Operation Manual
Omlaagklappen/omhoogklappen
›
Aan de lus
A
» Afbeelding 79 trekken en de armsteun in pijlrichting omlaag-
klappen.
Het omhoogklappen gebeurt in omgekeerde volgorde.
Inklapbare bijrijdersstoelleuning
Afbeelding 80
Bijrijdersstoelleuning neerklap-
pen
De bijrijdersstoelleuning kan naar voren in een horizontale stand worden ge-
klapt.
Naar voren klappen
›
Aan de hendel in pijlrichting
1
» Afbeelding 80 trekken.
›
De stoelleuning in pijlrichting
2
klappen.
De vergrendeling moet hoorbaar vastklikken.
Terugklappen
›
Aan de hendel in pijlrichting
1
» Afbeelding 80 trekken.
›
De rugleuning tegen de pijlrichting in
2
terugklappen.
De vergrendeling moet hoorbaar vastklikken.
ATTENTIE
■
Als op de neergeklapte rugleuning voorwerpen worden vervoerd, moet de
bijrijdersvoorairbag buiten werking worden gesteld » pagina 20.
■
De rugleuning alleen bij stilstaande wagen verstellen.
■
Bij het verstellen van de rugleuning controleren dat de rugleuning correct
vergrendeld is door aan de rugleuning te trekken.
■
Indien de rugleuning naar voren is geklapt, mag alleen de buitenste zit-
plaats achter de bestuurdersstoel worden gebruikt voor het vervoer van
personen.
ATTENTIE (vervolg)
■
Bij het verstellen van de rugleuning mogen zich geen ledematen tussen
de zitting en de rugleuning bevinden - gevaar voor verwondingen!
■
Op de neergeklapte rugleuning nooit de volgende voorwerpen vervoeren.
■
Voorwerpen die het zicht voor de bestuurder kunnen beperken.
■
Voorwerpen die de bediening van de wagen door de bestuurder onmo-
gelijk kunnen maken, bijvoorbeeld als ze onder de pedalen of in de buurt
van de bestuurder terecht kunnen komen.
■
Voorwerpen die bijvoorbeeld bij sterk accelereren, een verandering van
richting of remmen letsel aan de inzittenden van de wagen kunnen toe-
brengen.
Achterbankleuning
Afbeelding 81
Rugleuning vanuit het interieur neerklappen / gordel naar
de zijbekleding toe trekken
Afbeelding 82 Rugleuning vanuit de bagageruimte naar voren klappen:
Variant 1 / variant 2
91
Stoelen en hoofdsteunen