Operation Manual

Meldingen
Lees en bekijk eerst op bladzijde 171.
Op het display in het instrumentenpaneel verschijnt gedurende enkele secon-
den het symbool
en de volgende melding.
Vermoeidheid herkend.
Pauze a.u.b.
VERMOEIDHEID HERKEND PAUZE AUB
Daarbij klinkt er een akoestisch signaal.
Bandenspanningscontrole
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Bandenspanningswaarden opslaan
172
Bandenspanningswaarden opslaan en infotainmentweergave
172
Bandenspanningswaarden opslaan met een druk op de toets
173
De bandenspanningscontrole (hierna systeem) controleert de bandenspanning
tijdens het rijden.
Bij een verandering van de bandenspanning gaat het controlelampje
in het
instrumentenpaneel branden en klinkt er een akoestisch signaal.
Informatie over de handelwijze bij de weergave van een wijziging van de ban-
denspanning » pagina 37.
Het systeem kan alleen dan goed werken als de banden de voorgeschreven
bandenspanning hebben en deze bandenspanningswaarden in het systeem
zijn opgeslagen.
ATTENTIE
De algemene aanwijzingen m.b.t. het gebruik van de hulpsystemen die-
nen in acht te worden genomen » pagina 140, in alinea Inleiding voor het
onderwerp.
Voor de juiste bandenspanningen is altijd de bestuurder verantwoordelijk.
De bandenspanning moet regelmatig worden gecontroleerd » pagina 213.
Het systeem kan bij een zeer snel teruglopende bandenspanning niet
waarschuwen, bijvoorbeeld bij een klapband.
Bandenspanningswaarden opslaan
Lees en bekijk eerst op bladzijde 172.
De bandenspanningswaarden moeten altijd in het systeem worden opgesla-
gen als een van de volgende punten aan de orde is.
Wijziging van de bandenspanning.
Wisselen van een of meerdere wielen.
Positiewijziging van een wiel op de wagen.
Controlelampje
in het instrumentenpaneel gaat branden.
Het opslaan van bandenspanningswaarden gebeurt afhankelijk van de uitrus-
ting of in het infotainment op door het indrukken van de knop.
ATTENTIE
Vóór het opslaan van de bandenspanningswaarden moeten de banden tot
de voorgeschreven bandenspanning worden opgepompt » pagina 213. Bij
het opslaan van onjuiste bandenspanningswaarden kan het systeem mo-
gelijkerwijze ook bij een te lage bandenspanning geen waarschuwing ge-
ven.
VOORZICHTIG
De bandenspanningswaarden moeten elke 10.000 km of 1x per jaar worden
opgeslagen, om een correcte systeemwerking te waarborgen.
Bandenspanningswaarden opslaan en infotainmentweergave
Afbeelding 183
Toets voor opslaan van banden-
spanningswaarden / voorbeeld
van displayweergave: het sys-
teem meldt een verandering van
de bandenspanning rechtsvoor
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 172.
Alle banden tot de voorgeschreven bandenspanning oppompen.
Het contact inschakelen.
Het infotainment inschakelen.
172
Rijden