Operation Manual

21
Aansluitingen
Aansluitingen
INPUT aansluitingen en geschikte apparatuur
INPUT 1, 2 aansluiting
Voor aansluiten van een computer. (Zie blz. 23.)
Voor aansluiten van videoapparatuur met
een component-uitgangsaansluiting (DVD-
speler, DTV-decorder, DVD-recorder met
vaste schijf enz.). (Zie blz. 24.)
INPUT 3 aansluiting
Voor aansluiten van videoapparatuur
met een S-video-uitgangsaansluiting
(videorecorder, DVD-speler enz.).
(Zie blz. 24.)
INPUT 4 aansluiting
Voor aansluiten van videoapparatuur
zonder een S-video-uitgangsaansluiting.
(Zie blz. 25.)
AUDIO (INPUT 1, 2) aansluiting
Voor aansluiten van een
audiokabel (gemeenschappelijke
audio-ingang voor INPUT 1 en 2).
(Zie blz. 23 en 24.)
AUDIO (INPUT 3, 4) aansluiting
Voor aansluiten van een
audiokabel (gemeenschappelijke
audio-ingang voor INPUT 3 en 4).
(Zie blz. 24 en 25.)
COMPUTER-RGB/COMPONENT
OUTPUT aansluiting
Voor aansluiten van een monitor
wanneer u gelijktijdig het
projectiebeeld op een monitor wilt zien.
(Zie blz. 25.)
RS-232C aansluiting
Voor aansluiten van een
computer voor bediening van
de projector. (Zie blz. 26.)
AUDIO OUTPUT aansluiting
Voor aansluiten van een versterker of
andere audioapparatuur met een
audiokabel (los verkrijgbaar)
(gemeenschappelijke audio-uitgang
voor INPUT 1, 2, 3 en 4)
Gebruik een audiokabel met een ø3,5
mm minibusstekker voor de verbinding
met deze aansluiting.
Achterkant