Operation Manual

6
Montage
Veiligheidsinstructies
• Montage, aansluiting en ingebruikstelling van de aandrijving mogen
alleen uitgevoerd worden door daartoe opgeleide, vakkundige personen.
• Poort enkel bewegen indien er zich geen mensen, dieren of voorwerpen
in het bewegingsgebied bevinden.
• Voorkom dat kinderen, mensen met een handicap of dieren in de buurt
van de poort komen.
• Draag bij het boren van de bevestigingsgaten altijd een veiligheidsbril.
• Dek de aandrijving bij het boren af om te voorkomen dat stof en vuil in de
aandrijving kunnen binnendringen.
Muren en plafond moeten stevig en stabiel zijn. Monteer de
aandrijving uitsluitend op een correct uitgelijnde poort. Een
verkeerd uitgelijnde poort kan leiden tot ernstige verwondingen.
• Poorten moeten op zich stabiel zijn, omdat grote trek- en duwkrachten
werken. Lichte poorten van kunststof of aluminium zonodig vóór de mon-
tage versterken. Dealer om raad vragen.
• Verwijder de poortvergrendelingen of zorg ervoor dat deze niet meer wer-
ken.
• Uitsluitend toegelaten bevestigingsmateriaal (b.v. pluggen, schroeven)
gebruiken. Het bevestigingsmateriaal moet aan het materiaal van de pla-
fonds en de muren aangepast worden.
• Beweeglijkheid van de poort controleren.
• De poort moet krachtgecompenseerd zijn.
Test: Poort met de hand half openen. In deze positie moet de poort
blijven staan. Als de poort naar beneden of naar boven loopt –
de poort mechanisch bijstellen. Dealer om raad vragen.
• Controleer de afstand tussen het hoogste looppunt van de poort (THP,
zie afb. 7) en het plafond. Deze moet min. 35 mm en max. 100 mm zijn,
waarbij de schuifstang in een hoek van max. 30° mag staan. Als de
afstand kleiner is, moet de aandrijving verder naar achter gemonteerd
worden en een langere schuifstang aangebracht worden; vraag uw dea-
ler om advies.
Poortmodellen en speciaal
toebehoren*
* Toebehoren worden niet standaard bijgeleverd.
Poortmodel Toebehoren
Draaipoort Geen speciaal toebehoren nodig
Sectiepoort met enkelvoudige Sectiepoortbeslag met
looprail boemerang *
Sectiepoort met dubbele Sectiepoortbeslag zonder
looprail boemerang *
2
2
1
1 2
Tips voor de montage
• Controleer de geleverde onderdelen voordat u begint met de montage;
op die manier voorkomt u tijdverlies en ergernis wanneer een van de
onderdelen onverhoopt zou ontbreken.
• De montage moet door twee personen snel en veilig uitgevoerd worden.
• Wanneer het niet mogelijk is om de aandrijving in het midden van de
poort te monteren, kan deze ook verplaatst worden. Let er daarbij op dat
de poort niet tordeert en zodoende vastloopt in de looprails.
Controle: Open en sluit de poort verschillende keren met de
hand op de plaats waar de aandrijving gemonteerd
moet worden.
Wanneer de poort gemakkelijk en zonder veel
weerstand bediend kan worden (waarbij met de
voorgeschreven trekkracht te werk gegaan wordt)
kan de aandrijving op die plaats gemonteerd worden.
• Noodontgrendeling:
Bij een garage zonder afzonderlijke ingang (b.v. loopdeur) dient de
bestaande noodontgrendeling van de aandrijving langs buiten geacti-
veerd te kunnen worden. Leid daarom de noodontgrendeling naar buiten.
Dit kan met een bowdenkabel of een ontgrendelingsslot gebeuren. Hier-
bij moet altijd de backjump (DIP-schakelaar 6 ON) ingeschakeld zijn.
• Draaipoorten
Omdat de mechanische vergrendeling bij een poort met de aandrijving
gedemonteerd of uitgeschakeld moet worden, kan het naargelang de
constructie van de poort mogelijk zijn de poort ca. 50 mm met de hand te
openen.
Om dit tegen te gaan, moeten veerklemmen gemonteerd worden die de
poort , buiten de aandrijving, ook vergrendelen. Deze veerklemmen zijn
via een ontgrendelingsset aan de aandrijving aangesloten, om bij het
openen van de poort eerst de veerklemmen te ontgrendelen, voordat de
aandrijving de poort opent. Dealer om raad vragen.
Verdere impulsgevers zijn: Handzender, Telecody, radiografische
binnenpasser en sleutelsonde. Bij de handzender, Telecody of de
radiografische binnenpasser moet er geen verbindingsleiding
met de aandrijving worden geïnstalleerd, vraag na bij uw
vakhandelaar.
Instelling van de toprol bij een sectionale poort