Operation Manual

Aanwijzingen voor de installateur
79
3. INSTALLATIE EN AANSLUITING
3.1 De keuze van de plaats
Plaats de diepries op een droge plaats, waar een voldoende luchtverversing aanwezig is. Stel het toestel
niet bloot aan rechtstreeks zonlicht, en plaats het niet buiten. Het toestel kan gebruikt worden bij
verschillende temperatuurcondities naargelang de klimatische klasse van herkomst (die wordt
aangeduid op de identificatieplaat die zich in de diepvries bevindt).
Klasse Omgevingstemperatuur
SN (Subnormaal) van + 10° C tot + 32° C
N (Normaal) van + 16° C tot + 32° C
ST (Subtropisch) van + 18° C tot + 38° C
T (Tropisch) van + 18° C tot + 43° C
Plaats de diepvries niet in de buurt van wamtebronnen. Als dit onvermijdelijk is, moet een geschikt
isolerend paneel gebruikt worden zodat de correcte werking van het product niet in het gedrang komt.
Plaats anders het toestel op minstens 3 cm van elektrische fornuizen of gasfornuizen, en op minstens
30 cm afstand van verwarmingssystemen of radiatoren.
Voor een correcte koeling van de
condensator mag de diepvries niet
te dicht tegen een muur geplaatst
worden. Daarom werd het product
voorzien van twee plastic
afstandhouders (1) die achteraan
de condensator geplaatst moeten
worden. Wanneer de diepvries
onder een hangend kastje
geïnstalleerd moet worden, moet de
afstand tot het kastje minstens 5 cm
bedragen.
Let op bij de installatie van het
toestel op parquet of linoleum,
zodat dit niet gekrast of beschadigd wordt. Indien noodzakelijk kan de diepvries op stukjes hout of op
een tapijt tot aan de definitieve plaats voor de elektrische aansluiting geschoven worden.