Operation Manual

Afstandswaarschuwing (gevaarlijke afstand)
Afbeelding 174
Symbool op het display van het instrumentenpaneel:
Aanwijzing (gevaarlijke afstand)
Lees en bekijk eerst en op bladzijde 161.
Indien een veilige afstand ten opzichte van de voorligger wordt onderschre-
den, verschijnt op het display het symbool
» Afbeelding 174.
Zo snel mogelijk de afstand laten toenemen, rekening houdend met de ac-
tuele verkeerssituatie!
De afstand waarbij de waarschuwing wordt gegeven, is afhankelijke van de ac-
tuele rijsnelheid.
De waarschuwing kan in een snelheidsbereik van circa 60 km/h tot circa 210
km/h worden gegeven.
Waarschuwing en automatisch remmen
Afbeelding 175
Symbool op het display van het instrumentenpaneel:
Voorwaarschuwing resp. noodstop bij lage snelheid
Lees en bekijk eerst en op bladzijde 161.
Noodstop bij lage snelheid
In een rijsnelheidsbereik van circa 5 km/h tot circa 30 km/h is er voorafgaand
aan een automatische remingreep geen waarschuwing. Bij een onmiddellijk
aanrijdingsgevaar wordt er automatisch geremd met een in meerdere stappen
toenemende remkracht.
Bij automatisch remmen verschijnt op het display het symbool
» Afbeelding
175.
Voorwaarschuwing
Als het systeem een aanrijdingsgevaar herkent, verschijnt op het display het
symbool
» Afbeelding 175 en er klinkt een akoestisch signaal.
Tegelijkertijd wordt het remsysteem op een mogelijke noodstop voorbereid.
De voorwaarschuwingsweergave kan in de volgende situaties plaatsvinden.
Bij het gevaar van een aanrijding met een bewegend obstakel in een rijsnel-
heidsbereik van circa 30 km/h tot circa 210 km/h.
Bij het gevaar van een aanrijding met een stilstaand obstakel in een snel-
heidsbereik van circa 30 km/h tot circa 85 km/h.
Bij een voorwaarschuwingsmelding moet het rempedaal worden ingetrapt of
voor het obstakel worden uitgeweken!
Acute waarschuwing
Indien de bestuurder niet op de voorwaarschuwing reageert, zorgt het sys-
teem automatisch door een actieve remingreep voor een korte remschok om
zo opnieuw op het gevaar van een mogelijke aanrijding te attenderen.
Automatisch afremmen
Indien de bestuurder ook niet op de acute waarschuwing reageert, begint het
systeem de wagen automatisch met een gefaseerd toenemende remkracht af
te remmen.
Remondersteuning
Als de bestuurder bij een dreigende aanrijding onvoldoende remt, verhoogt
het systeem automatisch de remkracht.
De remondersteuning vindt alleen plaats zolang het rempedaal krachtig ge-
noeg wordt ingetrapt.
162
Rijden