Operation Manual

Andere gevallen
Voor het gaan branden van het controlelampje kunnen ook de volgende re-
denen bestaan.
De wagen is eenzijdig beladen. De bagage zo gelijkmatig mogelijk verdelen.
De wielen van één as zijn zwaarder belast (bijvoorbeeld bij het rijden met een
aanhangwagen of bij bergop of bergaf rijden).
Sneeuwkettingen zijn gemonteerd.
Een wiel werd verwisseld.
VOORZICHTIG
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld bij een sportieve rijstijl en op
gladde of onverharde wegen) kan het controlelampje in het instrumenten-
paneel vertraagd of helemaal niet gaan branden.
Remblokken
Lees en bekijk eerst op bladzijde 34.
brandt - de remblokken zijn versleten.
Remblokken controleren!
REMBLOKKEN CONTROLEREN
De hulp van een specialist inroepen.
Brandstofreserve
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 34.
brandt - de brandstofvoorraad in de brandstoftank heeft de reservehoeveel-
heid (circa 6 liter) bereikt.
Tanken, a.u.b. Actieradius: ...
km
TANKEN A_U_B_ ACTIERAD_ …
km
Als waarschuwing klinkt bovendien een akoestisch signaal.
Let op
De tekst op het display gaat uit als er is getankt en een kort stuk is gereden.
Rijstrookassistent (Lane Assist)
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 34.
De controlelampjes
geven de toestand van het Lane Assist-systeem aan.
Nadere informatie over het Lane Assist-systeem » pagina 167.
Knipperlicht
Lees en bekijk eerst op bladzijde 34.
knippert - het linkerknipperlicht is ingeschakeld.
knippert - het rechterknipperlicht is ingeschakeld.
Bij een storing van het knipperlicht, knippert het controlelampje ongeveer
twee keer zo snel. Dit geldt niet bij aanhangwagengebruik.
Bij ingeschakelde alarmlichten knipperen alle knipperlichten alsmede de beide
controlelampjes.
Aanhangwagenknipperlichten
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 34.
knippert - de aanhangwagenknipperlichten zijn ingeschakeld.
Als een aanhangwagen is aangekoppeld en het controlelampje
niet knip-
pert, is een van de aanhangwagenknipperlichten uitgevallen.
Een voorbeeldmelding op het display van het instrumentenpaneel
Aanhangwagen: knipperlicht links controleren!
KNIPPERL_ AANHANGW_ CONTROLEREN L
De aanhangwagengloeilampjes controleren.
Mistlampen
Lees en bekijk eerst op bladzijde 34.
brandt - de mistlampen zijn ingeschakeld.
Snelheidsregelsysteem
Lees en bekijk eerst op bladzijde 34.
brandt - de wagensnelheid wordt door het snelheidsregelsysteem resp. de
automatische afstandsregeling geregeld.
38
Bediening