Operation Manual

18
Handige functies (vervolg)
1
3
4
2
Draaien
U kunt de beeldoriëntatie instellen.
Druk op MENU om het menuscherm te verkijgen.
Druk op \/| en selecteer “Inst.”.
Druk op '/" om “Draaien” te selecteren en druk op OK.
Druk op '/" om de gewenste modus te selecteren en
druk op OK.
Normaal
Spiegel
Draaien
Ondersteboven
: SELECT OK: ENTER M : BACK E : EXIT
Druk op END om deze functie te verlaten.
■ Direct regelen van Roteren
Druk op ROTATE en selecteer de gewenste modus.
• Elke keer dat u op ROTATE drukt, verandert de functie als volgt.
OPMERKING
• De optie “Draaien” is standaard ingesteld op “Normaal”.
1
[Ondersteboven] Om beelden
ondersteboven te tonen voor
speciale doeleinden.
[Draaien] Om geroteerde
beelden te tonen voor
speciale doeleinden.
[Spiegel] Om spiegelbeelden te
tonen voor speciale doeleinden.
[Normaal] Normale
beeldoriëntatie.
Draaien: Ondersteboven
Draaien: Normaal
Draaien: Spiegel
Draaien: Draaien
2
3
5
4
Gebruikmaken van de programmatabel
De programmatabel geeft u een lijst met alle beschikbare
kanalen. Deze zijn genummerd van 0 tot 199.
Kiezen van het gewenste kanaal
Druk op OK om de programmatabel te laten
verschijnen.
Druk op '/"/\/| en selecteer het gewenste kanaal.
• Om naar de volgende of de vorige pagina van de lijst te
gaan, druk op '/" te drukken wanneer de cursor bij het
kanaal rechtsonder respectievelijk linksboven is, of op \/|
wanneer de cursor zich in de rechter respectievelijk linker
kolom bevindt.
8 E 9 16 E54
1 S 6 9 E1 17 E56
2 S 8 1 E11 18 E57
3 S1 11 E36 19
4 S11 12 E37 2
5 E 3 13 E38 21
6 E 5 14 E5 22
7 E 6 15 E53 23
: SELECT OK: ENTER M : BACK E : EXIT
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Druk op OK om over te schakelen naar het selecteren
kanaal.
Druk op END om deze functie te verlaten.