Operation Manual

Als de functie voor automatische opslag is geactiveerd, wordt elke keer als de
wagen wordt vergrendeld de actuele bestuurdersstoel- en buitenspiegelstand
voor het vooruitrijden in het geheugen van de sleutel met radiografische af-
standsbediening opgeslagen.
Bij het hierna weer ontgrendelen van de wagen met dezelfde sleutel worden
de bestuurdersstoel en de buitenspiegels in de in het geheugen van deze
sleutel opgeslagen positie gezet.
Instellingen voor buitenspiegel aan bijrijderszijde opslaan
De functie voor het zakken van het spiegelvlak aan bijrijderszijde tijdens het
achteruitrijden moet in het infotainment zijn geactiveerd » instructieboekje in-
fotainment, hoofdstuk CAR - Wageninstellingen.
De wagen met de betreffende radiografische afstandsbediening ontgrende-
len.
Het contact inschakelen.
De draaiknop voor de buitenspiegelbediening in de stand voor de bijrijders-
spiegelinstelling draaien » pagina 84.
De achteruitversnelling inschakelen.
De spiegel aan bijrijderszijde in de gewenste stand zetten.
Uit de achteruitversnelling schakelen.
De ingestelde stand van de buitenspiegel wordt in het geheugen van deze
sleutel opgeslagen.
De functie voor automatische opslag deactiveren
De wagen met de radiografische afstandsbediening ontgrendelen.
De

-toets (stand
A
» Afbeelding 76 op pagina 88) indrukken en ingedrukt
houden.
Binnen 10 seconden tegelijkertijd de toets
op de radiografische afstands-
bediening indrukken.
De succesvolle deactivering van de functie automatische opslag voor de be-
treffende sleutel wordt door een akoestisch signaal bevestigd.
Actieve instelling stoppen
Op een willekeurige toets van de bestuurdersstoel of op de toets
van de
sleutel met radiografische afstandsbediening drukken.
Stoelfuncties
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Stoelverwarming
89
Armsteun voorin instellen 90
Armsteun achterin instellen 90
Inklapbare bijrijdersstoelleuning 91
Achterbankleuning 91
Rugleuning met skiluik 92
Stoelverwarming
Afbeelding 77 Toets voor verwarming van de voorstoelen / zitplaatsen
achterin
De rugleuningen en zittingen van de voorstoelen en de buitenste zitplaatsen
achterin kunnen elektrisch worden verwarmd.
De stoelverwarming kan alleen bij draaiende motor worden ingeschakeld.
Toetsen voor de stoelverwarming » Afbeelding 77
Stoelverwarming links
Stoelverwarming rechts
Inschakelen
Op de toets
resp.
» Afbeelding 77 drukken.
Door eenmaal drukken wordt de stoelverwarming ingeschakeld en verwarmt
maximaal.
89
Stoelen en hoofdsteunen