Operation Manual

Wagen afslepen
Inleiding voor het onderwerp
Afbeelding 226 Gevlochten sleepkabel / gedraaide sleepkabel
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Sleepoog voor 230
Sleepoog achter 230
Wagens met een trekhaak 231
Voor het slepen moet een gevlochten sleepkabel worden gebruikt » Afbeel-
ding 226 -
.
Bij het afslepen moeten de volgende aanwijzingen worden opgevolgd.
Wagens met schakelbak kunnen met een sleepkabel resp. een sleepstang of
met opgeheven voor- of achteras worden afgesleept.
Wagens met automatische versnellingsbak kunnen met een sleepkabel resp.
een sleepstang of met opgeheven vooras worden afgesleept. Bij een wagen
waarbij de achterwielen zij opgetakeld wordt de automatische versnellingsbak
beschadigd! Zo mogelijk moet de wagen met draaiende motor of tenminste
met ingeschakeld contact worden afgesleept.
Bestuurder van de slepende wagen
De koppeling bij het wegrijden uiterst voorzichtig laten opkomen resp. bij
een automatische versnellingsbak bijzonder voorzichtig gas geven.
Pas echt wegrijden als de kabel gespannen is.
De maximale sleepsnelheid bedraagt 50 km/h.
Bestuurder van de gesleepte wagen
Het contact inschakelen zodat het stuurwiel niet kan blokkeren en de knip-
perlichten, de ruitenwissers en de ruitensproeierinstallatie kunnen worden
ingeschakeld.
De versnellingsbak in de neutraalstand zetten resp. bij een automatische
versnellingsbak de keuzehendelstand N selecteren.
De rembekrachtiging en de stuurbekrachtiging werken alleen als de motor
draait. Bij stilstaande motor moet het rempedaal met aanzienlijk meer kracht
worden ingedrukt en is voor het sturen veel meer kracht nodig.
Let er bij het gebruik van een sleepkabel op dat de sleepkabel strak blijft
staan.
Algemene aanwijzingen voor het afslepen
Beide bestuurders moeten met mogelijke problemen tijdens het slepen ver-
trouwd zijn. Bestuurders die daarmee geen ervaring hebben, kunnen beter
niet afslepen of worden afgesleept.
Als normaal slepen niet mogelijk is of als de sleepafstand groter is dan 50 km,
moet de wagen op een transportvoertuig of een aanhangwagen worden ver-
voerd.
Als er geen versnellingsbakolie meer in de versnellingsbak zit, mag de wagen
alleen met opgetakelde aangedreven wielen of met een bergingsvoertuig
resp. aanhangwagen worden vervoerd.
De sleepkabel moet elastisch zijn, zodat beide wagens niet aan schokbelastin-
gen worden blootgesteld. Daarom alleen kunststofvezel kabels of kabels van
soortgelijk elastisch materiaal gebruiken.
De sleepkabel resp. de sleepstang aan het sleepoog » pagina 230 resp. » pagi-
na 230 resp. aan de afneembare kogelkop van de trekhaak » pagina 173 be-
vestigen.
ATTENTIE
Bij het afslepen verhoogde voorzichtigheid in acht nemen.
Voor het slepen geen gedraaide sleepkabel gebruiken » Afbeelding 226 -
, het sleepoog kan anders uit de wagen worden gedraaid - er bestaat ge-
vaar voor ongevallen.
De sleepkabel mag niet verdraaid zijn - er bestaat gevaar voor ongevallen.
229
Nooduitrusting en tips om het zelf te doen