Operation Manual
Het buiten werking stellen van de airbags is alleen bedoeld voor de volgende
situaties.
▶
Indien een naar achteren gericht kinderzitje op de bijrijdersstoel moet wor-
den gebruikt » pagina 21, Veilig vervoer van kinderen.
▶
Indien ondanks een correcte instelling van de bestuurdersstoel de afstand
van ten minste 25 cm tussen het midden van het stuurwiel en het borstbeen
niet kan worden aangehouden.
▶
Indien in verband met een handicap speciale accessoires in de buurt van het
stuurwiel nodig zijn.
▶
Indien andere stoelen worden gemonteerd (bijvoorbeeld orthopedische stoe-
len zonder zij-airbag).
De bijrijdersvoorairbag kan met de sleutelschakelaar buiten werking worden
gesteld » Afbeelding 14 op pagina 20 -
.
Wij adviseren, andere airbags zo nodig door een ŠKODA Servicepartner buiten
werking te laten stellen.
Aanduiding voor buiten werking stelling
Aanduiding voor buiten werking gestelde airbag » pagina 37,
Veiligheids-
systemen.
Let op
Een ŠKODA Servicepartner kan u vertellen, of en welke airbags bij uw wagen
buiten werking kunnen resp. moeten worden gesteld.
Bijrijdersvoorairbag buiten werking stellen
Afbeelding 14 Sleutelschakelaar voor bijrijdersvoorairbag / controlelamp-
je voor bijrijdersvoorairbag
Met de sleutelschakelaar wordt de bijrijdersvoorairbag buiten werking gesteld.
Standen van de sleutelschakelaar » Afbeelding 14 -
Bijrijdersvoorairbag buiten werking gesteld
Bijrijdersvoorairbag in paraatheid
Buiten werking stellen
›
Het contact uitschakelen.
›
Het opbergvak aan de bijrijderszijde openen.
›
Bij een radiografische afstandsbediening de sleutelbaard volledig uitklappen
» .
›
De sleutel voorzichtig tot de aanslag in de sleuf van de sleutelschakelaar
schuiven.
›
Met de sleutel de sleuf van de sleutelschakelaar » Afbeelding 14 -
voor-
zichtig in de stand
draaien.
›
De sleutel uit de sleuf in de sleutelschakelaar trekken » .
›
Het opbergvak aan de bijrijderszijde sluiten.
›
Controleren of na het inschakelen van het contact het controlelampje
onder het opschrift
» Afbeelding 14 -
brandt.
Inschakelen
›
Het contact uitschakelen.
›
Het opbergvak aan de bijrijderszijde openen.
›
Bij een radiografische afstandsbediening de sleutelbaard volledig uitklappen
» .
›
De sleutel voorzichtig tot de aanslag in de sleuf van de sleutelschakelaar
schuiven.
›
Met de sleutel de sleuf van de sleutelschakelaar » Afbeelding 14 -
voor-
zichtig in de stand
draaien.
›
De sleutel uit de sleuf in de sleutelschakelaar trekken » .
›
Het opbergvak aan de bijrijderszijde sluiten.
›
Controleren of na het inschakelen van het contact het controlelampje
onder het opschrift
» Afbeelding 14 -
brandt.
Het controlelampje
gaat uit 65 seconden na de statusverandering van de
sleutelschakelaar resp. na het inschakelen van het contact.
ATTENTIE
■
De bestuurder is verantwoordelijk voor het buiten werking stellen of in
paraatheid brengen van de airbag.
■
De airbag alleen bij afgezet contact buiten werking stellen! Anders kunt u
een storing in het systeem voor het buiten werking stellen van de airbag
veroorzaken.
20
Veiligheid