Operation Manual

1-84
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
Hiermee is de installatie voltooid.
• Na de installatie leest u in "DE PRINTERDRIVER CONFIGUREREN VOOR DE OPTIES DIE ZIJN GEÏNSTALLEERD
OP DE MACHINE" (pagina 1-96) hoe u de printerdriverinstellingen configureert.
• Als u de machine gebruikt als gedeelde printer, lees dan "DE MACHINE GEBRUIKEN ALS GEDEELDE PRINTER"
(pagina 1-94) om de printerdriver te installeren op beide clientcomputers.
7
Volg de instructies op het scherm.
Lees het bericht in het venster dat verschijnt en klik op de knop [Volgende].
De installatie begint.
Als u Windows Vista/Server 2008/7 gebruikt
Als een beveiligingsvenster verschijnt, klik dan op [Dit stuurprogramma toch installeren].
Als u Windows 2000/XP/Server 2003 gebruikt
Als een waarschuwing over de Windows-logotest of digitale handtekening verschijnt, klikt u op de knop [Toch
doorgaan] of [Ja].
8
Wanneer het bericht verschijnt dat de installatie is voltooid, klikt u op de knop
[OK].
9
Klik op de knop [Sluiten] in het venster van stap 1.
Na de installatie verschijnt mogelijk een bericht met de instructie de computer opnieuw op te starten. Als dit bericht
verschijnt, klikt u op [Ja] om uw computer opnieuw op te starten.