Operation Manual

7-3
SYSTEEMINSTELLINGEN
Inhoudsopgave
Systeeminstellingen
De systeeminstellingen worden gebruikt voor het configureren van diverse parameters in overeenstemming met uw
vereisten. De systeeminstellingen worden ook gebruikt om de huidige instellingen en status van de machine weer te
geven of af te drukken. Door de systeeminstellingen kan de machine gemakkelijker bediend worden.
De systeeminstellingen bestaan uit instellingen voor gebruik door algemene gebruikers en instellingen die alleen
geconfigureerd kunnen worden door een beheerder van de machine. Deze twee groepen instellingen worden in deze
handleiding als volgt onderscheiden.
SYSTEEMINSTELLINGEN
Systeeminstellingen (algemeen) Systeeminstellingen (beheerder): *inloggen vereist
Systeeminstellingen die geconfigureerd kunnen worden door
algemene gebruikers (met inbegrip van de beheerder).
Bijvoorbeeld, de volgende instellingen kunnen worden
geconfigureerd:
Datum- en tijdinstellingen
Papierlade-instellingen (papierformaat en papiersoort)
Bestemmingen opslaan voor de fax- en scannerfuncties
Instellingen met betrekking tot de printerfuncties
Mappen voor documentarchivering aanmaken
Het aantal geprinte, gescande en gefaxte pagina's
weergeven.
Raadpleeg "SYSTEEMINSTELLINGEN (ALGEMEEN)"
(pagina 7-5) voor meer informatie.
Systeeminstellingen die geconfigureerd kunnen worden door
de beheerder. Om deze instellingen te configureren is
inloggen als beheerder vereist. Bijvoorbeeld, de volgende
instellingen kunnen worden geconfigureerd:
Gebruikers van de machine opslaan
Energiebesparende instellingen
Instellingen die verband houden met het bedieningspaneel
Instellingen voor op de machine geïnstalleerde
randapparatuur.
Instellingen met betrekking tot de kopieerfuncties
Netwerkverbindingsinstellingen
Overdracht-/ontvangstinstellingen voor faxberichten en
gescande afbeeldingen
Geavanceerde instellingen voor de
documentarchiveringsfunctie
Raadpleeg "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)"
(pagina 7-32) voor meer informatie.
Instellingen voor algemene gebruikers
Instellingen voor beheerders
Wachtwoord beheerder
Voor de beveiliging dient de beheerder van de machine meteen nadat de machine is aangeschaft het wachtwoord te
wijzigen. (Zie voor het standaard fabriekswachtwoord "STANDAARD FABRIEKSWACHTWOORDEN" in de
Starthandleiding.) Zie voor het wijzigen van het wachtwoord "Wachtwoord beheerder wijzigen" (pagina 7-100).
*Om een hoog beveiligingsniveau te garanderen moet u het wachtwoord regelmatig wijzigen.
Bovenstaande groepsindeling "Algemeen" en "Beheerder" wordt gebruikt als een handige manier om de functies van de
instellingen te verduidelijken. Deze indeling komt niet voor op het aanraakscherm.
Raadpleeg "SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX" (pagina 7-105) voor de faxinstellingen.
Webpagina’s
Deze systeeminstellingen kunnen ook in de webpagina's worden geconfigureerd. Klik op de toets [Systeeminstellingen] in
het webpaginamenu om de systeeminstellingen te configureren vanuit de webpagina's.
Ook de netwerk- en beveiligingsinstellingen kunnen in de webpagina’s worden geconfigureerd. Raadpleeg de Helpfunctie
in de webpagina’s voor meer informatie over de instellingen.