Operation Manual

1-102
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
DE POORT WIJZIGEN
Wanneer u de machine gebruikt in een Windows-omgeving, volgt u de onderstaande stappen om de poort te wijzigen
wanneer u het IP-adres van de machine hebt gewijzigd of de PC-Fax-driver hebt geïnstalleerd wanneer de machine is
aangesloten met een USB-kabel. Als de machine wordt gebruikt in een IPv6-netwerk, volg dan de stappen 1 tot en met
3 hieronder en zie "Overschakelen op Standaard-TCP/IP-poort" (pagina 1-104) voor de resterende stappen van de
procedure voor het wijzigen van de poort.
1
Klik op de knop [Start] ( ) gevolgd door [Configuratiescherm] en [Printer].
Klik in Windows XP/Server 2003 op de [Start]-knop en klik dan op [Printers en faxapparaten].
Klik in Windows 2000 op de knop [Start], selecteer [Instellingen] en klik vervolgens op [Printers].
Als in Windows XP in het menu [start] de optie [Printers en faxapparaten] niet wordt weergegeven, klik dan op de knop
[start] gevolgd door [Configuratiescherm] en [Printers en andere hardware] en klik vervolgens op [Printers en
faxapparaten].
2
Open het instelvenster voor het apparaat.
(1) Klik met de rechtermuisknop op de printerdriver van de machine.
(2) Selecteer [Eigenschappen].
3
Een poort toevoegen of wijzigen.
(1) Klik op het tabblad [Poorten].
(2) Klik op de knop [Poort toevoegen].
Als u wilt overstappen op een eerder gecreëerde poort, zoals een USB-poort, selecteert u de gewenste poort
(USB001 enzovoort) in de lijst en klikt u op de knop [Toepassen]. Hiermee wordt de poort gewijzigd.
(2)
(1)