Operation Manual

Instellingen 95
Trilalarm
Wanneer het trilalarm is ingeschakeld, gaat de telefoon bij
inkomende gesprekken trillen, ongeacht de instellingen van
het belsignaalvolume en de toon.
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Trilalarm”.
4. Selecteer “Inschakelen”, “Uitschakelen” of
“Trillen&Geluid”.
Tip
Wanneer bij stap 4 de optie “Trillen&Geluid” wordt
geselecteerd, worden de tijdpulsen van het trilalarm
gesynchroniseerd met de door u geselecteerde ringtone.
Houd er rekening mee dat niet alle ringtones de optie
“Trillen&Geluid” ondersteunen. Als u een dergelijke
ringtone selecteert, is alleen met de optie “Inschakelen”
bij stap 4 de trilalarmfunctie mogelijk.
Als u bij stap 4 “Inschakelen” of “Trillen&Geluid”
selecteert, wordt op het standby-scherm “
weergegeven.
Meldingen
U kunt de meldingen in elk profiel aan uw persoonlijke
wensen aanpassen, onder meer de waarschuwingstonen,
berichtsignalen en de melding dat de batterij bijna leeg is.
Waarschuwingstoon
Bij een fout laat de telefoon een waarschuwingstoon horen.
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Meldingen”.
4. Selecteer “Waarsch.-toon”.
5. Selecteer “Aan/uitzetten”.
6. Selecteer “Aan” of “Uit”.
7. Selecteer “Volume” en selecteer “Hard”, “Gemiddeld”
of “Zacht”.
8. Selecteer “Toon” en selecteer “Standaard ringtones” of
“Mijn ringtones”.
9. Selecteer de gewenste toon.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een toon,
zie “Ringtone kiezen” op pagina 94.
10.Selecteer “Geluidsduur” en selecteer de gewenste tijd.