Operation Manual

7-114
SYSTEEMINSTELLINGEN
Inhoudsopgave
Instelling Afdrukken
Transactierapport
Hiermee kunt u selecteren of er wel of geen
transactierapport wordt afgedrukt, en als dat wel
gebeurt, kunt u de voorwaarden selecteren. Selecteer
een instelling voor elk van de volgende handelingen:
Enkele Verzending
• Volledig Rapport Afdrukken
• Alleen Foutrapport Afdrukken
• Geen Afgedrukt Rapport
Distribueren
• Volledig Rapport Afdrukken
• Alleen Foutrapport Afdrukken
• Geen Afgedrukt Rapport
Ontvangen
• Volledig Rapport Afdrukken
• Alleen Foutrapport Afdrukken
• Geen Afgedrukt Rapport
Vertrouwelijke Ontvangst
• Kennisgevingspagina Afdrukken
• Geen Afgedrukt Rapport
Wanneer een transactierapport wordt afgedrukt, kunt u
een gedeelte van de eerste pagina van het verzonden
origineel op het transactierapport afdrukken. Raadpleeg
"Origineel afdrukken op transactierapport" voor meer
informatie.
Instelling Afdrukken Activiteitenrapport
Deze instelling wordt gebruikt om het activiteitenrapport
Beeld Verzenden, die is opgeslagen in het geheugen
van de machine, regelmatig af te drukken.
U kunt het activiteitenrapport Beeld Verzenden instellen
op automatisch afdrukken na 201 transacties, maar kunt
deze ook instellen op automatisch afdrukken op een
bepaald tijdstip (bijvoorbeeld één keer per dag). (De
instellingen kunnen gelijktijdig worden ingeschakeld.)
ECM
Ruis op de lijn kan leiden tot onduidelijke afbeeldingen.
Wanneer u ECM (Error Correction Mode) inschakelt,
worden onduidelijke pagina's automatisch opnieuw
verzonden.
Detectie Onderscheidend
Belsignaal
Deze instelling kan alleen worden gebruikt in Canada,
Australië, Nieuw-Zeeland en Hongkong.
Als er meerdere telefoonnummers zijn toegewezen op
uw telefoonlijn, kan het nummer dat wordt gebeld
worden geïdentificeerd door de ringtoon. Door gebruik te
maken van één nummer voor telefoongesprekken en
een ander nummer voor faxen, hoort u welk type oproept
u ontvangt. U kunt uw machine instellen op het
automatisch ontvangen van faxen wanneer uw
faxnummer wordt gebeld door een ringtoon te kiezen die
hoort bij uw faxnummer. (Let op: in Canada kunt u
kiezen uit zes verschillende tonen.)
PBX-instelling
Deze instelling kan alleen worden gebruikt in Frankrijk
en Duitsland.
Wanneer de machine aangesloten is op een PBX, kunt u
de "PBX-instelling" inschakelen zodat er elke keer
wanneer u normaal belt automatisch een verbinding met
de buitenlijn wordt gemaakt. Wanneer deze instelling
geactiveerd is, verschijnt de [R]-toets in het
basisscherm. Wanneer er op de toets [R] wordt gedrukt,
wordt de PBX-instelling tijdelijk uitgeschakeld.
Selecteer [Flash] als uw PBX een Flashmethode
gebruikt voor een verbinding met een buitenlijn. Geef het
ID-nummer op als uw PBX een ID-nummer gebruikt voor
een verbinding met een buitenlijn.
U kunt de instellingen voor faxverzending configureren.
Wanneer het afdrukken van een transactierapport
staat ingesteld op "Ontvangen", wordt geen rapport
afgedrukt voor ontvangst van een nummer dat bij de
instelling "Instelling nummer toestaan/weigeren"
(pagina 7-118) is opgegeven.
Als u alleen de instelling de “Dagelijks afdrukken op
opgegeven tijd” selecteert en het aantal transacties
groter is dan 201 voor het opgegeven tijdstip, zal bij
elke nieuwe transactie de oudste worden verwijderd (de
oudste transactie zal niet worden afgedrukt).
Het activiteitenrapport van beeldverzending kan ook
handmatig afgedrukt worden. Zie "Lijst afdrukken
(beheerder)" (pagina 7-95).
Als de ontvangende faxmachine Super G3
ondersteunt, zal ECM, ongeacht deze instelling,
functioneren.
Selecteer een nummer voor het eerste getal en
vervolgens een nummer of een streepje "-" voor het
tweede en derde getal.
Instellingen Fax Verzenden