Operation Manual

11
PROGRAMMEREN VAN BASISFUNCTIES
U moet bepaalde vereiste instellingen programmeren zodat de kassa naar uw behoeften en verkopen
functioneert alvorens het invoeren van verkopen te starten. Deze gebruiksaanwijzing heeft drie gedeelten:
PROGRAMMEREN VAN BASISFUNCTIES (bladzijde 11-21) dat de onderdelen beschrijft die
geprogrammeerd moeten worden; PROGRAMMEREN VAN EXTRA FUNCTIES (bladzijde 45-51) voor het
programmeren van een gemakkelijker gebruik van de toetsenbordtoetsen en PROGRAMMEREN VAN
GEAVANCEERDE FUNCTIES” (bladzijde 52-67) voor het programmeren van diverse optionele
programmeringsfuncties.
Zoek de vereiste functies op en programmeer deze dienovereenkomstig.
1 Afkortingen en termen
Afd. (Dept.): Afdeling (Department); een categorie voor het classificeren van artikelen. Ieder artikel moet tot
een afdeling behoren.
PLU: Price Look Up, oftewel prijs-opzoeken; een categorie voor het classificeren van artikelen. PLU’s
(Price Look-Up) worden gebruikt voor het oproepen van vooraf-ingestelde prijzen door het
invoeren van een code.
BTW (VAT): Belasting toegevoegde waarde (Value Added Tax).
X-overzicht: Overzicht voor het lezen van verkoopdata.
Z-overzicht: Overzicht voor het lezen en terugstellen van verkoopdata.
Kassabon aan/uit (ON/OFF) functie: om bonnen of geen bonnen af te drukken in de REG functie.
2 Alvorens te programmeren
Procedure voor programmeren
1. Controleer of er een papierrol in de kassa is geplaatst. Plaats een nieuwe rol indien er niet genoeg papier op
de rol zit (zie voor vervanging “Vervangen van de papierrol” in het hoofdstuk “ONDERHOUD VOOR
BEDIENING”).
2. Steek de functiesleutel in de functieschakelaar en draai naar de Z/PGM stand.
3. Programmeer de vereiste onderdelen en gegevens in de kassa.
Na het programmeren van een onderdeel, drukt de kassa de gemaakte instelling af. Controleer aan de hand
van de gegeven afdrukvoorbeelden in de betreffende gedeeltes.
4. Druk indien nodig programmeerrapporten ter referentie af.
OPMERKING
Opdevoorbeeldenvantoetsbedieningenbijdebeschrijvingenvoorhetprogrammeren,tonen
nummersals“221012”deparameterdiemoetwordeningevoerdmetdebijbehorendecijfertoetsen.
Sterretjesindetabelsbijdebeschrijvingenvoorhetprogrammeren,tonendestandaard
fabrieksinstellingen.
Beschrijving van speciale toetsen
0
,
1
t/m
9
Gebruik voor het invoeren van cijfers.
:
Gebruik voor het invoeren van tekencodes.
l
Gebruik voor het wissen van een invoer.
s
Gebruikt voor het bevestigen van ingevoerde data.
A
Gebruik voor het voltooien van het programmeren.