Operation Manual

-19
Installatie
Projectie-instellingen
Er zijn vier projectie-instellingen, zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. Kies de instelling die
het meest geschikt is voor de manier waarop de projector wordt gebruikt. (Het onderdeel Projectie is in het
“Opties2” menu. Zie bladzijde 52.)
Op de tafel, naar voren projecteren Aan het plafond, naar voren projecteren
[Menu-onderdeel “Voor”] [Menu-onderdeel “Plafond+voor”]
Op de tafel, naar achteren projecteren Aan het plafond, naar achteren projecteren
(met een doorzichtig scherm) (met een doorzichtig scherm)
[Menu-onderdeel “Achter”] [Menu-onderdeel “Plafond+achter”]
Relatie tussen de projectiebeeldgrootte en de projectie-afstand
Raadpleeg de “INSTELGIDS” op de meegeleverde CD-ROM voor details.
Voorbeeld: NORMALE modus (4:3) voor standaardlens
500"
200"
100"
84"
60"
400"×300"
Projectie-afstand
160"
×
120"
80"
×
60"
67"
×
50"
48"
×
36"
58'7
"
70'4
"
(17,9 m – 21,4 m)
23'5
"–
28'1
"
(7,1 m
8,6 m)
11
'
9
"–
14'1
"
(3,6 m
4,3 m)
9'10
"–
11'10
"
(3,0 m
3,6 m)
7'0
"–
8'5
"
(2,1 m – 2,6 m)
Beeldgrootte