Operation Manual

Bij het indrukken van de functietoets wordt er een gedetailleerd beoordelings-
overzicht getoond van hoe zuinig er tijdens de laatste 30 minuten werd gere-
den.
Duurt de rit vanaf het starten minder dan 30 minuten, dan wordt aan het over-
zicht de beoordeling van de vorige rit toegevoegd (de kolommen worden don-
kergroen weergegeven).
E
Gemiddeld brandstofverbruik
In de functietoets wordt het gemiddelde brandstofverbruik vanaf het starten
weergegeven.
Bij het indrukken van de functietoets wordt er een gedetailleerd overzicht van
het gemiddelde brandstofverbruik tijdens de laatste 30 minuten getoond.
Duurt de rit vanaf het starten minder dan 30 minuten, dan wordt het overzicht
van het gemiddelde brandstofverbruik van de vorige rit toegevoegd (de kolom-
men worden donkergroen weergegeven).
F
Symbolen op het display
Op het display kunnen de volgende vier symbolen worden weergegeven, die
over de actuele rijstijl informeren.
Zuinige rit
De actuele snelheid is negatief voor het brandstofverbruik.
Er wordt niet soepel gereden, er moet anticiperend worden gereden.
Schakeladvies.
Tips voor verminderen van brandstofverbruik
Bij het aanraken van het "blad" op het display verschijnen er nuttige tips voor
het verminderen van het brandstofverbruik. Deze tips kunnen behulpzaam zijn
om nog zuiniger te rijden.
Let op
Bij het terugzetten van het ritgeheugen "vanaf start" worden ook het gemid-
delde verbruik
E
alsmede de ritanalyse
D
teruggezet.
Bij wijziging van de eenheden voor brandstofverbruiksmeter volgt bij enkele
infotainmentsoorten het terugzetten van de gemiddelde brandstofverbruiks-
waarde
E
.
Schade aan de wagen voorkomen
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Aanwijzingen voor het rijden
139
Rijden door water 140
In deze paragraaf van het instructieboekje staat belangrijke informatie ver-
meld voor het voorkomen van schade aan de wagen tijdens het rijden.
Aanwijzingen voor het rijden
Alleen op wegen en in terrein rijden, die geschikt zijn voor de technische toe-
stand van de wagen » pagina 245, Technische gegevens en uw rijervaring.
De bestuurder is altijd verantwoordelijk voor de beslissing of de wagen ge-
schikt is voor de rit in het betreffende terrein.
Bij ritten op onverharde wegen of in het terrein adviseren we de OFF ROAD-
modus » pagina 144 te activeren.
ATTENTIE
De rijstijl steeds aan de terrein- en weersomstandigheden aanpassen. Te
hoge snelheid en verkeerde rijmanoeuvres kunnen beschadigingen aan de
wagen en zware verwondingen veroorzaken.
Brandbare voorwerpen, zoals onder de wagenbodem ingeklemde droge
bladeren of takken kunnen door hete onderdelen ontbranden - brandge-
vaar!
VOORZICHTIG
Op de bodemvrijheid van de wagen letten! Bij het rijden over objecten die ho-
ger zijn dan de bodemvrijheid kunnen deze de wagen beschadigen.
Onder de wagenbodem ingeklemde voorwerpen moeten zo snel mogelijk
worden verwijderd. Deze voorwerpen kunnen de brandstofleidingen, het rem-
systeem, afdichtingen en andere delen van de wagen beschadigen.
In onbekend terrein langzaam rijden en op onverwachte hindernissen, bij-
voorbeeld gaten, stenen, boomstronken en dergelijke letten.
Alvorens onoverzichtelijke afslagen op onverharde wegen te nemen, eerste
controleren en beoordelen of doorrijden zonder risico mogelijk is.
139
Wegrijden en rijden