Operation Manual

Na het vergrendelen geldt afhankelijk van de wagenuitrusting en de instel-
ling van de centrale vergrendeling het volgende.
Het vergrendelen van de wagen wordt weergegeven door het eenmaal knip-
peren van de knipperlichten.
Bij wagen die met een alarmsysteem zijn uitgerust, klinkt tevens een ge-
luidssignaal.
De portieren, de achterklep en de tankklep worden vergrendeld.
De binnenverlichting gaat uit.
De safebeveiliging wordt ingeschakeld.
Het controlelampje in het bestuurdersportier begint te knipperen.
De buitenspiegels worden in de parkeerstand gezet.
Het alarmsysteem wordt geactiveerd.
Als er bij het vergrendelen van de wagen enkele portieren of de achterklep
niet gesloten zijn, knipperen de knipperlichten pas na het sluiten.
Bescherming tegen ongewenste wagenontgrendeling
Als u de wagen ontgrendelt en daarna binnen 45 seconden geen portier of de
achterklep opent, wordt de wagen automatisch weer vergrendeld en wordt de
safebeveiliging resp. het alarmsysteem weer ingeschakeld
ATTENTIE
Bij het verlaten van de wagen de sleutel nooit in de wagen achterlaten.
Onbevoegde personen, bijvoorbeeld kinderen, zouden bijvoorbeeld de wa-
gen kunnen vergrendelen, het contact kunnen inschakelen of de motor
kunnen starten - er bestaat gevaar voor verwondingen en ongevallen!
Bij het verlaten van de wagen nooit personen, die niet volledig zelfstan-
dig zijn, bijvoorbeeld kinderen, zonder toezicht in de wagen achterlaten.
Deze personen zouden mogelijkerwijze niet in staat zijn, de wagen zelf-
standig te verlaten of zichzelf te redden. Bij bijzonder hoge of bijzonder la-
ge temperaturen bestaat er levensgevaar!
VOORZICHTIG
Elke sleutel bevat elektronische componenten; u dient de sleutels dan ook
tegen vocht en harde schokken te beschermen.
De groef in de sleutel absoluut schoon houden. Verontreinigingen (textielve-
zels, stof en dergelijke) kunnen de werking van de slotcilinder en van het con-
tactslot negatief beïnvloeden.
Als het bestuurdersportier geopend is, kan de wagen niet worden vergren-
deld.
Met de sleutel via de slotcilinder ontgrendelen/vergrendelen
Afbeelding 37
Linker wagenzijde: Sleutelbewe-
gingen voor het ont- en vergren-
delen
Lees en bekijk eerst en op bladzijde 56.
Met de sleutel kan de wagen via de slotcilinder in het bestuurdersportier wor-
den ont- resp. vergrendeld » .
De wagen met de sleutel ontgrendelen/vergrendelen » Afbeelding 37
Wagen ontgrendelen
Wagen vergrendelen
VOORZICHTIG
Ten behoeve van het ontgrendelen resp. vergrendelen van de wagen met de
afstandsbedieningssleutel via de slotcilinder moet de afdekkap van de slotci-
linder worden verwijderd » pagina 232.
56
Bediening