Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing SMEG dankt u voor het kiezen van ons product. Lees aandachtig alle in de handleiding opgenomen instructies, opdat u bekend bent met de meest geschikte omstandigheden voor het gebruik van de vaatwasser. Deze handleiding is een integraal onderdeel van het apparaat en moet altijd intact en samen met het apparaat bewaard worden. Voorafgaand aan het gebruik moeten alle aanwijzingen van deze handleiding aandachtig worden gelezen.
en de volksgezondheid. Verwijder de apparatuur volgens de plaatselijke regelgeving voor afvalverwerking. Voor meer informatie over de behandeling, inzameling en recycling van dit product moet contact worden opgenomen met de plaatselijk verantwoordelijke instantie, de dienst voor afvalinzameling of de verkoper waar het product is aangekocht.
KENMERKEN VAN HET PRODUCT 3.1 Toepassingsgebied, algemene functies en gebruiksbestemming Vaatwasmachine bestemd voor een uitsluitend professioneel gebruik, moet gebruikt worden door bevoegd personeel dat geïnformeerd is over het gebruik. De machine is ontworpen voor het wassen van vaatwerk (borden, kopjes, schalen, bakplaten, bestek) en dergelijke in de sectoren gastronomie en catering, en voldoet aan de internationale normen voor elektrische en mechanische veiligheid.
afb.
De vaatwasmachine wordt zonder stekker geleverd en de kabel is voorzien van voorgeïsoleerde pinconnectoren. De elektrische aansluiting van de vaatwasmachine moet tot stand worden gebracht met een industriële stekker. De stekker en de montage van de stekker zijn ten laste van de gebruiker. De stekker moet een geschikte afmeting hebben voor de gebruikte elektrische kabel en de elektrische kenmerken van de vaatwasmachine H07RN-F. INSTALLATIEAUTOMAAT Voor elk apparaat moet een INSTALLATIEAUTOMAAT aanwezig zijn.
cd AFVOER Afvoerslang stoomcondensor – cd (indien van toepassing) WATERTOEVOER - VERBINDING WATERAANSLUITINGEN De vaatwasmachine is uitgerust met twee toevoerslangen, voor leidingwater en voor warm water. De slangen moeten worden aangesloten op kranen met een 3/4” schroefkoppeling. Gebruik het meegeleverde filter bij het aansluiten van het uiteinde van de toevoerslang, op de afbeelding aangegeven als “A”. afb. 4 – Plaats het meegeleverde filter bij het aansluiten van de toevoerslang.
afb. 5 – Schematische tekening, de hydraulische afvoeraansluitingen kunnen op de rechter- of linkerzijde van het apparaat voorzien worden, altijd rekening houdend met de aangegeven maximale afstand tot het product. AANTAL AFVOERSLANGEN Maat “I” Afstand van de afvoer vanaf de zijkant van het apparaat (cm) TYPE AFVOER EN MAAT “H” HOOGTE VANAF HET VLAK WAAROP DE VAATWASSER RUST [cm] Type Hmin Hmax 1 50 d 65 80 2 50 d cd 65 65 80 80 afb. 6 – Aansluiting van de afvoer.
Aangezien de temperatuur van het afvoerwater (in geval van modellen met thermische desinfectie) de maximale waarde van 95°C kan bereiken, moet het uiteinde van de afvoerslang op vast bevestigde wijze op de slangaansluiting geïnstalleerd worden, met behulp van de meegeleverde slangklemmen. De afvoerslang mag geen scherpe bochten en dientengevolge knelpunten vertonen.
Dit apparaat is gemarkeerd in overeenstemming met de Europese richtlijn 2002/96/EG, Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product op correcte wijze verwijderd wordt, draagt de gebruiker bij aan het voorkomen van mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid.
De vaatwasmachine voldoet aan alle eisen voorgeschreven door de van kracht zijnde veiligheidsnormen voor elektrische apparatuur. Eventuele technische controles moeten uitsluitend door gespecialiseerd en gemachtigd personeel worden uitgevoerd: reparaties uitgevoerd door onbevoegd personeel leiden tot het vervallen van de garantie en kunnen een bron van gevaar vormen voor de gebruiker. Vervang eventuele defecte of beschadigde delen alleen met originele reserveonderdelen.
4.4.1 Opening van de deur Hier wordt vooruitgegaan op de procedure voor de opening van de deur van het apparaat o de toegang tot de kuip van de machine te vereenvoudigen. In de volgende paragrafen volgt de volledige beschrijving van alle bedieningselementen. De machine is uitgerust met een automatisch vergrendelingssysteem van de deur. De opening mag niet geforceerd worden en moet als volgt worden uitgevoerd: Sluit de machine aan op de elektriciteit.
Indien de (optionele) dispenser voor reinigingsmiddel en glansspoelmiddel geïnstalleerd is, moeten de externe tanks voor reinigingsmiddel en glansspoelmiddel geplaatst worden en moeten de opvoerbuisjes die zich aan de achterkant van de vaatwasmachine bevinden in de tanks geplaatst worden. Rood buisje: reinigingsmiddel, wit buisje: glansspoelmiddel. OPMERKING: laad de pompen zoals beschreven in de volgende paragraaf. 4.7 Voorzorgsmaatregelen tijdens het niet-gebruik van het apparaat 4.7.
Draai, na het uittrekken van de onderste korf, de dop van het reservoir linksom los en giet zout voor waterontharders met behulp van de bij de machine geleverde trechter; voorkom dat er zout in de kuip gemorst wordt. Verwijder vóór het sluiten van de dop de eventuele zoutresten rond de vulopening. WAARSCHUWINGEN Bij het eerste gebruik van de machine moet het reservoir, naast het zout, ook gevuld worden met één liter water. Controleer bij elke vulling van het reservoir of de dop goed is afgesloten.
BELANGRIJK! Wanneer er wascycli van korte duur worden uitgevoerd, wordt aangeraden reinigingsmiddel in poedervorm en niet in tablets te gebruiken. LET OP! Houd het veiligheidsinformatieblad van de reinigingsmiddelen altijd onder handbereik, opdat ze, wanneer nodig, eenvoudig kunnen worden geraadpleegd door de operator. Het inslikken of inademen van de reinigingsmiddelen kan letsel van de neus, mond en keel veroorzaken.
LET OP! De niveausensoren moeten elektrisch worden aangesloten door middel van de klemmenstrook op de binnenkant van de achterste traverse (met elke doseerpomp komt één aansluitklem overeen voor de aansluiting van de betreffende niveausensor). De handeling moet worden uitgevoerd door door Smeg gemachtigd technisch personeel. afb. 10 – Configuratie met NIVEAUSENSOR: Mondstuk aanzuiging reinigingsmiddel met geïntegreerde niveausensor.
SYMBOLEN BEDIENINGSPANEEL SYMBOOL BETEKENIS SYMBOOL BETEKENIS On/Off Lossen Functie auto open Functie repeat (waar voorzien) (waar voorzien) Functie dry Functie extra voorwas (waar voorzien) (waar voorzien) Opening deur Start / pauze 5.4.2 KNOPPEN Selectie Gedetailleerde beschrijving BESCHRIJVING On/Off De knop is actief met zowel de geopende als de gesloten deur. De knop activeert/deactiveert de interface van de vaatwasmachine en maakt het gebruik van de machine mogelijk.
KNOPPEN BESCHRIJVING Dit is een alternatief voor de functie Repeat. De knop hoeft NIET bij elke cyclus geselecteerd te worden en blijft ingesteld. Functie extra spoeling (waar voorzien) Door middel van de knop kan de functie voor het uitvoeren van een extra koude voorwasfase aan het begin van elke cyclus worden ingesteld. De knop hoeft NIET bij elke cyclus geselecteerd te worden en blijft ingesteld zolang het programma niet gewijzigd wordt.
Ledsymbool OP HET DISPLAY Betekenis Geen reinigingsmiddel (alleen wanneer de niveausensor in de tank geïnstalleerd is) Geen glansspoelmiddel ..... Ik verwijs naar tegenstroommeter of externe niveausensor - afhankelijk van de geïnstalleerde versie Geen zout: geeft aan dat zout moet worden bijgevuld; dit is noodzakelijk voor de werking van de machine - het wasprogramma kan niet worden gestart als het controlelampje brandt.
5.6 Laden van servies en glaswerk 5.6.1 Laadvoorbeelden Onderste korf Bovenste korf afb. 12 – Laadvoorbeelden 5.7 Aanpassing hoogte bovenste korf 5.7.1 Procedure voor de aanpassing De bovenste korf kan in hoogte versteld worden, zodat in de onderste korf vaatwerk van grote afmetingen geplaatst kan worden. 1) Trek de korf naar buiten.
2) Open op beide geleiders de stop voor de aanslag van de korf (zie witte cirkel). 3) Verwijder de bovenste wieltjes en plaats ze weer terug op de geleider (zie witte cirkel). 4) Plaats de aanslagstop altijd weer terug op beide geleiders. Bovenste mand in lage positie Bovenrek in hoge positie 5.
5. Druk op de knop Start/Pauze om de cyclus te starten 6. Een dubbele “biep” signaleert de start van de cyclus. 7. Nadat het geselecteerde programma succesvol is voltooid, verschijnt op het display het opschrift “End”, afgewisseld met het nummer van het zojuist uitgevoerde programma.
5.8.
5.8.
5.8.
5.8.
5.9 Fase drogen (waar voorzien) De fase voor drogen wordt aan het einde van de wascyclus uitgevoerd; zie tabel programma’s. Wanneer er een programma geselecteerd wordt dat voorziet in de droogfase, gaat de met de functie overeenkomende led branden. 5.10 Functie repeat (waar voorzien) Door middel van de functie “repeat” kunnen snelle programma’s worden uitgevoerd omdat het laatste spoelwater wordt hergebruikt als waswater voor de volgende cyclus. 5.
Aan het einde van elk programma wordt, indien nodig, een regeneratie van de harsen uitgevoerd en aan het begin van de volgende cyclus een fase voor het wassen van de harsen, noodzakelijk voor de goede werking van de ingebouwde waterontharder. Deze fasen worden, in geval de functie “REPEAT” geselecteerd is, niet automatisch uitgevoerd maar moeten na de melding op het display (R) worden opgeroepen door de operator. De fasen worden niet meegeteld in de theoretische cyclustijd weergegeven op het display. 5.
WAARSCHUWING Wanneer u er niet in slaagt de RESETCYCLUS uit te voeren, probeer dan, alvorens het Servicecentrum te raadplegen, om de vaatwasmachine in en uit te schakelen en de procedure te herhalen. 6 MODUS SETUP EN FUNCTIES De vaatwasmachine beschikt over de modus set-up voor de wijziging van de bedrijfsparameters. De parameters voor het wassen behoeven geen wachtwoord, die voor de configuratie wel. 6.1 Modus SETUP openen 6.1.
PARAMETER Set 1– 2– 3– 4– 5– SEr BESCHRIJVING Dosering pomp reinigingsmiddel P1. De waarde wordt in gram/liter ingesteld. De defaultwaarde van de parameter is 3 gelijk aan 3,6 gram/liter. (Maximaal instelbare waarde 10 gelijk aan 12 gram/liter). Verhoog of verlaag de waarden door middel van de Selectietoetsen. Dosering pomp glansspoelmiddel P2. De waarde wordt in gram/liter ingesteld. De defaultwaarde van de parameter is 0,5 gelijk aan 0,5 gram/liter.
3 4 5 6 7 8 9 10 3,6 4,8 6 7,2 8,4 9,6 10,8 12 default 03 04 05 06 07 08 09 1 default 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1 Overgang van een parameter naar een andere door middel van de toetsen A of B ; wijziging van de instellingen door middel van de toetsen houden van de toets en ; moet bevestigd worden door het lang ingedrukt . Sluit de modus Set af door lang te drukken op de toets 6.1.3 .
7 REINIGING EN GEWOON ONDERHOUD 7.1 Algemene voorzorgsmaatregelen LOSKOPPELING ELEKTRISCHE EN HYDRAULISCHE VOEDING Voorafgaand aan elke ingreep: de elektriciteitsvoorziening moet worden losgekoppeld door middel van de daarvoor bestemde scheidingsschakelaar van de schakelkast of door de voedingskabel los te koppelen. Ook moeten de kranen van de watertoevoer gesloten worden. VRIJE RUIMTE Aan de voorzijde van de machine moet een vrije ruimte van ongeveer 1m2 gelaten worden om goed te kunnen werken.
Gebruik geen rechtstreekse waterstralen of stoom op de machine omdat dit kan leiden tot het binnendringen van vloeistoffen die gevaarlijk zijn voor de machine. De ingrepen voor onderhoud worden niet gedekt door de garantie op het product, die geen vervanging omvat van onderdelen waarvan het prestatieverlies te wijten is aan normale slijtage tijdens het bedrijf. 7.
Reiniging van de filtergroep De filtergroep bestaat uit een filterelement voor het opvangen van grove resten en uit een groter extern filter. Om de efficiëntie van de machine te waarborgen, is het uiterst belangrijk om deze filters schoon te houden. Wij raden aan om ze vaak te controleren (bijv.
2. Wanneer er in de kuip van de vaatwasmachine water stagneert, controleer dan: Dat de afvoerslang niet geknikt is. Dat de sifon van de afvoer niet verstopt is. Dat de filters van de vaatwasmachine niet verstopt zijn. 3. Wanneer het vaatwerk over het algemeen niet schoon wordt, controleer dan: Of er reinigingsmiddel is ingebracht en met een voldoende hoeveelheid. Of het daarvoor bestemde reservoir regeneratiezout bevat. Of het vaatwerk correct geplaatst is.
De door de gebruiker geforceerde RESET is pas mogelijk wanneer het automatische beheer voltooid is en het alarm ononderbroken op het display wordt weergegeven. Ga in geval van een alarmmelding als volgt te werk: Lees in de tabel de betekenis van de alarmcode, evenals de uit te voeren handelingen. Voer de voor het voorval gesuggereerde handelingen uit. De gewoonlijk van de gebruiker vereiste acties worden hieronder samengevat: 1.
ID ALARM BESCHRIJVING AF:11 Geen koud water tijdens de fasen voor laden. AF:12 Geen warm water. AF:17 AF:18 Onjuiste tijd voor het laden van koud water. Te veel tijd voor laden warm water. De machine heeft te veel tijd nodig voor het laden van warm water. AF:23 Onvoldoende water. Vermindering waterniveau in de kuip. AF:25 Storing hydraulisch circuit. AF:29 De kuip wordt niet binnen de voorziene tijd geledigd. ACTIE GEBRUIKER Controleer de watertoevoer: 1.
ID ALARM BESCHRIJVING AF:30 Tijdens de werking overschrijdt het waterniveau in de kuip het veiligheidsniveau. Veiligheidsniveau water. AF:32 Stagnerend water in de kuip terwijl de machine zich in de status stand-by bevindt. AF:33 Afwijkende lading water in de stoomcondensor. Geen water in de stoomcondensor. AF:34 Waterafvoer van de condensor mislukt. AF:54 Detectie geopende deur bij cyclus in uitvoering. Storing microschakelaar deurvergrendeling.
ID ALARM AF:56 A:58 A:67 BESCHRIJVING Storing van de deurvergrendeling, geen automatische opening. Geen verwarming met betrekking tot de droogfase (dryer). Alleen op mod. SWT260X Storing van de “koelfase” van de motor van de droger. Deze fase is voorzien aan het einde van de droogfase, om de behandelde lading en de verwarmingselementen terug te brengen naar veilige temperaturen. Alleen op mod. SWT260X AF:74 Tussenkomst aquastop (indien geïnstalleerd) AF:78 Restore fail.
8 INHOUD VAN DE HANDLEIDING 1 IDENTIFICATIE VAN DE PRODUCT EN WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK ......... 1 1.1. Commercieel merk en model (of type) ...................................................................................................1 1.2. Editie (index revisie) van de handleiding .................................................................................................1 1.3. Naam en adres van de fabrikant of de distributeur ........................................
5.5 Signaleringsleds - Betekenis ..................................................................................................................17 5.6 Laden van servies en glaswerk ..............................................................................................................19 5.6.1 5.7 Laadvoorbeelden ...........................................................................................................................19 Aanpassing hoogte bovenste korf .........................
7.5.2 8 Alarmen .........................................................................................................................................34 INHOUD VAN DE HANDLEIDING .........................................................................................................