Operation Manual

2-87
KOPIEERMACHINE
Inhoudsopgave
KOPIEËN CONTROLEREN ALVORENS U AFDRUKT
(Proefafdruk)
Met deze functie drukt u slechts één set kopieën af, ongeacht het aantal sets dat u hebt opgegeven. Wanneer de eerste
set is gecontroleerd op fouten, kunt u de overige sets afdrukken. Voorheen moest u het origineel opnieuw scannen
telkens wanneer wijzigingen van de instellingen nodig waren. Maar met deze functie kunt u instellingen voor het
gescande origineel wijzigen, zonder het opnieuw te scannen. Zo kunt u efficiënter kopiëren.
1
Plaats het origineel.
Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Plaats het origineel in de automatische documentinvoer.
ORIGINELEN IN DE AUTOMATISCHE ORIGINEELINVOER PLAATSEN (pagina 1-37)
Plaats het origineel en geef dan het formaat origineel op.
FORMATEN ORIGINEEL (pagina 2-29)
2
Selecteer de kopieerinstellingen in het basisscherm.
3
Selecteer Proefafdruk.
(1) Druk op de toets [Spec. Functies].
SPECIALE FUNCTIES (pagina 2-41)
(2) Druk op de toetsen om tussen de
schermen te wisselen.
(3) Druk op de toets [Proefafdruk] zodat deze
wordt gemarkeerd.
(4) Druk op [OK].
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
Indien OK
Nadat de aanpassingen zijn
gemaakt, wordt er één set voor u
afgedrukt om te controleren.
De resterende vier
sets worden afgedrukt
Pas de
instellingen aan
Indien OK
Er wordt één set
kopieën afgedrukt die
u kunt controleren.
“Proefafdruk” wordt
geselecteerd en er worden
vijf sets afgedrukt.
De resterende vier sets
worden afgedrukt
Spec. Functies
2
2
OK
Proefafdruk
Opmaak 8
visitekaartjes
Langzame
scanmodus
Origineel
gem. form.
Aantal
originelen
(4)(2)(3)