Operation Manual

60
Probleem
Het beeld is groen bij
INGANG 1 (COMPO-
NENT)/INGANG 2
(COMPONENT).
Het beeld is roze (niet
groen) bij INGANG 1
(RGB)/INGANG 2 (RGB).
Het beeld is te helder en
erg wit.
De koelventilator maakt
veel geluid.
De lamp brandt niet
nadat de projector is
ingeschakeld.
De lamp gaat tijdens het
projecteren plotseling uit
Het beeld flikkert soms.
Het aangaan van de
lamp duurt erg lang.
Het beeld is donker.
Controle
Wijzig de instelling voor het ingangssignaaltype.
•Wanneer u geen ingangssignaaltype kunt selecteren, selecteert u
“Vage of flauwe kleuren” in het “Help” menu, nadat u een ander
onderdeel dan “sRGB” in “Beeldmodus” hebt geselecteerd, en dan
selecteert u het ingangssignaaltype.
De beeldinstellingen zijn niet juist gemaakt.
•Wanneer de temperatuur in het inwendige van de projector oploopt,
gaat de koelventilator sneller draaien.
De lampindicator licht rood op.
Vervang de lamp.
De kabels zijn verkeerd op de projector aangesloten of de
aangesloten apparatuur werkt niet juist.
Selecteer “Verticale strepen of flikkering in het beeld” in het “Help”
menu en maak de vereiste afstellingen.
Als dit vaak gebeurt, moet u de lamp vervangen.
De lamp zal uiteindelijk vervangen moeten worden.
Vervang de lamp voordat deze het einde van de levensduur heeft
bereikt.
Blz.
46
39, 46
40
48, 51
23–26
46
51
51
Dit apparaat is uitgerust met een microprocessor. De prestatie van de microprocessor kan nadelig beïnvloed
worden door een verkeerde bediening of interferentie. Als dit gebeurt, moet u de stekker minimaal 5 minuten uit
het stopcontact trekken en dan kunt u de stekker weer insteken.
Problemen oplossen (vervolg)