eigenschappen van het printerstuurprogramma U moet de printer- en scannersoftware installeren vanaf de meegeleverde cd nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd en op uw computer hebt aangesloten. De cd-rom bevat de volgende software: De printerstuurprogramma’s ondersteunen de volgende standaardfuncties: • Selectie van papierrichting, formaat, bron en afdrukmateriaal • Aantal exemplaren U kunt bovendien verschillende speciale afdrukfuncties gebruiken.
Aan de slag In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • De hardware installeren Systeemvereisten Het netwerk installeren De hardware installeren In deze sectie worden de stappen getoond die noodzakelijk zijn voor het installeren van de hardware. Dit wordt uitgelegd in de Beknopte installatiehandleiding. Lees de Beknopte installatiehandleiding door en voer de volgende stappen uit. 1. Kies een stabiele locatie.
Het netwerk installeren Macintosh VEREISTEN (AANBEVOLEN) BESTURING S-SYSTEEM Mac OS X 10.3 ~ 10.4 Mac OS X 10.5 PROCESSOR • • • • Mac OS X 10.
Netwerkprotocol configureren via het apparaat Werken met het SetIP-programma U kunt de TCP/IP-netwerkparameters instellen. Volg hiervoor onderstaande stappen. 1. Zorg dat het apparaat is aangesloten op het netwerk met een RJ-45 Ethernet-kabel. 2. Controleer of het apparaat is ingeschakeld. 3. Druk op Menu op het bedieningspaneel tot u op de onderste regel van het display Netwerk ziet verschijnen. 4. Druk op OK om toegang te krijgen tot het menu. 5. Druk op de pijltoetsen tot TCP/IP verschijnt. 6.
De software installeren U moet de apparaatsoftware voor afdrukken installeren. De software bestaat uit stuurprogramma’s, toepassingen en andere gebruiksvriendelijke programma’s. • • 4. Selecteer Typische installatie voor een netwerkprinter en klik vervolgens op Volgende. De volgende procedure dient te worden gevolgd wanneer het apparaat als een netwerkapparaat wordt gebruikt. Als u een apparaat wilt verbinden door middel van een USB-kabel, raadpleegt u Software.
6. Nadat de installatie is voltooid, verschijnt er een venster met de vraag of u een testpagina wilt afdrukken en of u zich wilt registreren als gebruiker van een Samsung-apparaat, zodat Samsung u hierover informatie kan toesturen. Schakel indien gewenst het desbetreffende selectievakje in en klik op Voltooien. • • Als uw apparaat na de installatie niet naar behoren werkt, probeer dan het printerstuurprogramma opnieuw te installeren. Zie Software.
De standaardmodus wijzigen Alfanumerieke tekens invoeren Uw apparaat werd vooraf ingesteld op faxmodus. U kunt voor de standaardmodus schakelen tussen faxmodus en kopieermodus. 1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel van het display verschijnt en druk vervolgens op OK. 2. Druk op OK als Apparaatinst. verschijnt. 3. Druk op de pijltoetsen tot Standaardmodus verschijnt en druk op OK. 4. Druk op de pijltoetsen tot de standaardmodus verschijnt en druk vervolgens op OK. 5.
Gebruik van de energiebesparende modus Tonerspaarstand In de tonerspaarstand beperkt het apparaat de hoeveelheid toner per afgedrukte pagina. Zo gaat uw tonercassette langer mee dan in normale modus. Dit gaat evenwel ten koste van de afdrukkwaliteit. 1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel van het display verschijnt en druk vervolgens op OK. 2. Druk op OK zodra Apparaatinst. verschijnt. 3. Druk op linker/rechterpijl totdat Tonerbesparing verschijnt en druk op OK. 4.
Originelen en afdrukmateriaal plaatsen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u originelen en afdrukmateriaal in het apparaat plaatst. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • Originelen plaatsen Afdrukmateriaal selecteren Het formaat van het papier in de papierlade wijzigen Papier plaatsen Originelen plaatsen Als u een document wilt kopiëren, scannen of faxen, legt u het op de glasplaat of in de ADI (Automatische DocumentInvoer).
2. Plaats het origineel in de ADI met de bedrukte zijde naar boven. Zorg ervoor dat de onderkant van de stapel originelen samenvalt met de markering voor het papierformaat op de invoerlade. 3. Stel de breedtegeleiders in overeenkomstig het papierformaat. Afdrukmateriaal selecteren U kunt afdrukken op verschillende afdrukmaterialen, waaronder normaal papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend afdrukmaterialen die voldoen aan de in deze gebruikershandleiding vermelde richtlijnen.
Specificaties over afdrukmateriaal TYPE FORMAAT Letter 216 x 279 mm • Legal 216 x 356 mm • US Folio 216 x 330 mm A4 210 x 297 mm Oficio 216 x 343 mm JIS B5 182 x 257 mm ISO B5 176 x 250 mm Executive 184 x 267 mm A5 148 x 210 mm A6 105 x 148 mm Monarch-enveloppen 98 x 191 mm Envelop No.
Formaten van afdrukmaterialen die in elke modus worden ondersteund MODUS FORMAAT INVOER Kopieermodus Letter, A4, Legal, Oficio, US Folio, Executive, JIS B5, A5, A6 • • • lade 1 optionele lade 2 handmatige invoer Afdrukmodus Het apparaat ondersteunt alle formaten • • • lade 1 optionele lade 2 handmatige invoer Faxmodus Letter, A4, Legal • • lade 1 optionele lade 2 Dubbelzijdig afdrukkena Letter, A4, Legal, US Folio, Oficio • • lade 1 optionele lade 2 Richtlijnen voor speciale afdrukmateria
TYPE AFDRUKMATERIAAL Etiketten RICHTLIJNEN • • • • Kaarten of materiaal van afwijkende grootte • Voorbedrukt papier • • • • • Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen, gebruikt u bij voorkeur alleen etiketten voor laserprinters. - Bij de keuze van etiketten dient u rekening te houden met de volgende factoren: - Kleefstoffen: Het kleefmiddel moet stabiel zijn bij de fixeertemperatuur van het apparaat.
5. Plaats de lade in het apparaat. 6. Stel het papierformaat in op uw computer. • • Afdrukken op speciale afdrukmaterialen Duw de papierbreedtegeleiders niet zo ver naar binnen dat het afdrukmateriaal gaat buigen. Als u de papierbreedtegeleiders niet aanpast, kunnen er papierstoringen optreden. Het apparaat kan speciale types en formaten van afdrukmateriaal bevatten, zoals postkaarten, notitiekaarten en enveloppen.
Plaats papier met de te bedrukken zijde naar boven. Enveloppen Voorbedrukt papier Transparanten Geperforeerd papier Kaarten Briefpapier De uitvoersteun aanpassen De uitvoersteun zorgt ervoor dat de afgedrukte pagina’s die in de uitvoerlade belanden een rechte stapel vormen. Om een rechte stapel te krijgen, moet u de uitvoersteun uittrekken afhankelijk van het papierformaat.
Papierformaat en -type instellen Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst, moet u het papierformaat en type instellen met behulp van de knoppen op het bedieningspaneel. Deze instellingen zijn van toepassing op de kopieer- en faxmodi. Als u afdrukt vanaf een computer, selecteert u het papierformaat en de papiersoort in het desbetreffende programma. 1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel van het display verschijnt en druk vervolgens op OK. 2. Druk op de pijltoetsen tot Papierinstel.
Kopiëren In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u documenten kopieert. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • De papierlade selecteren Kopiëren De instellingen per kopie wijzigen De standaardkopieerinstellingen wijzigen De papierlade selecteren Nadat u de afdrukmaterialen hebt geplaatst, selecteert u de papierlade die u voor het kopiëren wilt gebruiken. 1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel van het display verschijnt en druk vervolgens op OK. 2.
De standaardkopieerinstellingen wijzigen De kopieeropties, waaronder tonerdichtheid, soort origineel, kopieerformaat en aantal kopieën, kunnen worden ingesteld op de waarden die u het meest gebruikt. Bij het kopiëren van documenten worden deze standaardinstellingen gebruikt, tenzij ze zijn aangepast via de daarvoor bedoelde knoppen op het bedieningspaneel. 1. Druk op 4. Druk op Start. Het apparaat begint de bedrukte zijde te scannen. Op het display wordt Plaats achterz. en druk [Start] weegegeven. 5.
Klonen Het apparaat kan 2 of 4 verkleinde originelen per vel afdrukken. Het is mogelijk de originele afbeelding verschillende keren te laten afdrukken op één enkele pagina. Het aantal afbeeldingen per vel wordt automatisch bepaald op basis van de grootte van het origineel en het papierformaat. Deze kopieerfunctie is alleen beschikbaar als u de originelen op de glasplaat van de scanner plaatst. Verwijder het papier uit de ADI. 1. Druk op Copy. 2 2 of 4 pagina’s per vel kopiëren 1 2.
Dubbelzijdig afdrukken U kunt het apparaat zo instellen dat de documenten op beide zijden van een vel papier worden afgedrukt. 1. Druk op Copy. 2. Druk op Menu tot Kopieerinstel. op de onderste regel van het display verschijnt en druk vervolgens op OK. 3. Druk op de pijltoetsen tot Dubbelzijdig verschijnt en druk op OK. 4. Druk op de pijltoetsen tot de gewenste bindoptie verschijnt. • Uit: Kopieert in normale modus.
Scannen Met de scanfunctie zet u tekst en afbeeldingen om in digitale bestanden die u op de computer kunt opslaan. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Beginselen van scannen De maximale resolutie is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de snelheid van de computer, de beschikbare schijfruimte, het geheugen, de grootte van het te scannen bestand en de instellingen van de bitdiepte.
Scaninformatie instellen in Samsung Scan Manager Hier vindt u informatie over het programma Samsung Scanbeheer en de status van het scanstuurprogramma. U kunt eveneens de scaninstellingen wijzigen en de mappen toevoegen of verwijderen waarin de gescande documenten via het programma Samsung Scanbeheer worden opgeslagen. Scan Manager kan alleen worden gebruikt onder Windows en Macintosh. Als u Macintosh gebruikt, raadpleegt u Software. 1. Druk op Start > Configuratiescherm > Samsung Scanbeheer.
Eenvoudige afdruktaken In dit hoofdstuk worden de meest gangbare afdruktaken toegelicht. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Een document afdrukken Een document afdrukken Afdrukken is mogelijk vanuit verschillende toepassingen onder Windows, de Macintosh-besturingssystemen of Linux. De exacte procedure kan per toepassing verschillen. Zie Software voor meer informatie over afdrukken.
Faxen Dit hoofdstuk bevat informatie over het gebruik van het apparaat als fax. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • Een fax verzenden Een fax ontvangen Wij raden het gebruik aan van traditionele analoge telefoondiensten (PSTN: openbaar telefoonnet) wanneer u telefoonlijnen aansluit om de fax te gebruiken. Als u andere internetservices gebruikt (DSL, ISDN, VolP), kunt u de verbindingskwaliteit verbeteren door de microfilter te gebruiken.
Tonersterkte Een verzending bevestigen U kunt de standaard contrastmodus selecteren en het contrast aanpassen om de fax lichter of donkerder te maken. Als de laatste pagina van uw origineel correct is verzonden, hoort u een pieptoon waarna het apparaat terugkeert naar gereedmodus. Als er tijdens de verzending van uw fax iets fout gaat, verschijnt een foutbericht in het display. Zie pagina 65 voor een lijst met foutberichten en hun betekenis.
• In de modus Tel kunt u een fax ontvangen door te drukken op On Hook Dial en vervolgens op Start. U kunt ook het telefoontoestel opnemen en de code voor ontvangst op afstand intoetsen. Zie pagina 47. • In de modus Ant/Fax worden inkomende oproepen beantwoord door een op het faxapparaat aangesloten antwoordapparaat. De beller kan op dit antwoordapparaat een bericht achterlaten. Als het faxapparaat een faxtoon op de lijn opvangt, schakelt het automatisch over naar de modus Fax om de fax te ontvangen.
• • Als u uw faxnummer wijzigt of als u het apparaat aansluit op een andere telefoonlijn, moet u DRPD opnieuw instellen. Nadat u DRPD hebt ingesteld, belt u opnieuw naar uw faxnummer om te controleren of het apparaat antwoordt met een faxtoon. Bel vervolgens naar een ander nummer dat aan dezelfde lijn is toegekend om te controleren of de oproep wordt doorgeschakeld naar uw telefoontoestel of naar het antwoordapparaat dat is aangesloten op de EXT-aansluiting.
5. Druk op de pijltoetsen tot Uitgest. verz. verschijnt en druk op OK. 6. Voer met de cijfertoetsen het gewenste faxnummer in. U kunt sneltoetsen en snelkiesnummers gebruiken. U kunt een groepskiesnummer invoeren met de knop Address Book. Zie pagina 51 voor meer informatie. 7. Druk op OK om het nummer te bevestigen. U wordt gevraagd om het volgende faxnummer waarnaar u het document wilt verzenden in te voeren. 8.
Ontvangen faxen doorsturen naar een ander faxapparaat U kunt het apparaat zo instellen dat inkomende faxberichten gedurende een bepaalde periode worden doorgestuurd naar een ander faxnummer. Als het apparaat een faxbericht ontvangt, wordt dit bericht opgeslagen in het geheugen. Vervolgens kiest het apparaat het faxnummer dat u hebt opgegeven en wordt het faxbericht verzonden. 1. Druk op Fax. 2. Druk op Menu tot Faxfunctie op de onderste regel van het display verschijnt en druk vervolgens op OK. 3.
OPTIE Startc. ontv. OMSCHRIJVING Met deze code kunt u een fax ontvangen vanaf een intern telefoontoestel dat aangesloten is op de EXT-uitgang aan de achterzijde van het apparaat. Als u de hoorn van het telefoontoestel opneemt en de faxtonen hoort, voert u de code in. De voorgeprogrammeerde code is *9*. Aut. verklein.
Snelkiesnummers bewerken 1. Druk op Address Book tot Nieuw en bew. op de onderste regel van het display verschijnt en druk vervolgens op OK. 2. Druk op OK als Snelkiesnummer verschijnt. 3. Voer het snelkiesnummer in dat u wilt bewerken en druk op OK. 4. Wijzig de naam en druk op OK. 5. Wijzig het faxnummer en druk op OK. 6. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar gereedmodus.
Adresboek afdrukken 1. U kunt de instellingen van uw adresboek controleren door ze in een lijst af te drukken. 2. Druk op Address Book tot Afdrukken op de onderste regel van het display verschijnt. 3. Druk op OK. Het apparaat drukt nu een overzicht van al uw snelkiesnummers en groepsnummers af.
Onderhoud In dit hoofdstuk vindt u informatie over het onderhoud van het apparaat en de tonercassette. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • Rapporten afdrukken Geheugen wissen Uw apparaat reinigen De cassette onderhouden • • • • Rapporten afdrukken Een rapport afdrukken U kunt verschillende rapporten met nuttige informatie laten maken. De volgende rapporten zijn beschikbaar: Afhankelijk van uw opties of model zullen sommige rapporten mogelijk niet op het display verschijnen.
Geheugen wissen De buitenkant reinigen U kunt kiezen welk gedeelte van de informatie in het geheugen u wilt wissen. Controleer of alle faxtaken zijn voltooid voordat u het geheugen wist, anders worden deze taken ook gewist. Binnenkant reinigen 1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel van het display verschijnt en druk vervolgens op OK. 2. Druk op de pijltoetsen tot Instel. wissen verschijnt en druk op OK. 3. Druk op de pijltoetsen tot het item dat u wilt wissen, verschijnt.
4. Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof en gemorste toner in en rond de ruimte voor de tonercassette. Scannereenheid reinigen U krijgt de beste kopieën als u de scannereenheid schoon houdt. We raden u aan om de scannereenheid aan het begin van elke dag te reinigen. Herhaal dit indien nodig in de loop van de dag. 1. Bevochtig een niet-pluizende, zachte doek of papieren handdoekje met een beetje water. 2. Open het deksel van de scanner. 3.
1. Open de voorklep volledig. • • • Raak het groene oppervlak, de OPC-drum en de voorkant van de tonercassette niet aan met uw handen of met enig ander materiaal. Gebruik de handgreep op elke cassette om aanraking met dit oppervlak te vermijden. Probeer geen krassen te maken op het oppervlak van de transportriem. Als u de voorklep langer dan enkele minuten geopend laat, kan de OPC-drum worden blootgesteld aan licht. Hierdoor raakt de OPC-drum beschadigd.
3. Houd de tonercassette vast aan de grepen en trek de cassette uit de printer. 7. Neem de handgrepen op de tonercassette vast. Schuif de cassette in de sleuf tot ze vast klikt. 4. Neem een nieuwe tonercassette uit de verpakking. 8. Sluit de klep aan de voorzijde. Zorg ervoor dat de klep goed gesloten is en schakel het apparaat in. Als de voorklep niet volledig gesloten is, werkt het apparaat niet.
Te onderhouden onderdelen Rubber van de ADI vervangen Om kwaliteits- en doorvoerproblemen als gevolg van versleten onderdelen te vermijden en ervoor te zorgen dat uw printer goed blijft presteren, moeten de volgende onderdelen vervangen worden als het opgegeven aantal pagina’s is afgedrukt of als de levensduur van het desbetreffende onderdeel is verstreken.
Uw apparaat vanop de website beheren Als het apparaat aangesloten is op een netwerk en u de TCP/IP-parameters correct hebt ingesteld, kunt u het apparaat beheren via Samsung SyncThru™ Web Service, een ingebouwde webserver. U kunt de SyncThru™ Web Service gebruiken om: • De eigenschappen van het apparaat weer te geven en de huidige status te controleren. • De TCP/IP-parameters te wijzigen en andere netwerkparameters in te stellen. • De printereigenschappen te wijzigen.
Problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • Tips om papierstoringen te voorkomen Vastgelopen papier verwijderen Vastgelopen papier verwijderen • • Tips om papierstoringen te voorkomen U kunt de meeste papierstoringen vermijden door het juiste type afdrukmateriaal te gebruiken. Volg de stappen op pagina 61 wanneer er zich een papierstoring voordoet.
Papierstoring aan uitgang Vastgelopen papier verwijderen 1. Verwijder alle resterende pagina’s uit de ADI. 2. Pak het verkeerd ingevoerde papier vast en verwijder het uit de uitvoerlade door het voorzichtig naar rechts te trekken met beide handen. Als er een papierstoring optreedt, verschijnt er een waarschuwingsbericht op het display. Raadpleeg de onderstaande tabel om te zien waar het papier is vastgelopen en verwijder het vastgelopen papier.
3. Plaats de lade terug in het apparaat. De printer gaat automatisch door met afdrukken. In de lade voor handmatige invoer Als u afdrukt via de multifunctionele lade en het apparaat ontdekt dat er geen papier werd geplaatst of dat het verkeerd werd geplaatst, volgt u de onderstaande stappen om het vastgelopen papier te verwijderen. 1. Controleer of het papier is vastgelopen in het invoergedeelte, en zo ja, trek het er voorzichtig uit. 2. Plaats een vel papier in de lade voor handmatige invoer. 3.
Rond de duplex-eenheid Als de duplex-eenheid niet op de juiste manier wordt teruggeplaatst, kan er zich een papierstoring voordoen. Zorg ervoor dat de duplexeenheid op de juiste manier wordt geplaatst. 1. Haal de duplex-eenheid uit het apparaat. 4. Duw de achterste geleider aan beide zijden naar beneden en verwijder het papier. Breng de achterste geleider terug in zijn oorspronkelijke positie. 1 1 duplexeenheid 2. Verwijder het vastgelopen papier uit de duplexeenheid. 1 Achtergeleider 5.
3. Trek de lade half open. Informatie over berichten op het display Berichten verschijnen op het display van het bedieningspaneel om de status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp het probleem indien nodig. De berichten en de betekenis ervan zijn in alfabetische volgorde vermeld. • • 4. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig recht naar buiten te trekken.
BERICHT BETEKENIS VOORGESTELDE OPLOSSINGEN Documentstor. Het origineel heeft een papierstoring veroorzaakt in de ADI. Verwijder het vastgelopen papier. Zie pagina 61. Een pagina is te groot Er staan meer gegevens op een pagina dan het ingestelde formaat toelaat. Verlaag de resolutie en probeer het opnieuw. E-mail overschr. serveronderst. Het e-mailbericht is groter dan het door de SMTP-server ondersteund formaat. Splits uw e-mailbericht op of verlaag de resolutie.
BETEKENIS VOORGESTELDE OPLOSSINGEN Plaats tonercas. T Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats de tonercassette. Scanner geblok. De scannermodule is geblokkeerd Deblokkeer de scanner en druk op Stop/Clear. Stor. in duplex0 Contr. binnenin Het papier is vastgelopen bij het dubbelzijdig afdrukken. Dit is alleen van toepassing op apparaten met deze functie. Verwijder het vastgelopen papier. Zie pagina 64. Stor. in duplex1 Open/sluit klep Het papier is vastgelopen bij het dubbelzijdig afdrukken.
Andere problemen oplossen In het onderstaande overzicht vindt u een aantal mogelijke problemen en de bijbehorende oplossingen. Voer de stappen uit in de aangegeven volgorde totdat het probleem is verholpen. Neem contact op met de serviceafdeling als het probleem zich blijft voordoen. Afdrukproblemen MOGELIJKE OORZAAK TOESTAND Het apparaat drukt niet af. Het apparaat krijgt geen stroom. Papierinvoer TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN Afdrukpapier loopt vast. Verwijder het vastgelopen papier.
TOESTAND Het apparaat haalt papier uit de verkeerde invoer. MOGELIJKE OORZAAK Mogelijk is in de printereigenschappen de verkeerde invoerlade geselecteerd. VOORGESTELDE OPLOSSINGEN In veel softwaretoepassingen kunt u de papierbron instellen op het tabblad Dun papier onder printereigenschappen. Selecteer de juiste lade. Raadpleeg de Help bij het printerstuurprogramma. Een afdruktaak Mogelijk is de afdruktaak zeer wordt uiterst complex. langzaam afgedrukt.
Problemen met de afdrukkwaliteit Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een slechtere afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel om het probleem te verhelpen. TOESTAND Lichte of vage afdrukken Tonervlekken AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc Onregelmatigheden AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc TOESTAND Witte vlekken VOORGESTELDE OPLOSSINGEN Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet: • De tonercassette is bijna leeg.
TOESTAND Schaduwvlekken A Misvormde tekst VOORGESTELDE OPLOSSINGEN Schaduwvlekken worden veroorzaakt door kleine hoeveelheden toner die willekeurig over de afdruk verspreid voorkomen. • Misschien is het papier te vochtig. Probeer af te drukken op papier van een andere partij. Maak een pak papier pas open op het moment dat u het gaat gebruiken, zodat het papier niet te veel vocht opneemt.
TOESTAND Horizontale strepen AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc Krullen Er verschijnt voortdurend een onbekende afbeelding op enkele vellen, of er zit losse toner op de afdruk, of de afdruk is te licht of vuil. VOORGESTELDE OPLOSSINGEN Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende: • Mogelijk is de tonercassette onjuist geplaatst. Verwijder de cassette en plaats ze opnieuw. • Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. Zie pagina 57.
Problemen met scannen TOESTAND De scanner doet het niet. VOORGESTELDE OPLOSSINGEN • • • • • Het apparaat doet erg lang over een scan. • • • Er verschijnt een bericht op het beeldscherm: • "Het toestel kan niet in de door u gewenste H/Wmodus worden gezet." • "Poort wordt gebruikt door een ander programma." • "Poort is gedeactiveerd." • "Scanner is bezig met ontvangen of afdrukken van data. Probeer het opnieuw zodra de huidige opdracht is afgerond." • "Ongeldige toegang." • "Scannen is mislukt.
TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN Sommige woorden van een ontvangen faxbericht zijn uitgerekt. Het documenttransport van het apparaat dat het faxbericht verzond, haperde even. Er staan strepen op de originelen die u verstuurt. Controleer of de scannereenheid vuil is en reinig deze indien nodig. Zie pagina 56. Het apparaat kiest het nummer maar kan geen verbinding tot stand brengen met het andere faxapparaat.
TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN Het apparaat drukt geen volledige pagina’s af; slechts de helft van de pagina wordt afgedrukt. Dit is een bekend probleem dat zich voordoet bij gebruik van een kleurenprinter met versie 8.51 of een oudere versie van Ghostscript, 64-bits Linux OS. Dit probleem is gemeld aan bugs.ghostscript.com als Ghostscript Bug 688252. Het probleem is opgelost in AFPL Ghostscript versie 8.52 of een hogere versie. Download de recentste versie van AFPL Ghostscript van http://sourceforge.
TOESTAND Het apparaat scant niet. VOORGESTELDE OPLOSSINGEN • • • Controleer of er een document is geplaatst in het apparaat. Controleer of het apparaat is aangesloten op de computer. Controleer of het correct is aangesloten als er een I/O-fout wordt gemeld tijdens het scannen. Controleer of de poort niet bezet is.
Verbruiksartikelen en accessoires bestellen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u cassettes en accessoires voor het apparaat kunt aanschaffen. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • Verbruiksartikelen Toebehoren • De optionele onderdelen of functies kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw vertegenwoordiger om te weten of het onderdeel dat u wenst beschikbaar is in uw land.
Toebehoren installeren Uw apparaat is een model met talrijke functies dat optimaal is afgestemd op het merendeel van uw afdrukbehoeften. Samsung is zich er echter van bewust dat elke gebruiker andere wensen heeft en biedt daarom verscheidene accessoires waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat kunt uitbreiden.
Specificaties In dit hoofdstuk leiden we u langs de specificaties van het apparaat, waaronder de verschillende functies. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • Hardwarespecificaties Omgevingsvoorwaarden • Elektrische specificaties De specificaties zijn gebaseerd op voorlopige gegevens. Surf naar www.samsung.com/printer voor actuele informatie.
Verklarende woordenlijst Met behulp van onderstaande woordenlijst leert u het product beter kennen. U raakt vertrouwd met de terminologie die bij het afdrukken en in deze gebruikershandleiding vaak wordt gebruikt. ADI De automatische documentinvoer (ADI) is een mechanisme dat automatisch een origineel vel papier invoert zodat het apparaat een bepaald gedeelte van het papier ineens kan scannen. CCD CCD (Charge Coupled Device) is hardware dat de scantaak mogelijk maakt.
DRPD Gateway Distinctive Ring Pattern Detection (distinctieve belpatroondetectie) "Distinctive Ring" of "Distinctieve belpatronen" is een dienst van de telefoonmaatschappij waarmee u oproepen naar verschillende telefoonnummers kunt ontvangen op één telefoonlijn. Een verbinding tussen computernetwerken of tussen computernetwerken en een telefoonlijn. Het wordt veel gebruikt omdat het een computer of netwerk betreft dat/die toegang biedt tot een andere computer of een ander netwerk.
IPX/SPX MFP IPX/SPX staat voor Internet Packet Exchange/Sequenced Packet Exchange. Het is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door de besturingssystemen van Novell NetWare. IPX en SPX bieden beide verbindingsservices die vergelijkbaar zijn met TCP/IP, waarbij het IPX-protocol vergelijkbaar is met IP en SPX vergelijkbaar is met TCP.
OSI Resolutie OSI (Open Systems Interconnection) is een communicatiemodel dat is ontwikkeld door de ISO (International Organization for Standardization). OSI biedt een standaard, modulaire benadering van netwerkontwerp waarmee de vereiste set complexe functies wordt opgesplitst in hanteerbare, op zichzelf staande, functionele lagen. De lagen zijn van boven naar onder: applicatie, presentatie, sessie, transport, netwerk, gegevenskoppeling en fysiek.
Tonercassette Een soort fles in een apparaat als een printer, die toner bevat. Toner is een poeder dat in laserprinters en kopieerapparaten wordt gebruikt voor het vormen van tekst en afbeeldingen op afdrukpapier. Toner kan door middel van de hitte van de fixeereenheid worden gesmolten, waardoor de toner zich verbindt met de vezels in het papier. TWAIN Een standaard voor scanners en software.
Index faxen A aanpassing hoogte 27 ADI, plaatsen 30 adresboek groepskiesnummers 52 snelkiesnummers 51 afdrukken rapporten 54 alarmgeluid 28 antwoord-/faxmodus, ontvangstmodus 47 apparaat-id, instellen 45 B bedieningspaneel 19 belsignaal 28 D faxhoofd, instellen 45 faxmodus, ontvangstmodus 47 faxnummer, instellen 45 DRPD (Distinctive Ring Pattern Detection) 47 een fax ontvangen in Ant/Faxmodus 47 in DRPD-modus 47 in Fax-modus 47 in Tel-modus 47 in veilige-ontvangstmodus 48 een fax verzenden au
papierlade, instellen fax 46 kopiëren 38 papiertype instellen 37 probleem, oplossen afdrukkwaliteit 70 faxen 73 kopiëren 72 Linux 74 Network Scan 73 papierinvoer 68 scannen 73 Windows 74 problemen met afdrukkwaliteit, oplossen 70 problemen onder Windows 74 R rapporten, afdrukken 54 reinigen binnenkant 55 buitenkant 55 scanner 56 rubberen matje ADI, vervangen 59 S snelkiesnummers, instellen 51 sorteren, speciale kopie 39 speciale kopieerfuncties 39 standaardmodus, wijzigen 28 storing papier verwij
contact SAMSUNG worldwide If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center. COUNTRY/ REGION CUSTOMER CARE CENTER WEB SITE ARGENTINE 0800-333-3733 www.samsung.com/ar AUSTRALIA 1300 362 603 www.samsung.com/au AUSTRIA 0810-SAMSUNG (7267864, € 0.07/min) www.samsung.com/at BELGIUM 02 201 2418 www.samsung.com/be (Dutch) www.samsung.com/ be_fr (French) COUNTRY/ REGION CUSTOMER CARE CENTER WEB SITE HUNGARY 06-80-SAMSUNG (7267864) www.
COUNTRY/ REGION CUSTOMER CARE CENTER WEB SITE SINGAPORE 1800-SAMSUNG (7267864) www.samsung.com/sg SLOVAKIA 0800-SAMSUNG (7267864) www.samsung.com/sk SOUTH AFRICA 0860 SAMSUNG (7267864) www.samsung.com/za SPAIN 902-1-SAMSUNG(902 172 678) www.samsung.com/es SWEDEN 075-SAMSUNG (726 78 64) www.samsung.com/se SWITZERLAND 0848-SAMSUNG (7267864, CHF 0.08/min) www.samsung.com/ch TADJIKISTAN 8-10-800-500-55-500 TAIWAN 0800-329-999 www.samsung.com/tw THAILAND 1800-29-3232 02-689-3232 www.
© 2009 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder berichtgeving vooraf worden gewijzigd. Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade van welke aard dan ook als gevolg van of in verband met het gebruik van de informatie in deze gebruikershandleiding.
Samsung-printer Software
SOFTWARE INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: PRINTERSOFTWARE INSTALLEREN ONDER WINDOWS Printersoftware installeren ................................................................................................................................................. 4 Software installeren voor afdrukken via een lokale printer ......................................................................................... 4 Software installeren voor afdrukken via een netwerk .....................................................
Watermerk afdrukken ...................................................................................................................................................... 21 Bestaand watermerk gebruiken ................................................................................................................................ 21 Nieuw watermerk maken ..........................................................................................................................................
Hoofdstuk 7: UW PRINTER GEBRUIKEN ONDER LINUX Aan de slag ..................................................................................................................................................................... 29 Unified Linux-stuurprogramma installeren ....................................................................................................................... 29 Unified Linux-stuurprogramma installeren ...............................................................................
1 Printersoftware installeren onder Windows 1 Zorg ervoor dat de printer aangesloten is op uw computer en aan staat. 2 Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van uw computer. De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster getoond. In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan: • Printersoftware installeren • Printersoftware opnieuw installeren • Printersoftware verwijderen Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start en vervolgens op Uitvoeren..
OPMERKING: Als uw printer nog niet op de computer aangesloten is, verschijnt het volgende venster. OPMERKING: als uw printerstuurprogramma niet goed werkt nadat de setup voltooid is, moet u het printerstuurprogramma opnieuw installeren. Zie de “Printersoftware opnieuw installeren” op pagina 10. Aangepaste installatie U kunt zelf onderdelen uitkiezen die geïnstalleerd moeten worden. 1 Zorg ervoor dat de printer aangesloten is op uw computer en aan staat.
4 Selecteer Aangepaste installatie. Klik op Volgende. • Het installatievenster in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet. Dit is namelijk afhankelijk van de gebruikte printer en interface. 6 5 Selecteer de onderdelen die u wilt installeren en klik op Volgende. Selecteer uw printer en klik op Volgende. OPMERKING: U kunt de installatiemap wijzigen door op [ Bladeren ] te klikken.
Software installeren voor afdrukken via een netwerk 4 Selecteer Typische installatie voor een netwerkprinter. Klik op Volgende. Als u uw printer op een netwerk aansluit, moet u eerst de TCP/IPinstellingen voor de printer configureren. Nadat u de TCP/IP-instellingen hebt toegewezen en gecontroleerd, kunt u de software op elke computer in het netwerk installeren. U kunt de printersoftware installeren volgens de standaardmethode of de aangepaste methode.
2.Configureer handmatig een IP-adres, subnetmasker en gateway voor de printer en klik op Configureren om het specifieke IP-adres voor de netwerkprinter in te stellen. 6 3..Klik op Volgende en ga naar stap 6. • U kunt de netwerkprinter ook instellen via SyncThru™ Web Service, een geïntegreerde webserver. Klik op SWS Starten in het venster IPadres instellen.
3 Klik op Volgende. Als u de printer aan het netwerk wilt toevoegen, moet u de poortnaam en het IP-adres voor de printer invoeren. Om het IP-adres of het MAC-adres van uw printer te controleren, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af. • Selecteer Gedeelde printer (UNC) om een gedeelde netwerkprinter (UNC-pad) te vinden en voer de gedeelde naam handmatig in of zoek een gedeelde printer door te klikken op de knop Bladeren.
6 Selecteer de onderdelen die u wilt installeren. Nadat u de onderdelen hebt geselecteerd, verschijnt het volgende venster. U kunt ook de printernaam wijzigen, de printer instellen om te worden gedeeld op het netwerk, de printer instellen als standaardprinter en de poortnaam van elke printer wijzigen. Klik op Volgende. Printersoftware opnieuw installeren U kunt de software opnieuw installeren als de installatie is mislukt. 1 Zet uw computer aan en wacht tot Windows is opgestart.
OPMERKING: als uw printer nog niet op de computer aangesloten is, verschijnt het volgende venster. Printersoftware verwijderen 1 Zet uw computer aan en wacht tot Windows is opgestart. 2 In het menu Start selecteert u Programma’s of Alle programma’s → de naam van het printerstuurprogramma → Onderhoud. 3 Selecteer Verwijderen en klik op Volgende. Er verschijnt een lijst met componenten zodat u elk onderdeel afzonderlijk kunt verwijderen. • Nadat u de printer hebt aangesloten, klikt u op Volgende.
2 Standaard afdrukinstellingen 1 2 In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en algemene afdruktaken in Windows beschreven. Documenten afdrukken • Afdrukken naar een bestand (PRN) • Printerinstellingen Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken verschijnt. Dit kan, afhankelijk van het gebruikte programma, enigszins afwijken van onderstaande illustratie. U kunt de belangrijkste afdrukinstellingen selecteren in het venster Afdrukken.
Afdrukken naar een bestand (PRN) Printerinstellingen Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een bestand. Via het venster met printereigenschappen hebt u toegang tot alle informatie die u nodig hebt als u de printer gebruikt. Als de printereigenschappen worden weergegeven, kunt u de instellingen die u voor uw afdruktaak nodig hebt controleren en wijzigen.
Tabblad Lay-out Het tabblad Lay-out bevat opties waarmee u de weergave van het document op de afgedrukte pagina kunt aanpassen. Onder Lay-outopties hebt u de keuze uit Meerdere pagina’s per kant en Verkleinen/Vergroten. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 12 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken. • Voor meer informatie, zie “Afdrukken op beide zijden van het papier” op pagina 20.
Dun: dun papier met een gewicht tussen 60 en 70 g/m2. Katoen: 75~90 g/m2 katoenpapier zoals Gilbert 25% en Gilbert 100%. Normaal papier: gewoon papier. Selecteer dit type indien u een zwartwitprinter heeft en afdrukt op katoenpapier van 60 g/m2. Kringlooppapier: gerecycleerd papier van 75~90 g/m2. Gekleurd papier: gekleurd papier van 75~90 g/m2. Archiefpapier: kies deze optie als u de afdrukken geruime tijd wilt bewaren (bijvoorbeeld in een archief).
Geavanceerde opties Tabblad Extra Om de geavanceerde opties in te stellen, klikt u op Geavanceerde opties. • TrueType-opties: deze optie bepaalt wat het stuurprogramma de printer doorgeeft over het afbeelden van de tekst in uw document. Pas deze opties eventueel aan uw document aan. - Downloaden als contour: als deze optie is geselecteerd, downloadt het stuurprogramma de TrueType-lettertypen die in uw document voorkomen maar nog niet in uw printer zijn opgeslagen.
Tabblad Info Favorieten Op het tabblad Info worden de copyrightinformatie en het versienummer van het stuurprogramma weergegeven. Als u beschikt over een internetbrowser, kunt u een verbinding maken met het internet door op het website-pictogram te klikken. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 12 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken. Via de optie Favorieten, die u terugvindt op elk tabblad Eigenschappen, kunt u de huidige instellingen opslaan voor later gebruik.
3 Geavanceerde afdrukinstellingen Meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier (N op een vel) In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en geavanceerde afdruktaken beschreven. OPMERKING: • Het venster Eigenschappen van het printerstuurprogramma in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster bestaat echter uit vrijwel dezelfde onderdelen.
Posters afdrukken Boekjes afdrukken Met deze functie kunt u een document van één pagina afdrukken op 4, 9 of 16 vellen papier, waarna u deze vellen aan elkaar kunt plakken om er zo een poster van te maken. 8 9 8 9 OPMERKING: De optie Poster afdrukken is beschikbaar wanneer de resolutie op het tabblad Grafisch is ingesteld op 600 dpi. 1 2 3 Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer.
Afdrukken op beide zijden van het papier Documenten vergroot of verkleind afdrukken U kunt afdrukken op beide zijden van een vel papier. Voordat u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven. U kunt de inhoud van een pagina groter of kleiner afdrukken. 1 U kunt kiezen uit de volgende opties: • Printerinstelling: als u deze optie selecteert, wordt de werking bepaald door de instelling in het configuratiescherm van de printer.
Watermerk bewerken Watermerk afdrukken 1 Met de optie Watermerk kunt u over een bestaand document heen een diagonale tekst afdrukken. U kunt bijvoorbeeld diagonaal over de eerste pagina of op alle pagina’s van een document in grote grijze letters “CONCEPT” of “VERTROUWELIJK” afdrukken. 2 Er worden verschillende vooraf gedefinieerde watermerken bij de printer geleverd. U kunt deze watermerken wijzigen, of u kunt nieuwe watermerken toevoegen aan de lijst.
Overlay gebruiken Overlay afdrukken Nadat u een overlay hebt samengesteld, kunt u deze met uw document afdrukken. Dit doet u als volgt: 1 Wat is een overlay? Dear ABC Regards WORLD BEST Een overlay is tekst en/of afbeeldingen die op de vaste schijf van de computer zijn opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die kunnen worden afgedrukt in een willekeurig document. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukt briefpapier of formulieren.
4 Een lokale printer delen Instellen als hostcomputer U kunt de printer rechtstreeks aansluiten op een geselecteerde computer, die de hostcomputer op het netwerk wordt genoemd. De volgende procedure geldt voor Windows XP. Zie de Windowsgebruikershandleiding of on line Help voor andere Windowsbesturingssystemen. OPMERKINGEN: • Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met de printer. Zie Compatibiliteit met besturingssysteem onder Printerspecificaties in de printerhandleiding.
5 Scannen U kunt het apparaat als scanner gebruiken om uw foto’s en teksten om te zetten in digitale bestanden die u met uw computer kunt bewerken. U kunt deze bestanden faxen of e-mailen, op uw website zetten of opnemen in projecten die u kunt afdrukken met behulp van Samsung SmarThru-software of het WIA-stuurprogramma. Scannen met Samsung SmarThru Office Samsung SmarThru is de software die standaard wordt geleverd bij uw apparaat.
Als u een map wilt toevoegen aan de index, drukt u op het menu Edit → Preferences → Index. De snelheid waarmee de toegevoegde mappen met bestanden worden weergegeven, is afhankelijk van de snelheid van de computer en het aantal toegevoegde mappen met bestanden. OPMERKINGEN: • Voor het indexeren van, en zoeken in PDF-bestanden moet u Adobe Acrobat Reader 7.0.5 of hoger installeren. • U kunt ook de index- en zoekfuncties bij SmarThru gebruiken die worden ondersteund door Microsoft Indexing Service.
Helpaanwijzingen op het scherm Windows XP Klik voor meer informatie over SmarThru op in de rechterbovenhoek van het venster. Het venster SmarThru Help wordt geopend en u kunt de helpaanwijzingen van het programma SmarThru op het scherm zien. 1 Plaats een of meer documenten met de bedrukte zijde naar boven in de DADI (of de ADI). OF Plaats één document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat.
6 Smart Panel gebruiken OPMERKINGEN: Smart Panel is een programma waarmee de status van de printer wordt bewaakt. U kunt de status bekijken en de printerinstellingen aanpassen. Smart Panel wordt automatisch geïnstalleerd op het moment dat u de printersoftware installeert. OPMERKINGEN: • Vereisten om dit programma te gebruiken: - Zie "Specificaties van de printer" in de printerhandleiding als u wilt weten welke besturingssystemen compatibel zijn met de printer. - Mac OS X 10.3 of hoger - Linux.
Instelling stuurprogramma (Alleen voor Windows) Via het venster met printereigenschappen heeft u toegang tot alle printeropties die u nodig heeft als u de printer gebruikt. Meer informatie vindt u onder Zie “Printerinstellingen” op pagina 13. De probleemoplossingsgids openen In de Probleemoplossingsgids vindt u oplossingen voor problemen die een foutstatus veroorzaken.
7 Uw printer gebruiken onder Linux U kunt uw apparaat gebruiken in een Linux-omgeving. In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan: • Aan de slag • Unified Linux-stuurprogramma installeren • Werken met Unified Driver Configurator Unified Linux-stuurprogramma installeren Unified Linux-stuurprogramma installeren 1 2 Zorg dat de printer is aangesloten op de computer. Schakel de computer en de printer in.
4 Het beginscherm verschijnt. Klik op Next (Volgende). Installatie van Unified Linuxstuurprogramma ongedaan maken 1 Als het venster Administrator Login verschijnt, typt u root in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. OPMERKING: U moet zich aanmelden als super user (root) om de installatie van de printersoftware ongedaan te maken. Als u geen super user bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder. 2 Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-rom-station van uw computer.
Werken met Unified Driver Configurator Unified Linux Driver Configurator is een tool dat voornamelijk is bestemd voor de configuratie van printers of MFP-apparaten. Aangezien een MFP-apparaat de functies van een printer en scanner combineert, zijn de opties in Unified Linux Driver Configurator logisch gegroepeerd in printer- en scannerfuncties. Het is ook mogelijk een speciale MFP-poort in te stellen om de toegang tot een MFP-printer en -scanner via één I/Okanaal te regelen.
Tabblad Classes Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare printerklassen weergegeven. Ports Configuration (Poorten configureren) In dit scherm kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een afgebroken taak.
Printereigenschappen configureren Een document afdrukken In het eigenschappenvenster dat u kunt openen vanuit de printerconfiguratie, kunt u verschillende eigenschappen voor uw apparaat als printer wijzigen. 1 Open Unified Driver Configurator. 2 3 Ga eventueel naar het scherm Printers Configuration. Selecteer uw apparaat in de lijst met beschikbare printers en klik op Properties (Eigenschappen). Het venster Printer Properties (Printereigenschappen) wordt geopend.
5 6 7 Dit venster bestaat uit de volgende vier tabbladen: •General (algemeen): hier kunt u het papierformaat, de papiersoort en de afdrukstand van de documenten wijzigen. U kunt hier ook de dubbelzijdige afdrukfunctie inschakelen, scheidingspagina's toevoegen aan het begin en einde, en het aantal pagina's per vel wijzigen. •Text (Tekst): hier kunt u paginamarges opgeven en tekstopties instellen, zoals regelafstand en kolommen.
Het document wordt gescand en er verschijnt een voorbeeld van de afbeelding in het vak Preview. Op de werkbalk vindt u diverse functies voor het bewerken van de gescande afbeelding. Zie voor meer informatie over het bewerken van een gescande afbeelding pagina 35. 10 Als u klaar bent, klikt u op Save (Opslaan) in de werkbalk. 11 Selecteer de map waarin u de afbeelding wilt opslaan en voer de bestandsnaam in. 12 Klik op Save.
Met de volgende knoppen kunt u een afbeelding bewerken: Knop Functie Afbeelding opslaan. Laatste handeling ongedaan maken. Laatste ongedaan gemaakte handeling herstellen. Bladeren door afbeelding. Geselecteerd deel van afbeelding bijsnijden. Uitzoomen op afbeelding. Inzoomen op afbeelding. Formaat van afbeelding schalen. U kunt het formaat handmatig invoeren of instellen dat de verhouding proportioneel, verticaal of horizontaal wordt geschaald.
8 Uw printer gebruiken met een Macintosh Uw printer ondersteunt Macintosh-systemen met een ingebouwde USBinterface of 10/100 Base-TX-netwerkkaart. Als u een bestand afdrukt vanaf een Macintosh-computer, kunt u het CUPS-stuurprogramma gebruiken door het PPD-bestand te installeren. 8 Easy Install (Eenvoudige installatie) wordt aanbevolen voor de meeste gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor printertaken worden geïnstalleerd.
De printer instellen 9 De instelling van de printer verschilt afhankelijk van de kabel die u gebruikt om de printer aan te sluiten op uw computer: een netwerkkabel of een USB-kabel. Voor een op een netwerk aangesloten Macintosh Voor een via USB aangesloten Macintosh 1 Volg de aanwijzingen op "Software voor Macintosh installeren" op pagina 37 om het PPD-bestand en de filterbestanden op uw computer te installeren.
Afdrukinstellingen wijzigen Afdrukken U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer. OPMERKING: Selecteer Druk af in het menu Bestand van uw Macintosh-toepassing. De printernaam die in het printereigenschappenvenster verschijnt, is afhankelijk van de gebruikte printer. Behalve de naam, bestaat het printereigenschappenvenster uit vrijwel dezelfde onderdelen.
Grafisch Printerinstelling Op het tabblad Grafisch vindt u de opties Resolutie. Selecteer Grafisch in de vervolgkeuzelijst Instellingen om toegang te krijgen tot de grafische functies. Kies Printerinstelling in de vervolgkeuzelijst Instellingen om toegang te krijgen tot de volgende functies. ▲ Mac OS 10.5 ▲ Mac OS 10.5 • Tonerbesparingsmodus Als u deze optie selecteert, gaat de tonercassette langer mee en dalen de afdrukkosten per pagina zonder dat de kwaliteit te zeer achteruit gaat.
Verschillende pagina's afdrukken op één vel papier Dubbelzijdig afdrukken U kunt op beide zijden van het papier afdrukken. Voordat u dubbelzijdig afdrukt, moet u aangeven langs welke rand u de pagina's wilt inbinden. De bindopties zijn: U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina's af te drukken. 1 2 Lange kant binden: dit is de klassieke lay-out die wordt gebruikt bij het boekbinden.
• Als er een waarschuwing verschijnt, klikt u op Poort wijzigen. om een poort te selecteren. • Als TWAIN UI verschijnt, klikt u op het tabblad Voorkeuren op Poort wijzigen. om de poort te selecteren. Scannen U kunt documenten inscannen met behulp van Fotolader. Macintosh biedt het programma Fotolader. Opmerking: Raadpleeg Scan Manager voor het gebruik van Poort wijzigen. (zie de gebruikershandleiding van uw printer).
SOFTWARE INDEX A G M afdrukken aan pagina aanpassen 20 boekjes 19 document 12 dubbelzijdig 20 meer pagina's per vel Macintosh 41 Windows 18 overlay 22 poster 21 schalen 20 vanuit Linux 33 vanuit Macintosh 39 vanuit Windows 12 watermerk 21 afdrukstand, afdrukken Windows 14 annuleren scannen 26 geavanceerd afdrukken, gebruik 18 grafische eigenschappen, instellen 15 Macintosh afdrukken 39 de printer instellen 38 printer instellen 38 scannen 42 stuurprogramma installatie ongedaan maken 37 installeren 37 m
printerstuurprogramma, installeren Linux 29 S scannen Linux 34 SmarThru 24 TWAIN 26 WIA-stuurprogramma 26 scannen vanuit Macintosh 42 software installatie ongedaan maken Macintosh 37 Windows 11 installeren Macintosh 37 Windows 4 opnieuw installeren Windows 10 systeemeisen Macintosh 37 statusmonitor, gebruik 27 T tonerspaarstand, instellen 15, 40 TWAIN, scannen 26 W watermerk afdrukken 21 bewerken 21 maken 21 verwijderen 21 WIA, scannen 26 44
Rev. 1.