Operation Manual

Radarsensor
Afbeelding 154
Inbouwplaats van de radarsen-
sor
Lees en bekijk eerst op bladzijde 140.
De radarsensor » Afbeelding 154 (hierna sensor) dient voor het registreren van
de verkeerssituatie voor de wagen.
De sensor kan objecten door het verzenden en ontvangen van elektromagne-
tische golven onderscheiden.
De sensor maakt onderdeel uit van het ACC-systeem » pagina 156 en Front
Assist » pagina 161.
De werking van de sensor kan in een van de volgende situaties beperkt of he-
lemaal niet beschikbaar zijn.
De sensor is door modder, sneeuw of dergelijke verontreinigd.
Het gedeelte vóór en om de sensor is door stickers, extra koplampen en der-
gelijke afgedekt.
Bij slecht zicht (bijvoorbeeld mist, stortregen, hevige sneeuwval).
Als de sensor is afgedekt of vervuild, verschijnt op het display in het instru-
mentenpaneel de betreffende melding van het ACC-systeem » pagina 161 of
Front Assist » pagina 163.
ATTENTIE
Indien het vermoeden bestaat dat de sensor is beschadigd, het ACC-sys-
teem » pagina 156 en Front Assist » pagina 161 deactiveren. De sensor
door een specialist laten controleren.
De sensor kan door stoten resp. door beschadigingen aan voorzijde van
de wagen, de wielkuip of onderzijde van de wagen worden versteld. Dit kan
de werking van de sensor beïnvloeden - gevaar voor ongevallen! De sensor
door een specialist laten controleren.
Het gedeelte vóór en om de sensor mag niet door stickers, extra koplam-
pen en dergelijke worden afgedekt. Dit kan de werking van de sensor beïn-
vloeden - gevaar voor ongevallen!
VOORZICHTIG
De sneeuw met een handveger en het ijs met een oplosmiddelvrije ontdoois-
pray van de sensor verwijderen.
Rem- en stabiliteitssystemen
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Stabiliseringscontrole (ESC) 142
Antiblokkeersysteem (ABS) 142
Aandrijfslipregeling (ASR) 142
Elektronisch sperdifferentieel (EDS en XDS) 143
Actieve stuurondersteuning (DSR) 143
Remassistent (HBA) 143
Bergwegrijhulp (HHC) 143
Multi Collision Brake (MCB) 143
Aanhangwagenstabilisator (TSA) 144
Dit hoofdstuk behandelt de functies van de rem- en stabiliteitssystemen. De
storingsindicatie staat in het hoofdstuk » pagina 33, Controlelampjes.
De rem- en stabiliteitssystemen worden elke keer als het contact wordt inge-
schakeld automatisch geactiveerd, voor zover er niets anders staat vermeld.
141
Hulpsystemen