Operation Manual

35 Camera
De lichtsituatie selecteren
1. Druk op [Opties] vóór stap 2 in “Foto's nemen”
op pagina 34 om het menu Opties weer te geven.
2. Druk op of om “Kies lichtsit.” te selecteren,
en druk vervolgens op .
3. Selecteer de lichtsituatie door op of te druk-
ken, en druk vervolgens op .
Opmerking
Het kan gebeuren dat vanwege een lichtbron op een
foto verticale strepen worden gereflecteerd. Wijzig in
dat geval de lichtsituatie.
Opnieuw een foto nemen
Druk na stap 1 en 2 in “Foto's nemen” op pagina 34 op
[Vorige].
Nu kunt u weer foto's nemen.
Opmerking
De digitale camera maakt gebruik van een C-MOS-
sensor. Hoewel deze camera van hoge kwaliteit is,
kunnen sommige foto's te helder of te donker zijn.
Als u foto’s hebt genomen of geregistreerd nadat de
telefoon lange tijd op een warme plaats heeft gele-
gen, kan de fotokwaliteit matig zijn.
Wanneer er geen geheugen aanwezig is
Als er nog maar 5 of minder foto's kunnen worden gemaakt,
of wanneer de resterende capaciteit 27,5 Kbytes (wanneer als
beeldformaat “Medium” is geselecteerd) of minder is, dan
verschijnt de melding “ ” op het scherm. Het scherm keert
terug naar stap 2 in “Foto's nemen” op pagina 34. In de linker-
bovenzijde van het scherm verschijnt het aantal foto's dat kan
worden genomen. (Het aantal foto's dat kan worden genomen
wordt bij benadering gegeven.)
Als u vanwege ontoereikende opslagcapaciteit geen fo-
to's meer kunt nemen, zie “Foto's/afbeeldingen verwij-
deren” op pagina 42 en verwijder overbodige foto's.
Betekenis van indicators in de cameramodus
Indicator Zelfontspanner (p. 36)
: Als de zelfontspanner ingeschakeld is.
Indicators voor helderheid van het beeld (p. 36)
:Helder
:
:Normaal
:
: Donker
Indicators voor het beeldformaat (p. 34)
Groot: 288 × 352 pixels
Medium (standaard): 120 × 160 pixels
Klein: 60 × 80 pixels