Operation Manual

65 Profielen
3. Druk op of om “Standaard ringtones” of
“Mijn ringtones” te selecteren, en druk vervolgens
op .
4. Selecteer het belsignaal dat u wilt gebruiken door op
of te drukken.
Als u de demo wilt horen, drukt u op [Afspelen].
Om de demo te stoppen, drukt u op [Stop].
5. Als de selectie compleet is, drukt u op .
Trillen
Wanneer het trilalarm is ingeschakeld, gaat de telefoon
bij inkomende gesprekken trillen, ongeacht de instellin-
gen van het belsignaalvolume en de toon.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Profielen aanpassen”
op pagina 63.
2. Druk op of om “Trillen” te selecteren, en
druk vervolgens op .
3. Druk op of om “Inschakelen”, “Uitschake-
len” of “Trillen & geluid” te selecteren, en druk
vervolgens op .
Tip
Wanneer u bij stap 3 “Trillen & geluid” selecteert,
worden voor het belsignaal melodieën gesynchroni-
seerd met het trilalarm. Afhankelijk van de gegevens
is het echter mogelijk dat deze functie niet werkt.
Wanneer u bij stap 3 “Inschakelen” of “Trillen & geluid”
selecteert, verschijnt ” op het standby-scherm.
Toetstonen
Wanneer “Toetstonen” ingeschakeld is, hoort u telkens als
u een numerieke toets indrukt een bevestigingstoon.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Profielen aanpassen”
op pagina 63.
2. Druk op of om “Toetstonen” te selecteren,
en druk vervolgens op .
3. Druk op of om “Aan” of “Uit” te selecteren,
en druk vervolgens op .
Als u “Uit” selecteert, keert het scherm terug naar
stap 1.
4. Selecteer “Volume”, en druk vervolgens op .
5.
Druk op om het volume te verhogen of druk op
om het volume te verlagen, en druk vervolgens op .
6. Druk op of om “Ringtone” te selecteren, en
druk vervolgens op .
7. Druk op of om “Standaard ringtones”, “Mijn
ringtones” of “Standaard toetstoon” te selecteren,
en druk vervolgens op .