Operation Manual

3-24
PRINTER
Inhoudsopgave
In dit gedeelte worden veel gebruikte functies uitgelegd.
EEN INSTELLING VOOR DE AFDRUKMODUS
SELECTEREN
2-ZIJDIG AFDRUKKEN (pagina 3-26)
DE AFBEELDING AANPASSEN AAN HET PAPIER
(pagina 3-28)
MEERDERE PAGINA'S OP ÉÉN PAGINA AFDRUKKEN
(pagina 3-29)
AFDRUKKEN NIETEN (pagina 3-31)
Deze uitleg veronderstelt dat het papierformaat en ander basisinstellingen al zijn geselecteerd. Voor de basisprocedure
voor het afdrukken en de stappen voor het openen van het instelvenster van de printerdriver, zie het volgende gedeelte:
Windows: BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN (pagina 3-4)
Macintosh: BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN (pagina 3-17)
EEN INSTELLING VOOR DE
AFDRUKMODUS SELECTEREN
In dit gedeelte wordt de procedure voor het selecteren van selecteren van een afdrukmodusinstelling uitgelegd. De
"Instellingen afdrukmodus" bestaan uit de volgende drie items:
Normaal: Deze modus is geschikt voor het afdrukken van gewone tekst of tabellen.
Hoge kwaliteit: De afdrukkwaliteit van foto's en tekst is hoog.
Fijn: Selecteer dit item als u een foto duidelijker wilt afdrukken of afbeeldingen met gradaties en dergelijke wilt
afdrukken.
(Deze functie kan worden gebruikt wanneer de PCL5e-printerdriver wordt gebruikt.)
(1) Klik op het tabblad [Geavanceerd].
(2) Selecteer "Afdrukmodus".
VEEL GEBRUIKTE FUNCTIES
Raadpleeg voor Windows de Help van de printerdriver voor informatie over de printerdriver-instellingen voor elke
afdrukfunctie.
Windows
(1) (2)