Afwasautomaat SN.../SX...
6HWXS VHF Ù 5HVHW VHF
nl Inhoudsopgave gn i z j iwna sk i urbnelG 8 Bestemming van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 ( Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . 5 Voordat u het apparaat in gebruik neemt . . . . . . . . . . . . . . . 5 Bij aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Bij de installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Dagelijks gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Bij schade. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Bij het afvoeren. . . . . . . . . . . . . . . . . .
nl 1 Apparaat bedienen . . . . . . . . . . 32 Programmagegevens . . . . . . . . . . . .32 Instellingen wijzigen . . . . . . . . . . . . . .32 Deur openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Aquasensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Tijdweergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Sensorinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Extra drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Ecoprognose . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Auto Power Off . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bestemming van het apparaat nl 8 Bestemming van het apparaat ■ t a rap a t eh nav gn ime t seB ■ ■ Dit apparaat is bestemd voor privégebruik in het huishouden en de huiselijke omgeving. De vaatwasser alleen in het huishouden gebruiken en alleen voor het aangegeven doel: het afwassen van huishoudelijk serviesgoed. Deze vaatwasser is bestemd voor gebruik tot op hoogten van maximaal 4.000 m boven zeeniveau.
nl Veiligheidsvoorschriften Bij aflevering 1. 2. 3. Controleer onmiddellijk of de verpakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met uw leverancier. Het verpakkingsmateriaal milieuvriendelijk volgens de geldende voorschriften afvoeren. Laat kinderen niet met de verpakking en de onderdelen daarvan spelen. Kans op stikken door vouwdozen en folie.
Veiligheidsvoorschriften nl ■ ■ ■ ■ ■ Neem bovendien de montageaanwijzingen van de afwasautomaat in acht om een veilig gebruik van alle apparaten te waarborgen. Als er geen informatie beschikbaar is of als de montagehandleiding niet de gewenste aanwijzingen bevat, dient u contact op te nemen met de fabrikant van deze apparaten om na te gaan of de afwasautomaat boven of onder deze apparaten kan worden ingebouwd.
nl Veiligheidsvoorschriften Bij schade ■ ■ Reparaties en ingrepen mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Hierbij mag het apparaat niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten. De stekker uit het stopcontact trekken of de zekering uitschakelen. Kraan dichtdraaien. Bij beschadigingen, vooral van het bedieningspaneel (scheuren, gaten, afgebroken toetsen), of als de deur niet goed functioneert, mag het apparaat niet meer worden gebruikt.
Veiligheidsvoorschriften nl : Waarschuwing ■ : Waarschuwing ■ Risico van verbranding! Tijdens het programmaverloop de deur alleen heel voorzichtig openen. Er kan namelijk heet water uit het apparaat spuiten. Gevaren voor kinderen! ■ Maak gebruik – indien aanwezig – van de kinderbeveiliging. ■ Laat kinderen nooit met het apparaat spelen of het bedienen. ■ Kinderen uit de buurt van reinigingsmiddel en glansspoelmiddel houden.
nl Veiligheidsvoorschriften Kinderslot (deurvergrendeling) * Het kinderslot (deurvergrendeling) beschermt kinderen tegen mogelijke gevaren die door de afwasautomaat kunnen ontstaan. gn i l ednergrev rueD : Waarschuwing Kans op stikken! Kinderen kunnen zichzelf in het apparaat opsluiten en stikken. Na gebruik van de afwasautomaat de apparaatdeur altijd goed sluiten. Zo activeert u het kinderslot (deurvergrendeling): 1. De lip van het kinderslot naar u toe trekken (1). 2. Deur sluiten (2).
Milieubescherming nl 7 Milieubescherming Zowel de verpakking van het nieuwe apparaat als het oude apparaat bevat waardevolle grondstoffen en materiaal dat hergebruikt kan worden. De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd afvoeren. U kunt bij uw leverancier of bij de gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal kunt (laten) afvoeren.
nl Het apparaat leren kennen Bedieningspaneel Zie afb. ~ Blz. 2 ( Aan/uit-schakelaar 0 Programmatoetsen** 8 Info-toets { @ Indicatievenster boven H Indicatie glansspoelmiddel bijvullen P Indicatie zout bijvullen X Insteltoetsen ` Starttijd kiezen h Extra functies** )" Start-toets )* Toets < > )2 Deuropener ): Display-indicatie* * afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat ** aantal afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat Binnenkant van het apparaat Zie afb. ~ Blz.
Het apparaat leren kennen nl Eerste ingebruikneming Wanneer u de afwasautomaat voor het eerst inschakelt, komt u direct bij de instellingen voor de eerste ingebruikneming. Het indicatievenster bovenaan @ geeft de volgende tekst weer: Bladeren met < > Instellen met - + Verlaten met Setup 3 sec. In de onderstaande tabel vindt u de benodigde instellingen voor de eerste ingebruikneming. Zo wijzigt u de instelling: 1. Toets >)* meermaals indrukken tot de gewenste instelling wordt weergegeven. 2.
nl Het apparaat leren kennen Instellingen Om het u makkelijker te maken, zijn er vooraf bepaalde instellingen gemaakt voor uw afwasautomaat. U kunt deze fabrieksinstelling wijzigen. Zo wijzigt u de instelling: 1. Deur openen. 2. AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. 3. Infotoets {8 3 seconden ingedrukt houden tot het indicatievenster bovenaan @ de volgende tekst weergeeft: Bladeren met < > Instellen met - + Verlaten met Setup 3 sec. 4.
Het apparaat leren kennen nl Instelling Fabrieksinstelling Infotekst door indrukken van de infotoets { Auto Power Off Na een minuut Autom. uitschakeling van het apparaat na afloop van de spoelcyclus. emotionLight * aan Verlichting van de binnenruimte. Display-indicatie * aan De display-indicatie kan gedeselecteerd worden. Timelight * aan Tijdens het programmaverloop wordt er statusinformatie op de bodem geprojecteerd.
nl Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout + Wateronthardingsinstallatie / Onthardingszout Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af. Leidingwater is harder dan 7° dH (1,2 mmol/l), moet onthard worden. Dit gebeurt met behulp van onthardingszout (regenereerzout) in de wateronthardingsinstallatie van de afwasmachine.
Glansspoelmiddel nl Attentie! Reinigingsmiddel beschadigt de onthardingsvoorziening! Nooit reinigingsmiddel in het reservoir voor onthardingszout doen. Zo vult u onthardingszout bij: 1. Schroefdop van het voorraadreservoir 1R eraf schroeven. 2. Reservoir met water vullen (alleen nodig bij de eerste ingebruikneming). 3. Onthardingszout toevoegen volgens de afbeelding (geen tafelzout of tabletten). Hierdoor wordt het water verdrongen en loopt weg.
nl Glansspoelmiddel Zo vult u glanspoelmiddel bij: 1. Reservoir 9" openen; lip op het deksel indrukken (1) en optillen (2). 2. Glansspoelmiddel bijvullen tot het max.-teken. PD[ 3. Sluit het deksel. Het deksel klikt hoorbaar vast. 4. Eventueel gemorst glansspoelmiddel met een doekje verwijderen om overmatige schuimontwikkeling bij de volgende afwasbeurt te voorkomen. 18 Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen De hoeveelheid glansspoelmiddel is van 0 tot 6 instelbaar.
Serviesgoed nl Indicatie glansspoelmiddel bijvullen uitschakelen Schade aan glas en serviesgoed. Wanneer bij gebruik van gecombineerde reinigingsmiddelen met glansspoelmiddelcomponenten een storing optreedt in de glansspoelmiddel-bijvulindicatie H op het bedieningspaneel of in de tekst op de display-indicatie * ): (glansspoelmiddelvoorraad voldoende voor x spoelbeurten), dan kunnen de indicaties uitgeschakeld worden. Oorzaken: ■ Glassoort en fabricagewijze van het glas.
nl Serviesgoed Bovenste servieskorf Onderste servieskorf Plaats kopjes en glazen in de bovenste servieskorf 12. Plaats pannen in de onderste servieskorf 1j. * afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat * afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat Aanwijzing: Er mag geen serviesgoed op het tablettenbakje 1B staan. Dit kan het deksel van het reinigingsmiddelbakje blokkeren, waardoor het niet volledig open gaat.
Serviesgoed nl Bestekkorf * Plaats het bestek altijd ongesorteerd met de punt naar onderen in de bestekkorf *. Om verwondingen te voorkomen: lange, puntige bestekdelen en messen in het messenrek leggen. f rok e t seB * afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat Afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat kunt u de zijdelen neerklappen om meer ruimte te hebben voor lang bestek. U kunt de voorste pennenrijen neerklappen om bredere handgrepen te kunnen inruimen. &/,&.
nl Serviesgoed Etagère * De etagère en de ruimte daaronder kunt u gebruiken voor kleine kopjes en glazen of voor groter bestek zoals pollepels of voorsnijcouvert. Als u de etagère niet nodig hebt, kunt u deze omhoog klappen. e r èga t E &/,&. Omklapbare bordensteunen * * Afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat kunt u de omklapbare bordensteunen omklappen. Zo kunt u pannen, schalen en glazen beter inruimen. nenue t snedrob erabpa l kmO Zo klapt u de omklapbare bordensteunen om: 1.
Serviesgoed nl Messenrek * * Afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat is bovenste servieskorf voorzien van een messenrek. In het messenrek kunt u lange messen en andere hulpstukken leggen. kernes eM Bakplaat-sproeikop * * afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat Grote bakplaten of roosters en grote borden (gourmetborden, pastaborden, onderborden) kunt u reinigen met deze sproeikop. pok i eorps - t a l pkaB Zo brengt u de sproeikop aan: 1. Bovenkorf 12 verwijderen .
nl Serviesgoed Uitruimen Om te vermijden dat waterdruppels van de bovenste servieskorf op het serviesgoed in de onderste servieskorf vallen, is het aan te raden het apparaat van onder naar boven uit te ruimen. Tip: Heet serviesgoed is stootgevoelig! Laat het daarom na afloop van het programma net zo lang in de afwasautomaat afkoelen tot u het goed kunt vastpakken. Aanwijzing: Na het einde van het programma kunnen er in het apparaat nog waterdruppels zichtbaar zijn.
Serviesgoed nl Plaats grote borden met een diameter tot 31/34* cm volgens de afbeelding in de onderste servieskorf 1j. 4. De bovenste servieskorf optillen; de bovenste servieskorf aan de bovenrand vastpakken en optillen. 5. Zorg ervoor dat de bovenste servieskorf aan beide zijden op dezelfde hoogte ligt. 6. Bovenste servieskorf inschuiven. Bovenste servieskorf met bovenste en onderste rollenparen 1. Bovenste servieskorf 12 uittrekken. 2. Bovenste servieskorf verwijderen. 3.
nl Reinigingsmiddel . Reinigingsmiddel Vullen met reinigingsmiddel U kunt zowel tabletten als poedervormige of vloeibare reinigingsmiddelen voor de wasmachine gebruiken, maar nooit handafwasmiddel. Afhankelijk van de vervuiling kan met poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel de dosering individueel worden aangepast. Tabs bevatten voor alle afwasprogramma’s voldoende werkzame stoffen. Moderne, krachtige reinigingsmiddelen hebben meestal een laag alkalische receptuur met fosfaat en enzymen.
Reinigingsmiddel nl Tip: Als het serviesgoed niet erg vuil is, kunt u normalerwijze volstaan met minder reinigingsmiddel dan is aangegeven. Geschikte reinigings- en onderhoudsmiddelen kunt u online op onze internetsite of bij de Servicedienst bestellen (zie achterkant). Gecombineerde reinigingsmiddelen Naast de gebruikelijke reinigingsmiddelen (Solo) wordt een aantal producten aangeboden met extra functies.
nl Reinigingsmiddel Aanwijzingen ■ Als u na de start van het programma serviesgoed wilt bijvullen, gebruik de tab-opvangschaal 1B dan niet als handgreep voor de bovenste servieskorf. Het tablet kan er al in liggen waardoor u met het gedeeltelijk opgeloste tablet in contact komt. ■ Leg geen kleine voorwerpen om af te wassen in de tab-opvangschaal 1B; hierdoor kan het tablet niet gelijkmatig oplossen.
Programma-overzicht nl / Programma-overzicht In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bijpassende programma’s en hun rangschikking vindt u op het bedieningspaneel.
nl Programma-overzicht Soort serviesgoed gemengd serviesgoed en bestek Soort vervuiling Programmaverloop Voorspoelen Reinigen 50° Tussenspoelen Glansspoelen 63° Drogen Optie intensieveZone VarioSpeedPlus Optie halveBelading Optie extraDroog Optie glansDroog Voorspoelen Reinigen 40° Tussenspoelen Glansspoelen 60° Drogen Snel 45° Optie extraDroog Optie glansDroog Reinigen 45° Tussenspoelen Glansspoelen 55° ù/ø geen Voorspoelen Û gevoelig serviesgoed, bestek, weinig aangekoekte temperatuurgevo ve
Extra functies nl 0 Extra functies Ï intensiveZone * Perfect voor gemengde belading. U kunt erg vuile potten en pannen in de onderste servieskorf samen met normaal vervuild serviesgoed in de bovenste korf afwassen. De sproeidruk in de onderste servieskorf wordt versterkt, de temperatuur van het afwaswater iets verhoogd. e n oZe v i s n e t n i * Afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat kunt u verschillende extra functies h kiezen.
nl Apparaat bedienen 1 Apparaat bedienen Programmagegevens nene i deb t a r ap A De programmagegevens (verbruikswaarden) vindt u in de korte handleiding. Deze zijn gebaseerd op normale omstandigheden en een waterhardheid-instelwaarde van gemiddeld °dH 13 - 16 gemiddeld. Verschillende factoren zoals de temperatuur van het water en de druk in de waterleiding zijn hierbij van invloed en kunnen tot afwijkingen leiden.
Apparaat bedienen nl Sensorinstelling Ecoprognose Bij de automatische programma's wordt het programmaverloop geoptimaliseerd door middel van sensoren. Het sensorsysteem past de programmasterkte van automatische programma's aan aan de vuilhoeveelheid en het soort vuil. U kunt de gevoeligheid van de sensoren instellen op 3 standen. Standaard: Deze instelling is optimaal voor gemengde belading en grote vuilhoeveelheden, maar is tegelijkertijd energie- en waterbesparend.
nl Apparaat bedienen Display-indicatie * * afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat U kunt de display-indicatie ): (aanvullende programma-informatie) inof uitschakelen. e i t a c i dn i - y a l p s i D TimeLight (Optische indicatie tijdens het programmaverloop) * * afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw afwasautomaat Tijdens het programmaverloop verschijnt een optische indicatie (aanvullende programma-informatie) op de vloer onder de deur van het apparaat.
Apparaat bedienen nl Eco-droging Apparaat inschakelen Wanneer u het programma Eco 50° hebt gekozen, gaat de deur automatisch open na afloop van het programma. Dit zorgt voor een bijzonder economische droging. U kunt de eco-droging in- of uitschakelen. 1. Kraan helemaal opendraaien. 2. Deur openen. 3. AAN/UIT-schakelaar ( Aanwijzingen ■ De eco-droging is alleen geactiveerd in combinatie met het programma Eco 50°. ■ De eco-droging is gedeactiveerd wanneer – de optie extraDroog is ingeschakeld.
nl Apparaat bedienen Starttijd kiezen Apparaat uitschakelen U kunt de programmastart maximaal 24 uur uitstellen. Afhankelijk van de instelling wordt het programma-einde aangegeven door „Klaar in“ (bijv. 3h 25m) of „Klaar om“ (bijv. 15:20 uur). Korte tijd na afloop van het programma: 1. Deur openen. 2. AAN-/UIT-schakelaar ( uitschakelen. 3. Waterkraan dichtdraaien (vervalt bij apparaten met aquastop). 4. Na afkoeling het serviesgoed uit het apparaat halen. 1. Deur openen. 2.
Reinigen en onderhouden nl Programma onderbreken Attentie! Door expansie (overdruk) kan de apparaatdeur openspringen en/of water vrijkomen! Wanneer bij warmwateraansluiting of opgewarmd apparaat de apparaatdeur werd geopend, altijd de apparaatdeur enige minuten op een kier zetten en dan sluiten. 1. Deur openen. 2. AAN-/UIT-schakelaar ( 2 Reinigen en onderhouden Regelmatige controle en onderhoud van het apparaat dragen ertoe bij defecten te voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis.
nl Reinigen en onderhouden Gebruik bij het reinigen van uw afwasautomaat nooit een stoomreiniger. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele gevolgen. De voorkant van het apparaat en het bedieningspaneel regelmatig met een vochtig doekje afnemen. Water met een scheutje afwasmiddel is voldoende. Geen schuursponsjes gebruiken of schoonmaakmiddelen met schuurmiddelen. Dit kan krassen op de oppervlakken veroorzaken.
Wat te doen bij storingen? nl Sproeiarmen Kalk en etensresten in het afwaswater kunnen de sproeiopeningen en de lagers van de sproeiarmen 1: en 1J blokkeren. 1. Sproeiopeningen van de sproeiarmen op verstopping controleren. 2. De bovenste sproeiarm 1: afschroeven (1) en naar onderen eraf trekken (2). 3. De onderste sproeiarm 1J naar boven eraf trekken. 3 Wat te doen bij storingen? De ervaring leert dat veel storingen die in het dagelijks gebruik optreden, door u zelf verholpen kunnen worden.
nl Wat te doen bij storingen? Afvoerpomp 6. Schoepenrad controleren op Grote voedselresten of voorwerpen die niet door de zeven zijn tegengehouden, kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het spoelwater staat dan tot boven de zeef. : Waarschuwing Risico van snijwonden!! Scherpe en puntige voorwerpen of glasscherven kunnen de afvoerpomp blokkeren. Ongewenste voorwerpen altijd voorzichtig verwijderen. Zo reinigt u de afvoerpomp: 1. Afwasautomaat losmaken van het stroomnet. 2.
Wat te doen bij storingen? nl Storingentabel Storing Oorzaak Oplossing Foutcode “:‚‰ brandt. Watertoevoerslang geknikt. Watertoevoerslang zonder knikken verleggen. Kraan dicht. Kraan opendraaien. Kraan verstopt of verkalkt. Kraan opendraaien. Hoeveelheid binnenstromend water bij geopende kraan: minimaal 10 l per min. Zeef aan de kraan verstopt. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. Kraan dichtdraaien. Wateraansluiting eraf schroeven.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Oorzaak Oplossing Foutcode “:ƒ… brandt. Waterafvoerslang verstopt of geknikt. Slang zonder knikken aanleggen, eventuele resten verwijderen. Sifonaansluiting is nog dicht. Aansluiting bij sifon controleren en eventueel openen. Afdekking van de afvoerpomp zit Afdekking goed vastmaken. los. ~ "Afvoerpomp" op pagina 40 Foutcode “:ƒ† brandt. Waterafvoerpomp geblokkeerd of afdekking van de waterafvoerpomp niet vastgeklikt. Pomp reinigen en afdekking goed vastmaken.
Wat te doen bij storingen? nl Storing Oorzaak Oplossing Serviesgoed niet droog. Geen of te weinig glansspoelmiddel in het voorraadbakje. Glansspoelmiddel bijvullen. Een programma zonder drogen gekozen. Programma met drogen kiezen. ~ "Programma-overzicht" op pagina 29 Waterophoping in het serviesgoed en bestek. Voor een schuine stand zorgen bij het inruimen, de serviesdelen zo mogelijk schuin plaatsen. Het gecombineerde reinigingsmiddel heeft een slechte droogcapacitiet.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Oorzaak Oplossing Etensresten op het serviesgoed. Serviesgoed te dicht op elkaar ingeruimd, servieskorf te vol. Het serviesgoed zodanig inruimen dat er voldoende vrije ruimte aanwezig is en de sproeistralen het oppervlak van het serviesgoed kunnen bereiken. Aanraakpunten vermijden. Sproeiarmen konden niet ongehinderd ronddraaien. Het serviesgoed zodanig inruimen dat de draaibeweging van de sproeiarm niet wordt gehinderd. Sproeiers van sproeiarmen verstopt.
Wat te doen bij storingen? nl Storing Oorzaak Oplossing Reinigingsmiddelresten. Deksel van het reinigingsmiddelbakje 9* geblokkeerd door serviesgoed, daarom gaat het deksel niet volledig open. Er mag geen serviesgoed op het tablettenbakje 1B staan. Dit kan het deksel van het reinigingsmiddelbakje blokkeren, waardoor het niet volledig open gaat. ~ "Bovenste servieskorf" op pagina 20 Geen serviesgoed of geurdispenser in het tablettenbakje doen.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Oorzaak Oplossing Witte, moeilijk verwijderbare aanslag op serviesgoed, reservoir of deur. Inhoudstoffen van het reinigingsmiddel zetten zich af. Deze aanslag laat zich meestal niet chemisch verwijderen (apparaatreinigingsmiddel, ...). Ander merk reinigingmiddel nemen. Apparaat mechanisch reinigen. Onjuiste waterhardheid ingesteld Onthardingsvoorziening instellen volgens of waterhardheid is hoger dan de gebruiksaanwijzing of zout bijvullen. 50°dH (8,9 mmol/l).
Wat te doen bij storingen? nl Storing Oorzaak Oplossing Verkleuring op kunststofdelen. Te lage spoeltemperatuur. Programma met hogere spoeltemperatuur kiezen. Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd. Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de grotere etensresten verwijderen. Gevoeligheid van het sensorsysteem verhogen.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Oorzaak Roestsporen op het bestek. Het bestek is niet voldoende roestbestendig. Messenlemmeten zijn hier vaak sterker door getroffen. Bestek roest ook wanneer het samen met roestige voorwerpen wordt afgewassen (handgrepen van pannen, beschadigde servieskorven enz.). Oplossing Roestvast bestek gebruiken. Geen roestende onderdelen afwassen.
Wat te doen bij storingen? nl Storing Oorzaak De deur gaat niet Eco-droging gedeactiveerd. automatisch open na Kinderbeveiliging is geactiveerd. afloop van het programma Programma Eco 50° niet Eco 50°. geselecteerd. Extra functies geselecteerd. Oplossing Eco-droging activeren. Kinderbeveiliging deactiveren. Programma Eco 50° selecteren. Extra functies deselecteren. Optie extraDroog is ingeschakeld. Optie extraDroog uitschakelen. Deur is niet goed ingesteld.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Oorzaak Oplossing De deur gaat niet open bij bediening. Deur is niet goed ingesteld. De deur goed instellen met behulp van de montagehandleiding. Kinderbeveiliging is geactiveerd. Tweemaal kort na elkaar bovenaan op het midden van de deur drukken. Het apparaat is stroomloos. Stekker en zekeringen controleren. Bijgeleverde noodontgrendeling rechtsen linksboven tegen de meubelplaat plaatsen en de deur openen door zachtjes te trekken.
Wat te doen bij storingen? nl Storing Oorzaak Oplossing Apparaat blijft steken tijdens het programma of het programma valt stil. Deur niet geheel gesloten. Deur sluiten. Geen serviesgoed of geurdispenser in het tablettenbakje doen. Bovenkorf drukt tegen de binnendeur en verhindert een goede sluiting van de deur. Controleren of de achterwand wordt ingedrukt door bijv. een stopcontact of een niet-gedemonteerde slanghouder. Stroom- en/of watertoevoer onderbroken. Stroom- en/of watertoevoer herstellen.
nl Servicedienst 4 Servicedienst Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, neem dan contact op met de Servicedienst. Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om een onnodig bezoek van de monteur te voorkomen. De contactgegevens van de dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing of in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. Vermeld bij een telefoongesprek a.u.b. het fabrikaatnummer (ENr.
Plaatsen en aansluiten nl Aflevering Plaatsing Uw afwasmachine werd in de fabriek grondig gecontroleerd op correct functioneren. Hierbij zijn kleine watervlekken achtergebleven. Deze zijn na de eerste afwas verdwenen. De vereiste inbouwmaten vindt u in het montagevoorschrift. Het apparaat met behulp van de verstelbare voetjes waterpas zetten. Let erop dat het apparaat stevig staat. Technische gegevens ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Gewicht: Maximaal 60 kg.
nl Plaatsen en aansluiten Drinkwateraansluiting 1. De drinkwateraansluiting volgens de montagehandleiding aansluiten met behulp van de bijgevoegde onderdelen. Zorg ervoor dat de drinkwateraansluiting niet wordt geknikt of geplet, of in de knoop raakt. 2. Bij vervanging van het apparaat moet altijd een nieuwe watertoevoerslang in gebruik worden genomen. Waterdruk: minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor installeren.
Plaatsen en aansluiten nl ■ ■ Bij gebruik van een aardlekschakelaar mag alleen een type met het teken ‚ geïnstalleerd worden. Alleen deze voldoet aan de nu geldende voorwaarden. Het apparaat is voorzien van een waterbeveiligingssysteem. Let op: het functioneert alleen als het apparaat op de stroom is aangesloten. Demontage Neem ook hier de volgorde van de handelingen in acht: 1. Haal de stekker van het toestel uit het stopcontact. 2. Kraan dichtdraaien. 3. Afvoer- en drinkwateraansluiting losmaken. 4.
$48$ 6723 JDUDQWLH QO YHUYDOW ELM DSSDUDWHQ ]RQGHU $TXD 6WRS $OV DDQYXOOLQJ RS GH JDUDQWLH DDQVSUDNHQ WHJHQRYHU GH YHUNRSHU LQ GH NRRSRYHUHHQNRPVW HQ DOV DDQYXOOLQJ RS RQ]H JDUDQWLH RS KHW DSSDUDDW ZRUGW X VFKDGHORRV JHVWHOG DOV DDQ RQGHUVWDDQGH YRRUZDDUGHQ ZRUGW YROGDDQ $OV GRRU HHQ IRXW LQ RQV $TXD 6WRS V\VWHHP ZDWHUVFKDGH ZRUGW YHURRU]DDNW YHUJRHGHQ ZLM GH VFKDGH DDQ SDUWLFXOLHUH JHEUXLNHUV 2P KHW ZDWHUEHYHLOLJLQJVV\VWHHP WH JDUDQGHUHQ PRHW KHW DSSDUDDW RS KHW HOHNWULFLWHLWVQHW ]LMQ DDQJHVO