Operation Manual

8-9
HET OPSPOREN VAN FOUTEN
Inhoudsopgave
HET VOLUME VAN DE BELTOON AANPASSEN
Als de beltoon bij de ontvangst van een fax te hard of te zacht is, volgt u de
stappen hieronder om het volume aan te passen.
Het faxtoonvolume kan worden aangepast in de systeeminstellingen (beheerder).
Druk op de toets [SYSTEEMINSTELLINGEN] op het bedieningspaneel.
Druk op [Instellingen Beeld Verz] - [Faxinstellingen] - [Fax-Standaardinstellingen] -
[Luidsprekerinstellingen] - [Belvolume], in deze volgorde, en selecteer vervolgens
het gewenste volume.
HET APPARAAT BEGINT MET AFDRUKKEN TERWIJL
IK PROBEER OM GEGEVENS DOOR TE STUREN...
Voordat u ontvangen faxgegevens doorstuurt naar
een gedeelde map, moet u eerst controleren of de
bestemmingscomputer is ingeschakeld.
Als de computer niet is ingeschakeld, dan drukt de
machine de ontvangen faxgegevens af. Wanneer
gegevens worden doorgestuurd naar meerdere
computers en een van de computers is uitgeschakeld,
dan worden de ontvangen gegevens afgedrukt.
DE COMMUNICATIEGEGEVENS VAN DE MACHINE
CONTROLEREN
Om de communicatiegegevens van de machine te controleren met de
beeldverzendfunctie, volgt u de stappen hieronder om een rapport van de
beeldverzendactiviteit af te drukken.
Het rapport beeldverzendactiviteit wordt afgedrukt vanuit de systeeminstellingen
(beheerder).
Druk op de toets [SYSTEEMINSTELLINGEN] op het bedieningspaneel.
Druk vervolgens op [Lijst afdrukken (beheerder)] - [Activiteitenrapport verzenden
van afbeeldingen] om het rapport af te drukken.
Z
Z
Z
Z
Bestemming
Computer aanzetten