Operation Manual

1-63
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
5
Reinig het tonerkanaal.
(1) Duw de reiniger volledig naar binnen.
(2) Trek de reiniger voorzichtig naar buiten.
(3) Herhaal (1) t/m (2) hierboven driemaal.
• Let erop dat de punt van de tonerkanaalreiniger niet hard wordt van alle toner.
• Tijdens het reinigen moet het teken ( ) op de reiniger naar beneden wijzen.
• Welke openingen u met de tonerkanaalreiniger kunt reinigen, wordt aangegeven met het label (A).
• Gebruik de tonerkanaalreiniger uitsluitend voor het reinigen
van de tonerkanalen.
6
Breng de tonerkanaalreiniger weer op
zijn plaats aan.
Plaats eerst de punt van de tonerkanaalreiniger aan de
rechterkant en duw vervolgens het andere uiteinde neer. De
reiniger klemt nu vast.
7
Sluit de klep van de tonerkanalen en
draai de vergrendelingen in de richting
van de pijl om de klep vast te zetten.
DE TONERCARTRIDGES VERVANGEN (pagina
1-52)
8
Breng de inzamelcontainer voor toner
weer aan.
DE INZAMELCONTAINER VOOR TONER
VERVANGEN (pagina 1-55)
(A)
Positie van teken
(1)
(2)
(1)
(2)