Operation Manual
ATTENTIE (vervolg)
■
Als de controlelampjes knipperen, dan wordt de bijrijdersvoor-
airbag bij een ongeval niet geactiveerd! Het airbagsysteem zo snel mogelijk
door een specialist laten controleren.
■
De sleutel tijdens het rijden niet in de sleutelschakelaar laten zitten -
door trillingen kan de sleutel de sleuf verdraaien en de airbag in paraatheid
brengen! De airbag kan dan bij een ongeval onverwacht geactiveerd wor-
den - er bestaat gevaar voor verwondingen en levensgevaar!
VOORZICHTIG
Een onvoldoende uitgeklapte sleutelbaard kan de sleutelschakelaar beschadi-
gen!
Veilig vervoer van kinderen
Kinderzitje
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Gebruik van kinderzitjes op de bijrijdersstoel 22
Gebruik van het kinderzitje op de bijrijdersstoel 23
Veilig vervoer van kinderen en de zij-airbag 23
Groepenindeling van kinderzitjes 23
Gebruik van kinderzitjes die met een veiligheidsgordel worden bevestigd 24
Ter voorkoming van zwaar of dodelijk letsel moeten kinderen altijd in een kin-
derzitje worden meegenomen dat geschikt is voor de lichaamsgrootte, het ge-
wicht en de leeftijd.
Wij adviseren u vanwege veiligheidsredenen, kinderen altijd op de achterbank
te vervoeren.
Er moeten kinderzitjes volgens de ECE-R 44-norm van de Europese Unie wor-
den gebruikt.
De kinderzitjes die aan de ECE-R 44-norm voldoen, zijn voorzien van een niet
verwijderbaar keurmerk: grote E in een cirkel, daaronder het keuringsnummer.
Bij kinderzitjes van de groepen 2 en 3 dient erop te worden gelet dat de door-
voerplaat aan de hoofdsteun van het kinderzitje zich voor of op gelijke hoogte
bevindt met de doorvoerplaat op de B-stijl aan bijrijderszijde.
ATTENTIE
■
In geen geval mogen kinderen - ook geen baby's! - op schoot worden
meegenomen.
■
Nooit kinderen zonder toezicht in de wagen laten. Bij bepaalde externe
klimatologische omstandigheden kunnen in de wagen levensbedreigende
temperaturen ontstaan.
■
Het kind dient tijdens de gehele duur van de rit beveiligd te zijn! Anders
zou het kind in geval van een ongeval door de wagen kunnen worden ge-
slingerd en kan hierdoor zichzelf en de andere passagiers levensgevaarlijk
verwonden.
21
Veilig vervoer van kinderen