Operation Manual

7-31
SYSTEEMINSTELLINGEN
Inhoudsopgave
Gebruikers-bediening
In dit gedeelte worden de instellingen voor gebruikers-bediening uitgelegd. Druk op de toets [Gebruikers-bediening] en
configureer de instellingen.
Gebruikersinformatie wijzigen
De informatie van de op dit moment ingelogde gebruiker kan worden bewerkt.
Instellingen
Instellingen voor gebruikers-bediening kunnen alleen worden geconfigureerd als "Gebruikersauthenticatie-instelling"
(pagina 7-51) is geactiveerd.
Afhankelijk van de ingelogde gebruiker, kan het onmogelijk zijn de instellingen hieronder te gebruiken.
Item Beschrijving
Gebruikersnaam
Bewerk de naam van de gebruiker (maximaal 32 tekens). Deze gebruikersnaam
wordt gebruikt als toetsnaam in het loginscherm, als gebruikersnaam voor
documentarchivering en als verzendernaam. (De gebruikersnaam moet uniek zijn.)
Eerste letter
Bewerk de initialen (max. 10 tekens). De initialen bepalen waar de gebruikersnaam
verschijnt in de gebruikersnaamlijst.
Index
Selecteer de gewenste aangepaste index. De aangepaste indexnamen zijn dezelfde
namen als in het adresboek.
Loginnaam Dit kan niet worden bewerkt.
Wachtwoord
Voer het wachtwoord gebruikt voor gebruikersauthenticatie in met behulp van
loginnaam en wachtwoord (1 tot 32 tekens). (Het wachtwoord kan worden
overgeslagen.)
Mijn map Dit kan niet worden bewerkt.
E-mailadres Dit kan niet worden bewerkt.
Authenticatie-instellingen Dit kan niet worden bewerkt.
Paginalimietgroep Dit kan niet worden bewerkt.
Autoriteitsgroep Dit kan niet worden bewerkt.
Favoriete bedieningsgroep
De favoriete bedieningsgroep die wordt toegepast tijdens de login.
Controleer met uw beheerder de instellingen van de Favoriete bedieningsgroepen.
Gebruikersnummer Dit kan niet worden bewerkt.
Een account verwijderen Dit kan niet worden bewerkt.
De items die verschijnen verschillen afhankelijk van de gebruikersauthenticatiemethode die is geactiveerd.