Operation Manual

2-22
KOPIEERMACHINE
Inhoudsopgave
6
Controleer het te gebruiken papier.
Controleer of het juiste papier en de juiste lade zijn
geselecteerd.
Druk op de toets [Papierformaat] als u het papier (en lade) wilt
wijzigen.
PAPIERLADEN (pagina 2-11)
Niet voor alle instellingen van het formaat origineel wordt automatisch hetzelfde formaat papier geselecteerd. In zulke
gevallen wijzigt u het papierformaat handmatig.
7
Stel het aantal kopieën (aantal sets) in
met de cijfertoetsen.
U kunt maximaal 999 kopieën (sets) instellen.
U kunt één kopie maken, ook al verschijnt "0" voor het aantal kopieën.
Als het aantal kopieën niet juist is ingesteld…
Druk op de toets [WISSEN] ( ) en voer het juiste aantal in.
8
Druk op [START].
Het scannen begint.
9
Verwijder het origineel, plaats het volgende origineel en druk op de toets
[START].
Herhaal deze stap totdat u alle originelen hebt gescand.
10
Druk op [Lezen Klaar].
Als u het scannen van het origineel en het kopiëren wilt annuleren...
Druk op de toets [STOP] ( ).
Systeeminstellingen (Beheerder): Instelling Oorspronkelijke Status (2-Zijdige Kopie)
De standaard 2-zijdig kopieerfunctie kan worden gewijzigd.
Spec. Functies
Normaal
papier
2-Zijdige
Kopie
Uitvoer
Bestand
Snelbestand
Kopieerfactor
100%
A4
3.
2.
1.
A5
Origineel
Papierformaat
Auto
A4
Normaal papier
Belichting
Auto
A4
4.
A4
A4
A4
Normaal
papier
7
A4
Spec. Functies
2-Zijdige
Kopie
Lezen Klaar
Plaats volgend origineel. Druk op
[Start]. Druk op [Lezen klaar]
indien gereed.