Operation Manual
Als het koelvloeistofpeil in het voorgeschreven gebied ligt en het controle-
lampje na het inschakelen van het contact opnieuw brandt, dan kan er een
storing in de koelluchtventilator zijn.
▶
Het contact uitschakelen.
▶
De zekering voor de koelluchtventilator controleren en deze zo nodig ver-
vangen.
Als het koelvloeistofpeil alsmede de ventilatorzekering in orde zijn en het con-
trolelampje
na het inschakelen van het contact opnieuw brandt,
niet ver-
der rijden!
De hulp van een specialist inroepen.
Koelvloeistoftemperatuur te hoog
brandt
Motor oververhit. Stop! Instructieboekje!
STOP MOTOR OVERVERHIT
▶
Stoppen en de motor afzetten.
▶
De rit pas weer voortzetten nadat het controlelampje
is uitgegaan.
Motoroliedruk te laag
Lees en bekijk eerst op bladzijde 34.
knippert - de motoroliedruk is te laag.
Oliedruk: stop! Instructieboekje!
OLIEDRUK MOTOR UIT
›
Stoppen, de motor afzetten en het motoroliepeil controleren.
Als het controlelampje knippert,
niet verder rijden, ook als het oliepeil in or-
de is! De motor ook niet stationair laten draaien.
De hulp van een specialist inroepen.
VOORZICHTIG
Als onder de gegeven omstandigheden het bijvullen van motorolie niet moge-
lijk is, niet verder rijden! De motor afzetten en de hulp van een specialist
inroepen.
Motoroliepeil
Lees en bekijk eerst op bladzijde 34.
Motoroliepeil te laag
brandt
Oliepeil: olie bijvullen!
OLIE BIJVULLEN
▶
Stoppen, de motor afzetten en het motoroliepeil controleren resp. motorolie
bijvullen.
Als de motorkap langer dan 30 seconden geopend blijft, dooft het controle-
lampje. Als er geen motorolie wordt bijgevuld, gaat het controlelampje na circa
100 km weer branden.
Motoroliepeil te hoog
brandt
Oliepeil verlagen!
OLIEPEIL TE HOOG
▶
Stoppen, de motor afzetten en het motoroliepeil controleren.
Bij een te hoog oliepeil de hulp van een specialist inroepen.
Storing in motoroliepeilsensor
brandt
Oliesensor: werkplaats!
OLIESENSOR WERKPLAATS
De hulp van een specialist inroepen.
VOORZICHTIG
Als onder de gegeven omstandigheden het bijvullen van motorolie niet moge-
lijk is, niet verder rijden! De motor afzetten en de hulp van een specialist
inroepen.
Defect lampje
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 34.
brandt - een van de lampjes is defect. Er verschijnt een melding over het
betreffende lampje.
Een voorbeeldmelding op het display van het instrumentenpaneel
Dimlicht rechts controleren!
DIMLICHT RECHTS CONTROLEREN
40
Bediening