Operation Manual

5-132
SCANNER/INTERNETFAX
Inhoudsopgave
METADATAVELDEN
De volgende drie soorten metadata worden ingesloten bij het verzonden XML-bestand.
• Automatisch door de machine gegenereerde data:Deze data worden altijd ingesloten in het XML-bestand en worden
automatisch opgeslagen in uw computer.
• Vooraf gedefinieerde velden: Deze velden worden automatisch herkend door de machine en
toegewezen aan de juiste XML-tags. Deze veldtypes kunnen
worden geselecteerd en alleen ingesloten in het XML-bestand als
ze in de webpagina's zijn geactiveerd.
• Door de gebruiker gedefinieerde velden: Aangepaste velden kunnen aan het XML-bestand worden
toegevoegd . Deze veldtypes kunnen worden geselecteerd en in
de webpagina's gedefinieerd.
Als een gedefinieerd metadataveld een van de volgende velden is, verschijnt er een melding waarin staat dat het veld
niet kan worden ingevoerd. Voer de juiste informatie in het betreffende item van de verzendinstellingen in.
Verzending kan niet worden uitgevoerd als de tab [Data-Invoer] weergegeven wordt en er geen metadatainstellingen zijn
geconfigureerd. Voor het uitvoeren van een verzending zonder metadata schakelt u over naar een andere modus door op
de tab van die modus te drukken en daarna een verzending uit te voeren.
Voor het configureren van metadatainstellingen kunt u adressen in alle te gebruiken modi opgeven. Nadat
metadatainstellingen zijn geconfigureerd, kunnen alleen adressen in modi die zijn toegestaan in de geselecteerde
metadataset worden opgegeven.
Wanneer metadatainstellingen zijn geconfigureerd of een adres wordt opgegeven in de tab [Data-Invoer], is het niet
mogelijk over te schakelen naar een andere modus.
Metadataverzending is mogelijk met de functie documentarchivering. De tab [Data-Invoer] verschijnt in het scherm
verzendinstellingen van de functie documentarchivering om metadataverzending mogelijk te maken. Daarnaast kan
metadataverzending met documentarchivering worden uitgevoerd in [Documenthandelingen] in de webpagina's.
Ingevoerde naam in
metadataveld
Beschrijving Waar ingevoerd
fromName Naam van de gebruiker die de opdracht
verzonden heeft. Als de naam niet is
ingevoerd als metadata, wordt de door de
gebruikelijke regels voor het bepalen van een
afzendernaam bepaalde afzendernaam
toegepast als metadata.
[Antwoord naar]
(Afzendernaam van geselecteerde afzender)
replyTo E-mailadres waaraan het verzendresultaat
wordt verzonden.
[Antwoord naar]
(E-mailadres van de geselecteerde afzender)
documentSubject Opdrachtnaam die verschijnt in de
onderwerpregel van de e-mail of de
opdrachtnaam op het faxvoorblad. Wanneer
de gebruiker een [Onderwerp] invoert in het
scherm verzendinstellingen in het
aanraakscherm, wordt de ingevoerde waarde
als metadata toegepast.
[Onderwerp]
(Blanco tot een waarde wordt ingesteld in het
scherm verzendinstellingen.)
fileName Voer de bestandnaam in voor de te
verzenden afbeelding.
[Bestandsnaam]
(Alleen als het selectievakje [Aangepaste
bestandnamen toestaan] wordt geselecteerd
in het scherm metadatainstellingen in de
webpagina's.)
(Blanco tot een waarde wordt ingesteld in het
scherm verzendinstellingen.)