Operation Manual

Ruitenwissers en -sproeiers
Afbeelding 68 Bediening van de ruitenwissers en -sproeiers: Voorin / ach-
terin
Lees en bekijk eerst
en op bladzijde 81.
Bedieningshendelstanden

Wissen uitgeschakeld

Afhankelijk van de uitrusting:
Intervalwissen van de voorruit
Automatisch wissen van de voorruit bij regen

Langzaam werken van de ruitenwissers vóór

Snel werken van de ruitenwissers vóór
Tipwissen van de voorruit / servicestand van de ruitenwisserarmen (te-
gen de veerdruk in)
Besproeien en wissen van de voorruit (tegen de veerdruk in)
Wissen van de achterruit
Besproeien en wissen van de achterruit (tegen de veerdruk in)
Afhankelijk van de uitrusting:
Instelling van de wisinterval voor de voorruit
Gevoeligheidsinstelling van het automatisch wissen bij regen
Door de instelling van de schakelaar in pijlrichting wissen de ruitenwisser-
bladen vaker.
Besproeien en wissen van de voorruit
Na het loslaten van de bedieningshendel voeren de wissers nog 2 tot 3 wisser-
slagen uit.
0
1
2
3
4
5
6
7
A
Bij een snelheid van meer dan 2 km/h maken de ruitenwissers 5 seconden na
de laatste wisbeweging nog een wisslag om de laatste druppels van de ruit te
wissen. Deze functie kan bij een specialist worden geactiveerd/gedeactiveerd.
Besproeien en wissen van de achterruit
Na het loslaten van de bedieningshendel voeren de wissers nog 2 tot 3 wisser-
slagen uit.
De bedieningshendel blijft in stand
6
.
Activering/deactivering van het automatische wissen van de voorruit bij
regen
Het automatische wissen van de voorruit bij regen kan in het infotainment
worden geactiveerd/gedeactiveerd » Instructieboekje infotainment, hoofd-
stuk CAR - Wageninstellingen.
Automatisch wissen van de achterruit
Als de bedieningshendel in stand
2
resp.
3
» Afbeelding 68 staat, wordt de
achterruit bij een snelheid van meer dan 5 km/h elke 30 seconden resp. 10 se-
conden gewist.
Bij geactiveerd automatisch wissen van de voorruit bij regen (de bedienings-
hendel in stand
1
) is de functie alleen actief als de ruitenwissers voor continu
wissen (geen pauze tussen de wisbewegingen).
Automatisch wissen van de achterruit kan in het infotainment worden geacti-
veerd/gedeactiveerd » Instructieboekje infotainment, hoofdstuk CAR) - Wa-
geninstellingen.
Let op
Staat de bedieningshendel in stand
2
of
3
en daalt de snelheid van de wa-
gen onder 4 km/h, wordt de wissnelheid verlaagd. De oorspronkelijke wissnel-
heid wordt weer ingeschakeld als de rijsnelheid van de wagen weer hoger is
dan 8 km/h.
Na het inschakelen van de achteruitversnelling wordt bij ingeschakelde rui-
tenwissers vóór de achterruit automatisch eenmaal gewist.
Koplampsproeiers
Lees en bekijk eerst
en op bladzijde 81.
Bij elke eerste en na elke tiende keer dat de ruitensproeierinstallatie voor de
voorruit wordt gebruikt, worden ook de koplampen gewassen.
82
Bediening