Operation Manual

114
“REC”: opnamefunctie-instellingen
Onder dit menuonderdeel kunt u voor opnames selecteren tussen WMA- en MP3-codering. De opnamefunctie wordt uitvoerig
beschreven onder 0.
Om in het menu te komen, moet u de draaiknop
ingedrukt houden tot u op menuniveau 2 komt. De “INVOL”-functie
verschijnt. Druk nu zo lang op de draaiknop
tot u bij het menuonderdeel “REC” komt. Daar kunt u “WMA” of “MP3” selecteren
door te draaien aan de draaiknop.
De instelling wordt opgeslagen wanneer u de gewenste waarde door een druk op de draaiknop
bevestigt of door de
automatische opslagfunctie (ca. 5 seconden niets aan het apparaat doen). Wanneer u de instelling bevestigt met een druk op
de draaiknop
, gaat u automatisch naar de eerstvolgende instelling. Wanneer u de automatische opslagfunctie gebruikt, keert
het apparaat terug naar de standaardweergave.
“TELVOL”: Standaard volume voor telefoongesprekken
Met de “TELVOL”-functie kan het volume voor telefoongesprekken aan de persoonlijke voorkeur worden aangepast.
Om het volume voor telefoongesprekken te wijzigen, moet u de draaiknop
ingedrukt houden tot u op menuniveau 2 komt. De
“INVOL”-functie verschijnt. Druk zo vaak op de draaiknop
tot u bij het menuonderdeel “TELVOL” komt. Daar kunt het volume
voor telefoongesprekken instellen door te draaien aan de draaiknop. Rechtsom draaien verhoogt het volume voor
telefoongesprekken, linksom draaien verlaagt het volume voor telefoongesprekken. Het volume voor telefoongesprekken kan
worden ingesteld tussen 0 en 45. Daarbij is 0 = geen geluid en 45 = het maximale volume van het apparaat. De instelling wordt
opgeslagen wanneer u de gewenste waarde door een druk op de draaiknop
bevestigt of door de automatische opslagfunctie
(ca. 5 seconden niets aan het apparaat doen). Wanneer u de instelling bevestigt met een druk op de draaiknop
, gaat u
automatisch naar de eerstvolgende instelling. Wanneer u de automatische opslagfunctie gebruikt, keert het apparaat terug naar
de standaardweergave.
Aanwijzing:
Tijdens een telefoongesprek kan op elk moment met de draaiknop het volume aan de wensen van dat moment worden
aangepast.
“DSP”: klankinstellingen - 4-bands equalizer
In het “DSP”-menu kunt u selecteren uit vier verschillende klankinstellingen. De beschikbare klankinstellingen zijn “CLASSIC“,
“ROCK“, “POP” en “FLAT”. Bovendien kunt u de “DSP”-functie deactiveren (“DSP NONE”).
Om een klankinstellingen te selecteren, moet u de draaiknop ingedrukt houden tot u op menuniveau 2 komt. De “INVOL”-functie
verschijnt. Druk zo vaak op de draaiknop tot u bij het menuonderdeel “DSP” komt. Daar kunt u de gewenste klankinstelling
selecteren door te draaien aan de draaiknop.
De instelling wordt opgeslagen wanneer u de gewenste waarde door een druk op de draaiknop
bevestigt of door de