Operation Manual

Telefoon
Bediening
Hoofdmenu
De mobile telefoon overeenkomstig het instructieboekje van de wagen met de
telefoonvoorbereiding koppelen.
Op de keuzetoets
PHONE
drukken, om naar het hoofdmenu TELEFOON te gaan.
Na het koppelen duurt het enkele minuten totdat de telefoongegevens van de
gekoppelde mobiele telefoon op het apparaat beschikbaar zijn.
Functietoetsen in het hoofdmenu TELEFOON
- Oproep aannemen, bellen of stoppen. In het hoofdmenu TELEFOON wordt na
het aantippen van deze toets de oproeplijst weergegeven.
- Gesprek beëindigen of een oproep weigeren.
SOS
- Brengt na bevestiging een verbinding met een alarmnummer tot stand. De-
ze functie is ook mogelijk zonder gekoppelde mobiele telefoon. Voorwaarde is in
ieder geval, dat via een provider een verbinding kan worden gemaakt.
Voicemail
en
Geheugen 2
t/m
Geheugen 6
- Sneltoetsen; hieronder kan telkens één
telefoonnummer worden opgeslagen.
[:::]
- Opent het cijferblok voor de ingave van een telefoonnummer.
Oproepen
- Opent een pop-upvenster voor het selecteren van een oproeplijst. Er
kunnen alleen oproeplijsten van op de telefoonvoorbereiding gemiste, gebelde of
aangenomen nummers worden getoond.
Extra's
en
Conferentiedetails
,
Hands-free aan
of
Mic. uitschakelen
- Schakelt tijdens een
gesprek de microfoon uit. Als de microfoon is uitgeschakeld, kunnen in de wagen
gevoerde gesprekken aan de andere kant van de lijn niet worden meebeluisterd.
- Opent het telefoonboek van de gekoppelde mobiele telefoon om een tele-
foonnummer te kiezen.
Telefoonnummer ingeven
Een nummer invoeren en kiezen
In het hoofdmenu TELEFOON op de functietoets
[:::]
drukken om het cijferblok
voor het invoeren van een telefoonnummer te openen.
Op een weergegeven cijfertoets drukken om het betreffende cijfer in de ingave-
regel over te nemen.
De tekens in de ingaveregel worden van links naar rechts gewist door het aan-
tippen van de functietoets
.
Op de functietoets
drukken als het gewenste telefoonnummer in de ingave-
regel wordt weergegeven. Er wordt een verbinding met het ingegeven tele-
foonnummer tot stand gebracht.
Bij het invoeren van het landnummer kan in plaats van de eerste twee cijfers (bij-
voorbeeld "00") het teken "+" worden ingevoerd. Daartoe de functietoets
0
met
de kleine driehoek "
" ingedrukt houden, tot een pop-up-venster met de functie-
toetsen
0
en
+
wordt weergegeven. Het gewenste teken overnemen door dit
aan te tippen - het pop-up-venster wordt gesloten. Indien geen ingave plaats-
vindt, sluit het pop-upvenster na enkele seconden automatisch weer.
De toetsen "sterretje"
*
en "hekje"
#
hebben dezelfde functie als op een tele-
foon. Deze tekens zijn in de eerste plaats noodzakelijk bij de doorgifte van ge-
luidssignalen tijdens een gesprek.
Telefoonboek
Telefoonboek openen
In het hoofdmenu TELEFOON op de functietoets rechtsonder
drukken om
het telefoonboek te openen.
Telefoonnummer uit het telefoonboek selecteren
In het menu Telefoonboek de schuifregelaar in de scrollbalk omlaag bewegen,
om andere invoeren weer te geven.
Op de functietoets
Zoeken
drukken om via een zoekvenster een telefoonboek-
vermelding te selecteren.
In de linker kolom op de weergave van een telefoonboekvermelding drukken. Er
wordt een verbinding opgebouwd met het eerste in het telefoonboek bij deze
vermelding opgeslagen telefoonnummer.
Informatie van een telefoonboekvermelding weergeven
Op de functietoets
rechts naast de telefoonboekvermelding drukken die
moet worden weergegeven. De onder deze vermelding opgeslagen telefoon-
nummers worden weergegeven.
18
Telefoon