Operation Manual

Stuurinrichting:
- Instelling van de karakteristiek van de stuurbekrachtiging
Normal
- Normaal
Sport
- Sportief
Motor:
/
Aandrijving:
- Instelling van de motorkarakteristiek (wagens met schakel-
bak)/de aandrijvingskarakteristiek (wagens met automatische versnellings-
bak)
Normal
- Normaal
Sport
- Sportief
Eco
- Zuinig
Differentieelsp. vooras:
- Instelling van de karakteristiek van het vooras sperdif-
ferentieel
Normal
- Normaal
Sport
- Sportief
ACC:
- Instelling van de acceleratie bij ingeschakelde automatische afstands-
regeling
Normal
- Normaal
Sport
- Sportief
Eco
- Zuinig
Dyn. bochtenverlichting:
- Instelling van de karakteristiek van de xenonkoplam-
pen
Normal
- Normaal
Sport
- Sportief
Eco
- Zuinig
Klimatisering:
- Instelling van de karakteristiek van de Climatronic
Normal
- Normaal
Eco
- Zuinig
Motorgeluid:
- Instelling van het motorgeluid in de wagen
Normal
- Normaal
Sport
- Sportief
Eco
- Zuinig
Modus terugzetten
- Instelling van alle menupunten in de modus
Individual
naar
Normal
Annuleren
- Behouden van de momentele instelling
Terugzetten
- Instelling van alle menupunten op
Normal
Proactieve inzittendenbescherming (Crew Protect Assist)
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Werking
166
De proactieve inzittendenbescherming (hierna alleen systeem genoemd) ver-
hoogt de veiligheid van de inzittenden op de voorstoelen in situaties die tot
een aanrijding of tot het over de kop slaan kunnen leiden.
ATTENTIE
De algemene aanwijzingen m.b.t. het gebruik van de hulpsystemen dienen
in acht te worden genomen » pagina 140, in alinea Inleiding voor het on-
derwerp.
Let op
De levensduur van de systeemcomponenten wordt elektronisch bewaakt.
Meer informatie » pagina 37, Veiligheidssystemen.
Werking
Lees en bekijk eerst op bladzijde 166.
In kritische rijsituaties (bijvoorbeeld bij een noodstop of een plotselinge veran-
dering van rijrichting) kunnen de volgende maatregelen afzonderlijk of tegelij-
kertijd plaatsvinden om het risico van ernstig letsel te verminderen.
De omgegespte veiligheidsgordels voor bijrijder en bestuurder worden auto-
matisch dicht over het lichaam gespannen.
De portierruiten in de voorportieren (als deze geopend waren) worden auto-
matisch tot op een spleet van circa 5 cm van de rand gesloten.
Het schuif-kanteldak wordt gesloten.
Zodra de kritische rijsituatie voorbij is, worden de veiligheidsgordels weer ont-
spannen.
Het systeem heeft twee beschermingsniveaus.
Het eerste beschermingsniveau
Het systeem grijpt reeds in situaties die bij een dynamische rijstijl kunnen op-
treden. Hierbij helpt het de bestuurder en de bijrijder in de juiste zitpositie te
houden.
Het eerste beschermingsniveau kan op een van de volgende manieren worden
gedeactiveerd.
De systeemdeactivering in het infotainment » Instructieboekje infotainment,
hoofdstuk CAR - Wageninstellingen.
Deactivering van de ASR » pagina 142.
Selecteren van de rijmodus
Sport
» pagina 163.
166
Rijden