Operation Manual

1-35
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
Enveloppen laden
Enveloppen dienen in één lijn met de linkerkant in de hieronder aangegeven afdrukstand in de handinvoerlade te
worden geladen.
Alleen de voorzijde van de enveloppen kan worden bedrukt. Zorg dat de voorzijde naar beneden wijst.
Laadt u enveloppen, plaats dan maar één envelop tegelijk.
Belangrijke wenken voor het laden van enveloppen
Enveloppen die u niet kunt gebruiken
Gebruik de volgende enveloppen niet. Enveloppen lopen vast met vegen en vlekken als resultaat.
• Enveloppen met metalen klemmen
• Plastic of stoffen haken
• Enveloppen met een sluitkoord
• Enveloppen met vensters of schutlaag
• Enveloppen met een oneffen voorzijde als gevolg van bosselering
• Dubbellaags enveloppen
• Enveloppen met een kleefstrook
• Handgemaakte enveloppen
• Bubbeltjesenveloppen
• Enveloppen met kreuken of vouwen, gescheurde of beschadigde enveloppen
• Enveloppen met een verkeerd uitgelijnde plaknaad aan de achterzijde kunnen niet worden gebruikt, aangezien deze
kunnen kreuken.
Afdrukkwaliteit op enveloppen
• De afdrukkwaliteit is niet gegarandeerd in het gebied van 10mm (13/32") rond de randen van de envelop.
• De afdrukkwaliteit is niet gegarandeerd op delen van enveloppen met een stapsgewijs verloop in dikte, zoals op
vierlaagse delen of delen met minder dan drie lagen.
• De afdrukkwaliteit is niet gegarandeerd op enveloppen met sluitstrips.
Druk niet op beide zijden van een envelop af. Dit kan leiden tot vastlopen van het apparaat of een slechte afdrukkwaliteit.
In sommige bedrijfsomgevingen kunnen kreukels, vegen, vastlopen van het papier, slechte tonerfusing of
apparaatstoringen optreden.
Voor sommige typen enveloppen gelden beperkingen. Neem voor meer informatie contact op met een
SHARP-onderhoudstechnicus.
Kan worden
gebruikt
Kan niet worden
gebruikt