Operation Manual
›
De toets
in het infotainment en vervolgens op het display na elkaar de
functietoetsen ,
Wagenstatus
indrukken.
›
Met de functietoetsen
het menupunt Bandencontrole kiezen.
›
De functietoets
SET
» Afbeelding 183 drukken.
Verder de op het display te verschijnen aanwijzingen opvolgen.
Een melding op het display informeert over het opslaan van de bandenspan-
ningswaarden.
Let op
Bij brandend controlelampje in het instrumentenpaneel kan in het infotain-
ment de betreffende band worden weergegeven » Afbeelding 183.
Bandenspanningswaarden opslaan met een druk op de toets
Afbeelding 184
Toets voor opslaan van de ban-
denspanningswaarden
Lees en bekijk eerst op bladzijde 172.
›
Alle banden tot de voorgeschreven bandenspanning oppompen.
›
Het contact inschakelen.
›
De symbooltoets
» Afbeelding 184 indrukken en ingedrukt houden.
Het controlelampje
in het instrumentenpaneel gaat branden.
Een akoestisch signaal en het uitgaan van het controlelampje geven aan dat
de bandenspanningswaarden zijn opgeslagen.
›
De symbooltoets
loslaten.
Trekhaak en aanhangwagen
Trekhaak
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Beschrijving 174
Paraatheidsstand instellen 174
Correct ingestelde paraatheidsstand 175
Stang met kogelkop monteren - 1e stap 175
Kogelkop monteren - 2e stap 176
Correcte bevestiging controleren 176
Kogelkop verwijderen - 1e stap 177
Kogelkop verwijderen - 2e stap 177
Accessoires bevestigen 178
De maximale kogeldruk bedraagt 75 kg.
Bij wagens met vierwielaandrijving bedraagt de maximale kogeldruk 80 kg.
Bij G-TEC-wagens bedraagt de maximale kogeldruk 56 kg.
De gegevens over de kogeldruk op het typeplaatje van de trekhaak zijn slechts
testwaarden. De wagenspecifieke waarde staat in de wagenpapieren vermeld.
ATTENTIE
■
Voor elke rit met aangebrachte kogelkop controleren of deze correct in
de bevestigingsschacht is aangebracht en bevestigd.
■
Als de kogelkop niet correct in de bevestigingsschacht is geplaatst en be-
vestigd, mag deze niet worden gebruikt.
■
Als de trekhaak beschadigd of onvolledig is, mag deze niet worden ge-
bruikt.
■
Geen veranderingen of aanpassingen aan de trekhaak uitvoeren.
■
De bevestigingsschacht van de trekhaak altijd schoon houden. Vuil ver-
hindert het correct bevestigen van de kogelkop!
VOORZICHTIG
■
Met de kogelkop voorzichtig omgaan - gevaar van lakschade aan de bumper.
■
Bij verwijderde kogelkop altijd de afdekkap op de bevestigingsschacht ste-
ken - er bestaat gevaar voor vervuiling van de bevestigingsschacht.
173
Trekhaak en aanhangwagen