Operation Manual

6-39
DOCUMENTOPSLAG
Inhoudsopgave
SCHERM VERZENDINSTELLINGEN
Hieronder wordt uitleg gegeven over de toetsen voor de verzendinstellingen. Zie voor meer informatie over elke
instelling "BASISSCHERM VAN DE FAXFUNCTIE" (pagina 4-7) in "4. FAX" en "BASISSCHERM" (pagina 5-9) in
"5. SCANNER / INTERNETFAX".
Voorbeeld van scanmodus
(1) Verzendmodustabs
Druk op het juiste tabblad om de faxmodus, scanmodus
of internetfaxmodus te selecteren.
(2) Toets [Adresboek]
Druk op deze toets om de in het adresboek opgeslagen
bestemmingen te bekijken.
(3) Toets [Adresinvoer] of toets [Subadres]
Gebruik deze toets om rechtstreeks een adres in de
voeren wanneer u een bestand in de scanmodus of
internetfaxmodus verzendt.
In de faxmodus verschijnt deze als de toets "Subadres".
Gebruik deze toets om een subadres en een wachtwoord
voor een F-code communicatie in te voeren.
(4) Toets [Verzendinst.]
Deze toets verschijnt een de scanmodus en in de
Internetfaxmodus. Druk op de toets om een onderwerp en een
bestandsnaam in te voeren wanneer u een verzending uitvoert.
In de scanmodus kunt u ook een verzender aangeven.
(5) Toets
Het 3-cijferige zoeknummer dat aan een sneltoets of
groeptoets was toegekend toen de toets werd
opgeslagen, kan worden ingevoerd om de bestemming
aan te geven.
(6) Toets [Volgend Adres]
Deze toets verschijnt wanneer ten minste één adres is
ingevoerd. Gebruik deze toets wanneer u een bestand
naar meerdere bestemmingen verzendt.
(7) Toets [Annuleren]
Hiermee keert u terug naar het scherm voor
taakinstellingen.
(8) Weergave Bestandsnaam / Gebruikersnaam
Hier worden het pictogram van het te verzenden
bestand, de bestandsnaam, de gebruikersnaam en de
kleurenmodus (kleur of zwart-wit) weergegeven.
(9)
Al deze toetsen kunnen worden ingedrukt om de
overeenkomstige instellingen te wijzigen van het
bestand dat verzonden moet worden. Welke instellingen
kunnen worden geselecteerd, varieert per modus.
Scanmodus
Toets [Resolutie]
Gebruik deze toets om de resolutie in te stellen. U kunt
geen hogere resolutie-instelling selecteren dan de
instelling waarmee het bestand is opgeslagen.
Toets [Best.Indeling]
Hiermee kunt u het bestandstype, de compressiefactor
en de kleurmodus selecteren.
Toets [Spec. Functies]
Druk op deze toets om de toets [Timer] weer te geven.
Internetfaxmodus
Toets [Resolutie]
Gebruik deze toets om de resolutie in te stellen. U kunt
geen hogere resolutie-instelling selecteren dan de
instelling waarmee het bestand is opgeslagen.
Toets [Best.Indeling]
Hiermee kunt u het bestandstype en de
compressiefactor selecteren.
Toets [Spec. Functies]
Druk op deze toets om de toetsen [Timer] en
[Transactierapport] weer te geven.
Faxmodus
Toets [Resolutie]
Gebruik deze toets om de resolutie in te stellen. U kunt
geen hogere resolutie-instelling selecteren dan de
instelling waarmee het bestand is opgeslagen.
Toets [Spec. Functies]
Hiermee worden de toetsen [Timer], [Eigen naam
kiezen] en [Transactierapport] weergegeven.
(10) Selectievakje [Z/W-verzenden]
Dit wordt gebruikt om een bestand in kleur opnieuw te
verzenden. Schakel het selectievakje in om een
bestand in zwart-wit te verzenden.
Deze functie kan niet worden gebruikt voor een fax- of
internetfaxbestand.
Adresboek
Adresinvoer
Verzendinst.
Resolutie
Best.Indeling
Spec. Functies
file-01
F. Colour
200X200dpi
PDF PDF
Name 1
Scannen Internetfax Faxen
Gereed voor verzenden.
Annuleren
Z/W-verzenden
(6)
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(8)
(9)
(7)
(10)