Operation Manual

Instellingen 93
Profielen
Het toongeluid en het trilalarm kunnen voor elk profiel
afzonderlijk op de omstandigheden worden afgestemd.
Er zijn 6 profielen inclusief één profiel dat door de
gebruiker kan worden gedefinieerd: Normaal,
Vergadering, Actief, Auto, Headset en Stil.
Een profiel activeren
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het gewenste profiel.
Opmerking
Wanneer een profiel is geselecteerd, verschijnt op het
standby-scherm het corresponderende symbool dat
beschreven staat op pagina 16.
Tip
Druk tijdens standby op R en houd deze toets ingedrukt
om heen en weer te gaan tussen de profielinstelling
Normaal en Stil.
Profielen aanpassen
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer de instelling die u wilt aanpassen en breng de
gewenste wijzigingen aan.
Voor bijzonderheden over instellingen, zie pagina’s 94
t/m 98.
4. Druk op [Opslaan] wanneer u klaar bent.
Profielinstellingen resetten
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt resetten.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Standaardinstellingen”.
3. Voer uw toestelcode in.
De toestelcode is standaard ingesteld op “0000”. Voor
bijzonderheden over het wijzigen van de toestelcode,
zie “De toestelcode wijzigen” op pagina 112.
(M 9-2)