Operation Manual

Automatische systeemactivering bij vooruitrijden
Afbeelding 161
Infotainmentdisplay: Weergave
bij automatische activering
Lees en bekijk eerst en op bladzijde 146.
De automatische systeemactivering gebeurt tijdens het vooruitrijden met een
snelheid tot circa 10 km/h, als de wagen een obstakel nadert.
Na activering wordt in het linker gedeelte van het infotainmentdisplay het vol-
gende weergegeven » Afbeelding 161.
Akoestische signalen worden vanaf een afstand van circa 50 cm tot het obsta-
kel gegeven.
De automatische weergave kan in het infotainment worden geactiveerd resp.
gedeactiveerd » Instructieboekje infotainment, hoofdstuk CAR - Wageninstel-
lingen.
Achteruitrijcamera
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Werking
149
Orientatielijnen en functietoetsen
150
De achteruitrijcamera (hierna systeem) ondersteunt de bestuurder bij het in-
parkeren en manoeuvreren door op het infotainmentbeeldscherm (hierna
beeldscherm) het gebied achter de wagen te tonen.
ATTENTIE
De algemene aanwijzingen m.b.t. het gebruik van de hulpsystemen die-
nen in acht te worden genomen » pagina 140, in alinea Inleiding voor het
onderwerp.
Let erop dat de cameralens niet vuil of afgedekt wordt, anders kan de
systeemfunctie aanzienlijk beperkt zijn - gevaar voor ongevallen. Informa-
tie over het schoonmaken » pagina 192, Cameralens
VOORZICHTIG
De cameralens vergroot en wijzigt het zichtveld in vergelijking tot het zicht
met de ogen. Daarom is de displayweergave maar beperkt geschikt om de af-
stand tot achterliggers in te schatten.
Enkele voorwerpen, bijvoorbeeld smalle palen, gaashekwerk of roosters,
kunnen als gevolg van de displayresolutie mogelijk onvoldoende goed worden
weergegeven.
De displayweergave is alleen tweedimensionaal. Daarom kunnen bijvoor-
beeld vooruitstekende voorwerpen of geulen in het wegdek door het ontbre-
ken van dieptezicht mogelijk niet worden herkend.
Bij een aanrijding resp. schade aan de achterzijde van de wagen kan de ca-
mera eventueel uit de juiste stand worden gebracht. In dit geval moet het sys-
teem door een specialist worden gecontroleerd.
Werking
Afbeelding 162 Inbouwplaats van de camera / bewaakt gebied
Lees en bekijk eerst en op bladzijde 149.
De camera voor het registreren van het gebied achter de wagen zit in de greep
van de achterklep » Afbeelding 162.
149
Hulpsystemen