Operation Manual

1-93
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
Hiermee is de installatie voltooid.
• Na de installatie leest u in "DE PRINTERDRIVER CONFIGUREREN VOOR DE OPTIES DIE ZIJN GEÏNSTALLEERD
OP DE MACHINE" (pagina 1-96) hoe u de printerdriverinstellingen configureert.
Controleer of de poort van de geïnstalleerde driver dezelfde is als de poort die wordt gebruikt door de PCL6-printerdriver.
Welke poort wordt gebruikt door de printerdriver van de machine wordt aangegeven door een vinkje op het tabblad
[Poorten] van het eigenschappenvenster van de printerdriver.
DE POORT WIJZIGEN (pagina 1-102)
5
In het scherm voor selectie van de
printerdriver verwijdert u het vinkje
[PCL6] en selecteert u de printerdriver
die u wilt installeren. Vervolgens klikt u
op de knop [Volgende].
Klik op het selectievakje van de te installeren printerdriver,
zodat een vinkje ( ) verschijnt.
Wanneer u de PC-Fax-driver installeert, verschijnt dit scherm niet. Ga door met de volgende stap.
6
Selecteer of u de printer als standaardprinter wenst en klik op de knop [Volgende].
Als u meerdere drivers installeert, selecteert u de printerdriver die moet worden gebruikt als standaardprinter.
Als u geen van deze printerdrivers wilt instellen als standaardprinter, selecteer dan [Nee].
7
In het printernaamvenster dat verschijnt, klikt u op de knop [Volgende].
Wilt u de printernaam wijzigen, geef dan de gewenste naam op en klik op de knop [Volgende].
8
Op de vraag of u het schermlettertype wilt installeren selecteert u [Nee].
Vervolgens klikt u op de knop [Volgende].
Wanneer u de PC-Fax-driver installeert, verschijnt dit scherm niet. Ga door met de volgende stap.
9
Volg de instructies op het scherm.
Lees het bericht in het venster dat verschijnt en klik op de knop [Volgende].
De installatie begint.
Als u Windows Vista/Server 2008/7 gebruikt
Als een beveiligingsvenster verschijnt, klik dan op [Dit stuurprogramma toch installeren].
Als u Windows 2000/XP/Server 2003 gebruikt
Als een waarschuwing over de Windows-logotest of digitale handtekening verschijnt, klikt u op de knop [Toch doorgaan] of [Ja].
10
Wanneer het bericht verschijnt dat de installatie is voltooid, klikt u op de knop [OK].
11
Klik op de knop [Sluiten] in het venster van stap 1.
Na de installatie verschijnt mogelijk een bericht met de instructie de computer opnieuw op te starten. Als dit bericht
verschijnt, klikt u op [Ja] om uw computer opnieuw op te starten.