Operation Manual

Externe bronnen
Bediening
Aanwijzingen en omgang met externe bronnen
Het is mogelijk externe audiobronnen in de wagen via het apparaat weer te ge-
ven.
Op elk gewenst moment kan op het apparaat een andere audiobron worden ge-
kozen. Zolang de externe audiobron niet wordt uitgeschakeld, blijft deze altijd op
de achtergrond actief.
De bediening van de externe audiobron staat beschreven in de handleiding van
de betreffende fabrikant.
Als bovendien een multimedia-ingang is aangesloten, wordt in het menu Audio in
plaats van de functietoets
AUX
de toets
MDI
weergegeven. Houd er rekening
mee dat een via de AUX-IN-ingang aangesloten audiobron alleen kan worden ge-
bruikt wanneer op dat moment geen apparaat op de multimedia-ingang is aange-
sloten.
Voorwaarden voor een juiste aansluiting
Voor het aansluiten van externe audiobronnen via de AUX-IN-ingang wordt een
standaard 3,5 mm jackplugstekker gebruikt. Indien de externe audiobron niet
voorzien is van deze jackplugstekker moet een adapter worden gebruikt.
Er kunnen alleen apparaten met USB 2.0 specificatie worden aangesloten.
De versie van de tabel voor de toewijzing van de bestanden, de FAT (File Alloca-
tion Table) van het aangesloten apparaat moet FAT16 (< 2 GB) of FAT32 (> 2 GB)
zijn.
Bij de weergave van een apparaat met een harde schijf (HDD) waarop zich een
zeer grote hoeveelheid data bevindt, kan een tijdsvertraging optreden bij het
inlezen van het overzicht van de muziekbestanden.
Bij de weergave van een apparaat waarop zich een gecompliceerde mapstruc-
tuur bevindt, kan een tijdsvertraging optreden bij het inlezen van het overzicht
van de muziekbestanden.
De mapstructuur op het aangesloten apparaat mag niet meer dan 8 niveaus be-
vatten. Een map mag niet meer dan 1.000 bestanden bevatten.
Voor het aansluiten van het apparaat mag geen USB-verlengkabel of USB-hub
worden gebruikt.
Adapter
Voor het aansluiten van audiobronnen via de MDI-ingang is een speciale adapter
nodig.
Voor het aansluiten van USB-apparaten, apparaten met mini-USB-uitgang of een
iPod adviseren wij een adapter uit het programma aan originele ŠKODA accessoi-
reprogramma aan te schaffen.
Weergavevolume van de externe audiobron aanpassen
Het weergavevolume van de externe audiobron kan via de volumeregelaar op het
apparaat worden gewijzigd.
Afhankelijk van de aangesloten audiobron kan het uitgangsvolume van de exter-
ne audiobron worden gewijzigd.
U kunt bovendien de ingangsgevoeligheid van de externe audiobron wijzigen om
zo het weergavevolume van de externe audiobron aan de andere audiobronnen
aan te passen of vervormingen te voorkomen.
ATTENTIE
De externe bronnen nooit op het dashboard leggen. Deze kunnen bij een
plotselinge manoeuvre in het interieur worden geslingerd en de inzittenden
ernstige verwondingen toebrengen.
Externe bronnen nooit in de buurt van de airbags leggen. Ze kunnen bij het
activeren van de airbag in het interieur worden teruggeslingerd en de inzit-
tenden ernstige verwondingen toebrengen.
Tijdens het rijden mogen externe bronnen niet in de hand worden gehouden
of op de knieën worden gelegd. Deze kunnen bij een plotselinge manoeuvre
in het interieur worden geslingerd en de inzittenden ernstige verwondingen
toebrengen.
De aansluitkabel van de externe bron altijd zodanig positioneren dat deze
bij het rijden geen belemmering vormt.
VOORZICHTIG
De AUX-IN-ingang mag alleen voor audiobronnen worden gebruikt!
16
Externe bronnen