Gebruikershandleiding Xperia™ X Compact F5321
Inhoudsopgave Aan de slag.................................................................................... 6 Info over deze gebruikershandleiding.................................................. 6 Overzicht.............................................................................................6 Kaarten plaatsen................................................................................. 7 Schermbeveiliging...............................................................................
Mobiele netwerken selecteren........................................................... 44 VPN's (Virtual Private Network)..........................................................44 Gegevens synchroniseren op uw apparaat..................................46 Synchroniseren met onlineaccounts.................................................. 46 Synchroniseren met Microsoft® Exchange ActiveSync®................... 46 Basisinstellingen...........................................................................
Dubbele items in de applicatie Contacten vermijden..........................74 Een back-up maken van contacten................................................... 75 E-mail........................................................................................... 76 E-mail instellen.................................................................................. 76 E-mailberichten verzenden en ontvangen.......................................... 76 Uw e-mailberichten organiseren.............................
Connectiviteit............................................................................. 110 Het scherm van uw apparaat draadloos op een tv reproduceren.....110 Inhoud delen met DLNA Certified™-apparaten................................110 Bestanden op een ander apparaat weergeven met Cast................. 112 USB-accessoires aansluiten op uw apparaat.................................. 113 Het apparaat verbinden met een draadloze DUALSHOCK™ 4controller.......................................................
Aan de slag Info over deze gebruikershandleiding Dit is de Xperia™ X Compact-gebruikershandleiding voor de Android™ 6.0.1softwareversie. Als u niet zeker weet welke softwareversie uw apparaat gebruikt, dan kunt u dat controleren in het menu Instellingen. Voor meer informatie over softwareupdates, raadpleegt u Uw apparaat bijwerken op de pagina 127. De huidige softwareversie van uw apparaat bekijken 1 2 Tik in het Startscherm op . Ga naar Instellingen > Over de telefoon > Android™-versie.
1. Headsetaansluiting 11. Lader-/USB Type-C™-kabelpoort 2. Tweede microfoon 12. Wi-Fi-/Bluetooth-antennegebied 3. Cameralens aan de voorzijde 13. Hoofdcameralens 4. Oortelefoon/tweede luidspreker 14. Lasersensor autofocus 5. Nabijheids-/lichtsensor 15. RGBC-infraroodsensor 6. Oplaad-/meldingslampje 16. Flitser 7. Aan/uit-toets/vingerafdruksensor* 17. GPS-antennegebied 8. Volume-/zoomtoets 9. Cameratoets 10. Hoofdluidspreker/-microfoon 18. Cover voor nanosimkaart-/ geheugenkaartsleuf 19.
De geheugenkaart verwijderen 1 2 3 4 Schakel het apparaat uit of ontkoppel de geheugenkaart via Instellingen > Opslag en geheugen > > Geavanceerd > Opslagruimte > naast SD-kaart. Open de cover voor de nano-SIM-kaart-/geheugenkaartsleuf terwijl u het scherm naar beneden houdt. Trek de nano-SIM-/geheugenkaarthouder naar buiten met een vingernagel. Verwijder de geheugenkaart en druk de houder voorzichtig helemaal in de sleuf.
Waarom heb ik een Google™-account nodig? Uw Xperia™-apparaat van Sony gebruikt het Android™-platform dat is ontwikkeld door Google™. Een groot aantal verschillende Google™-applicaties en -services is bij aankoop van uw apparaat beschikbaar, bijvoorbeeld Gmail™, Google Maps™, YouTube™ en de Play Store™-applicatie, waarmee u toegang hebt tot de Google Play™-onlinewinkel voor het downloaden van Android™-applicaties. Om het beste uit deze services te halen, hebt u een Google™-account nodig.
Uw apparaat opladen 1 2 3 4 Steek de stekker van de lader in een stopcontact. Sluit het ene uiteinde van de USB Type C-kabel aan op de lader (of op de USBpoort van een computer). Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de USB Type-C™-poort van uw apparaat. Het meldingslampje gaat branden wanneer het laden begint. Wanneer het apparaat helemaal is opgeladen, koppelt u de kabel los door het recht uit het apparaat te trekken. Zorg ervoor dat u de connector niet buigt.
Apparaatbeveiliging Zorgen dat uw apparaat beveiligd is Het apparaat bevat een aantal beveiligingsopties. Deze worden sterk aanbevolen in geval van verlies of diefstal. De opties zijn als volgt: • • • Stel een veilige schermvergrendeling op uw apparaat in met behulp van een pincode, wachtwoord of patroon om te voorkomen dat anderen toegang hebben tot uw apparaat of het resetten. Zie Schermvergrendeling op de pagina 11 voor meer informatie.
• Vingerafdruk: plaats een geregistreerde vinger op de aan/uit-knop om het apparaat te ontgrendelen. Het is heel belangrijk dat u het patroon, de PIN of het wachtwoord voor schermontgrendeling onthoudt. Als u deze informatie vergeet, kunt u belangrijke gegevens, zoals contacten en berichten, mogelijk niet meer herstellen.
Ontgrendelen met vingerafdruk Als u de optie ontgrendelen met vingerafdruk hebt ingeschakeld, fungeert de schermvergrendeling met patroon, pincode of wachtwoord als een alternatieve ontgrendelingsmethode. Als u andere schermvergrendelingstypen selecteert, worden alle vingerafdrukinstellingen gewist. U kunt met uw vingerafdruk het apparaat snel ontgrendelen. U kunt deze functie pas gebruiken als u een vingerafdruk hebt geregistreerd en als u deze functie in Vingerafdrukbeheer hebt ingeschakeld.
Vingerafdrukbeheer registreert gegevens over vingerafdrukken die kunnen worden gebruikt als extra beveiligingsmethode voor het ontgrendelen van het apparaat of om aankopen te verifiëren. U mag maximaal vijf vingerafdrukken registreren op het apparaat. Vingerafdrukfuncties zijn niet beschikbaar in de VS. Voor de eerste keer een vingerafdruk registreren 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Fingerprint Manager.
• De functie Smart Lock is mogelijk niet in alle markten, landen of regio's beschikbaar. Smart Lock inschakelen 1 2 3 4 5 6 7 8 Stel een patroon, pincode of wachtwoord in als schermvergrendeling als u dit nog niet hebt gedaan. Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Trustagents. Tik op de schuifregelaar Smart Lock (Google) om de functie in te schakelen. Tik op de pijl-terug naast Trust-agents. Tik vervolgens op Smart Lock.
Een vertrouwd Bluetooth®-apparaat verwijderen 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde apparaten. Tik op het apparaat dat u wilt verwijderen. Tik op Vertrouwd apparaat verwijderen. Zorgen dat u veilig bent bij het gebruik van vertrouwde apparaten Verschillende Bluetooth®-apparaten ondersteunen verschillende Bluetooth®standaarden en beveiligingsmogelijkheden.
Uw thuislocatie verwijderen 1 2 3 4 5 6 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Locatie en tik vervolgens op de schuifregelaar om de locatieservices in te schakelen. Tik op Modus, kies vervolgens de Locatiemodusinstelling Grote nauwkeurigheid of Accubesparing. Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock >Vertrouwde plaatsen > Startscherm. Tik op Deze locatie uitschakelen.
Het apparaat ontgrendeld houden terwijl u het bij u draagt Met de functie Lichaamsdetectie blijft het apparaat ontgrendeld als u het meeneemt in uw hand, broekzak of tas. Als de versnellingsmeter van het apparaat detecteert dat het toestel wordt meegenomen, blijft het ontgrendeld. Het apparaat wordt vergrendeld als de versnellingsmeter merkt dat het apparaat wordt neergelegd.
Een geblokkeerde simkaart ontgrendelen met een pukcode 1 2 3 Voer de pukcode in en tik op . Voer een nieuwe pincode in en tik op . Voer de nieuwe pincode nogmaals in en tik op . Als u te vaak een onjuiste pukcode hebt ingevoerd, kunt u contact opnemen met uw netwerkprovider voor een nieuwe simkaart. Het identificatienummer van uw apparaat zoeken Uw apparaat heeft een uniek identificatienummer. Dit nummer wordt de IMEI (International Mobile Equipment Identity) genoemd.
• Als laatste redmiddel: het interne en externe geheugen van uw apparaat op afstand wissen. Als u met de webservice 'Protection by my Xperia' het interne geheugen hebt gewist, moet u zich, de volgende keer dat u dit apparaat inschakelt, u aanmelden met een Google™-account dat eerder met dit apparaat is gesynchroniseerd. De service 'Protection by my Xperia' is mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar.
De basisaspecten onder de knie krijgen Het aanraakscherm gebruiken Tikken • • • Een item openen of selecteren. Een selectievakje of optie in- of uitschakelen. Tekst invoeren met het virtuele toetsenbord. Aanraken en vasthouden • • • Verplaats een item. Activeer een item specifiek menu. Activeer de selectiemodus, bijvoorbeeld om meerdere items te selecteren in een lijst. Knijpen en spreiden • In- of uitzoomen op webpagina's, foto's en kaarten en tijdens het opnemen van foto's en video's.
Vegen • • • Naar boven of naar beneden bladeren door een lijst. Naar links of naar rechts bladeren, bijvoorbeeld tussen vensters van het startscherm. Naar links of rechts vegen om meer opties te zien. Vegen • Blader snel, bijvoorbeeld in een lijst of een webpagina. U kunt het bladeren stoppen door op het scherm te tikken.
• Het scherm activeren Druk de toets kort in. Het scherm vergrendelen 1 2 Wanneer het scherm actief is, drukt u kort op de aan/uit-knop . U kunt ook dubbeltikken op een leeg gedeelte van het startscherm. Als u deze functie wilt inschakelen, raakt u een willekeurig gebied in het startscherm aan en houdt u het even vast totdat het apparaat trilt. Vervolgens tikt u op en tikt u op de schuifregelaar naast Dubbeltikken om te slapen.
Een deelvenster instellen als het hoofdvenster van het startscherm 1 2 Raak een gebied in het startscherm aan en houd het even vast tot het apparaat trilt. Veeg naar links of naar rechts om naar het deelvenster te bladeren dat u wilt instellen als hoofdvenster van het startscherm en tik vervolgens linksboven in het scherm op . Als u het meest linkse deelvenster reserveert voor Google Zoeken en Now, kan het hoofdvenster van het startscherm niet meer worden gewijzigd.
Scherm Toepassingen Het scherm Toepassingen, dat u opent vanuit het startscherm, bevat de applicaties die vooraf op uw apparaat zijn geïnstalleerd en de applicaties die u downloadt. Alle applicaties op het scherm Toepassingen weergeven 1 2 Tik op uw startscherm op . Veeg naar links of rechts op het scherm Toepassingen. De lijsten met aanbevolen apps in- of uitschakelen De eerste keer dat u het applicatiescherm opent, krijgt u de mogelijkheid om lijsten met aanbevolen apps in of uit te schakelen.
1 2 Raak een gebied in het applicatiescherm aan en houd het even vast totdat het apparaat trilt. Alle applicaties die kunnen worden uitgeschakeld of verwijderd, worden vervolgens aangeduid met . Tik op de desbetreffende applicatie en tik vervolgens op Uitschakelen als het een vooraf geïnstalleerde app op uw apparaat is of op VERWIJDEREN als u de app zelf hebt gedownload.
Een widget toevoegen aan het startscherm 1 2 Raak een leeg gebied in het Startscherm aan en houd het even vast tot het apparaat trilt. Tik vervolgens op Widgets. Tik op de widget die u wilt toevoegen. De afmetingen van een widget wijzigen 1 2 3 Raak een widget aan en houd deze even vast tot het apparaat trilt. Laat de widget vervolgens los.
• Een map op het startscherm maken Houd het pictogram of de snelkoppeling van een applicatie aangeraakt tot het apparaat trilt; sleep het vervolgens naar het pictogram of de snelkoppeling van een andere applicatie. • Items toevoegen aan een map op het startscherm Houd een item aangeraakt tot het apparaat trilt. Sleep het item vervolgens naar de map. Een map op het startscherm hernoemen 1 2 3 Tik op de map om deze te openen. Raak de titelbalk van de map aan om het veld Mapnaam weer te geven.
Batterijoptimalisatie Batterijoptimalisatie is een krachtige en handige ingebouwde modus die de gebruiksduur van uw batterij aanzienlijk verlengt door het batterijgebruik te verminderen wanneer u het apparaat of bepaalde apps niet gebruikt. Dit wordt bereikt door netwerkactiviteit die batterijvermogen verbruiken, op te schorten. Denk hierbij aan locatieservices, synchronisatie en Wi-Fi® -scannen op de achtergrond wanneer u het apparaat al geruime tijd niet gebruikt heeft.
Wanneer u de batterij van uw apparaat oplaadt, kunt u de lader het beste loskoppelen zodra de batterij volledig (100%) is opgeladen, om de levensduur van de batterij te maximaliseren. Batterijonderhoud detecteert perioden gedurende welke de batterij van het apparaat regelmatig langere tijd wordt opgeladen en maakt een schatting van het begin en einde van deze perioden.
1 2 Sleep de statusbalk omlaag om het gedeelte voor meldingen te openen of dubbeltik op de statusbalk. Sleep het venster omhoog om het gedeelte voor meldingen te sluiten. • Reageren op een melding in het meldingenvenster Tik op de melding. • Een melding verwijderen van het meldingsvenster Plaats uw vinger op een melding en veeg naar links of rechts. • Een melding in het meldingsvenster vergroten Sleep de melding omlaag. Niet alle meldingen kunnen worden vergroot.
Het meldingniveau voor een app instellen U kunt voor meldingen voor individuele toepassingen op verschillende niveaus instellen. U kunt bijvoorbeeld alle e-mailmeldingen blokkeren, meldingen van Facebook™ voorrang geven en de inhoud van berichten verbergen op het vergrendelscherm. Het meldingsniveau voor een app instellen 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Geluid en melding > App-meldingen. Selecteer de gewenste app.
Er is een Wi-Fi®-verbinding ingeschakeld en er worden gegevens verzonden Er is een Wi-Fi®-verbinding ingeschakeld maar er is geen internetverbinding. Dit pictogram wordt ook weergegeven wanneer u probeert verbinding te maken met een beveiligd Wi-Fi®-netwerk. Nadat u zich hebt aangemeld, verdwijnt het uitroepteken. Als Google™ in uw regio is geblokkeerd, kan het uitroepteken zelfs worden weergegeven wanneer u verbinding maakt met een Wi-Fi®-netwerk en er een werkende internetverbinding is.
Er is een software-update beschikbaar Er zijn systeemupdates beschikbaar Systeemupdates worden gedownload Tikken om de gedownloade systeemupdates te installeren STAMINA-modus is geactiveerd Ultra-STAMINA-modus is geactiveerd Batterijonderhoud is geactiveerd Batterijonderhoud is niet beschikbaar in de VS.
Gebruik de Chrome-webbrowser om te navigeren en webpagina's weer te geven en om favorieten, tekst en afbeeldingen te beheren. Gebruik de applicatie Klok om verschillende alarmen en timers in te stellen. Gebruik de applicatie Contacten om telefoonnummers, e-mailadressen en andere gegevens over uw contacten te beheren. Werk met anderen samen aan documenten om iets te maken of bewerken. Open uw gedownloade applicaties, documenten en foto's.
Werk met anderen samen aan spreadsheets om iets te maken of bewerken. Gebruiken de applicatie Schets om afbeeldingen te maken en verkennen, en deze met uw vrienden te delen. Werk met anderen samen aan presentaties om iets te maken of bewerken. Gebruik de applicatie Ondersteuning voor gebruikersondersteuning op uw apparaat. Zo hebt u bijvoorbeeld toegang tot een gebruikershandleiding, informatie over het oplossen van problemen, en tips en trucs.
Applicaties downloaden Applicaties downloaden van Google Play™ Google Play™ is de officiële online Google-winkel voor het downloaden van applicaties, spelletjes, muziek, films en boeken. Het bevat zowel gratis als betaalde applicaties. Voordat u begint met het downloaden van Google Play™, moet u ervoor zorgen dat u een werkende internetverbinding hebt, bij voorkeur via Wi-Fi®, om de kosten van gegevensverkeer te beperken. U moet een Google™-account hebben om Google Play™ te kunnen gebruiken.
Internet en netwerken Surfen op internet De Google Chrome™-webbrowser voor Android™-apparaten wordt voor de meeste landen vooraf geïnstalleerd geleverd. Ga naar http://support.google.com/chrome en klik op de link "Chrome for Mobile" voor meer gedetailleerde informatie over het gebruik van deze webbrowser. Bladeren met Google Chrome™ 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op .
Handmatig internet- en MMS-instellingen toevoegen 1 2 3 4 5 6 7 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Meer > Mobiele netwerken. Tik op Namen toegangspunten > . Tik op Naam en geef een gewenste naam op. Tik op APN en voer de naam van het toegangspunt in. Voer indien nodig alle overige informatie in. Als u niet weet welke gegevens vereist zijn, neem dan contact op met uw netwerkaanbieder voor meer informatie. Als u klaar bent, tikt u op en vervolgens op Opslaan.
Een Wi-Fi®-netwerk handmatig toevoegen 1 2 3 4 5 6 7 8 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi. Tik op > Netwerk toevoegen. Voer de Netwerknaam (SSID)-gegevens in. Tik op het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren. Voer zo nodig een wachtwoord in. Als u geavanceerde opties, zoals proxy- en IP-instellingen, wilt bewerken, tikt u op Geavanceerde opties en bewerkt u de opties naar wens. Tik op Opslaan.
WPS WPS (Wi-Fi Protected Setup™) is een draadloze netwerkstandaard waarmee u veilige draadloze netwerkverbindingen tot stand kunt brengen. Als u weinig achtergrondkennis hebt van draadloze beveiliging, kunt u met WPS eenvoudig WPA-encryptie (Wi-Fi Protected Access®) instellen om uw netwerk te beveiligen. U kunt ook nieuwe apparaten toevoegen aan een bestaand netwerk zonder lange wachtwoorden in te voeren.
Uw mobiele gegevensverbinding met een ander Bluetooth®-apparaat delen 1 2 3 4 5 6 Zorg dat uw apparaat en het andere Bluetooth®-apparaat met elkaar gekoppeld zijn en dat mobiel dataverkeer op uw apparaat actief is. Uw apparaat: Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Meer > Tethering/mobiele hotspot en tik vervolgens op de schuifregelaar Bluetooth-tethering om de functie in te schakelen.
Gegevensgebruik beheren U kunt de hoeveelheid gegevens die van en naar uw apparaat wordt overgebracht, gedurende een bepaalde periode bijhouden via uw mobiele gegevensverbinding of WiFi®-verbinding. U kunt bijvoorbeeld de hoeveelheid gegevens weergeven die door individuele applicaties wordt gebruikt. Voor gegevens die via uw mobiele gegevensverbinding wordt overgebracht, kunt u ook waarschuwingen en beperkingen instellen om extra kosten te voorkomen.
Uw dataverbruik controleren 1 2 3 4 5 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Datagebruik. Tik op en vervolgens op Wi‑Fi weergeven. Als u informatie wilt weergeven over de hoeveelheid via Wi-Fi® overgedragen data, tikt u op het tabblad Wi-Fi. Als u informatie wilt weergeven over de hoeveelheid data die via de mobiele dataverbinding is overgedragen, tikt u op het tabblad Mobiel.
Een virtueel privénetwerk toevoegen 1 2 3 4 5 6 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Meer > VPN. Tik op . Selecteer het type VPN dat u wilt toevoegen. Voer uw VPN-instellingen in. Tik op Opslaan. Verbinding maken met een virtueel privénetwerk 1 2 3 4 5 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Meer > VPN. Tik in de lijst met beschikbare netwerken op het VPN waarmee u verbinding wilt maken. Voer de vereiste gegevens in. Tik op Verbinding maken.
Gegevens synchroniseren op uw apparaat Synchroniseren met onlineaccounts Synchroniseer uw apparaat met contacten, e-mails, evenementen en andere informatie uit onlineaccounts, bijvoorbeeld e-mailaccounts zoals Gmail™ en Exchange ActiveSync, Facebook™ en Flickr™. U kunt gegevens automatisch voor deze accounts synchroniseren door de functie Automatische synchronisatie te activeren, of u synchroniseert elke account handmatig. Een onlineaccount instellen voor synchronisatie 1 2 3 Tik in het Startscherm op .
De instellingen voor een EAS-account wijzigen 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Tik op E-mail en vervolgens op . Tik op Instellingen en selecteer een EAS-account. Breng vervolgens de gewenste wijzigingen aan in de instellingen van de EAS-account. Een synchronisatie-interval instellen voor een EAS-account 1 2 3 4 5 Tik in het Startscherm op . Tik op E-mail en tik vervolgens op . Tik op Instellingen en selecteer een EAS-account. Tik op Controlefrequentie.
Basisinstellingen Instellingen openen Geef instellingen voor uw apparaat weer en wijzig ze vanuit het instellingenmenu. Het instellingenmenu is toegankelijk vanuit zowel het meldingsvenster als het scherm Toepassingen. Het instellingenmenu van het apparaat openen vanuit het applicatiescherm 1 2 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen. Informatie over uw apparaat bekijken 1 2 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon.
Het geluidsniveau aanpassen 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Geluid en melding. Sleep de schuifregelaar voor het volume naar de gewenste positie. U kunt ook op de volumetoets-omhoog of -omlaag drukken en op tikken om de volumeniveaus van de ringtone, het afspelen van media of de alarmen afzonderlijk aan te passen. Het apparaat instellen om te trillen bij binnenkomende oproepen 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Geluid en melding.
Tijdintervallen inplannen voor de modus Niet storen 1 2 3 4 5 6 7 Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op Instellingen > Geluid en melding > Niet storen > Automatische regels. Selecteer de tijd of de gebeurtenis waarvoor u de modus Niet storen wilt inplannen of voeg een nieuwe regel toe. Voer de gewenste naam voor de regel in en tik vervolgens op OK. Tik op Dagen en selecteer de selectievakjes voor de betreffende dagen. Tik vervolgens op Gereed. Pas de starttijd aan door op Starttijd te tikken.
Opgeven na hoeveel tijd het scherm moet worden uitgeschakeld als de telefoon niet wordt gebruikt 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Slaapstand. Selecteer een optie. Als u het scherm snel wilt uitschakelen, drukt u kort op de aan-uitknop . De tekengrootte aanpassen 1 2 3 Tik in het startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Lettergrootte. Selecteer de gewenste optie. De witbalans van het scherm aanpassen 1 2 3 Tik in het Startscherm op .
Scherm vastzetten in- of uitschakelen 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Scherm vastzetten. Tik op de schuifregelaar om de functie in of uit te schakelen. Als Scherm vastzetten is ingeschakeld, kunt u op de schuifregelaar Apparaat vergr. bij losmaken items tikken om deze extra veiligheidsmaatregel naar wens in of uit te schakelen. Voor scherm vastzetten is geen patroon, PIN of wachtwoord vereist.
Cruciale bevoegdheden toestaan 1 2 3 Om een cruciale bevoegdheid toe te staan, tikt u op Doorgaan > Applicatie-info > Toestemmingen. Zoek de cruciale bevoegdheid die u nodig hebt. Tik op de betreffende schuifregelaar om de bevoegdheden aan te passen. U kunt bevoegdheden ook beheren in Instellingen > Apps. Tik op een app en wijzig de gewenste bevoegdheden. Applicaties configureren 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Apps > .
De standaardinstelling van een applicatie wissen 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Apps. Selecteer een applicatie of service en tik op Standaard openen > STANDAARDWAARDEN WISSEN. De optie om de standaardinstelling van een applicatie te wissen is niet voor elke applicatie of service beschikbaar.
De datum handmatig instellen 1 2 3 4 5 6 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Datum en tijd. Schakel de functie Automatische tijd en datum uit door op de schuifregelaar te tikken. Tik op Datum instellen. Veeg naar links of rechts of gebruik de pijltjes om de gewenste datum in te stellen. Tik op OK. De tijd handmatig instellen 1 2 3 4 5 6 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Datum en tijd.
De geluidsuitvoer automatisch verbeteren 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Geluid en melding > Geluidsinstellingen. Schakel de functie ClearAudio+ in door op de schuifregelaar te tikken. De geluidsinstellingen handmatig aanpassen 1 2 3 4 5 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Geluid en melding > Geluidsinstellingen. Als de functies ClearAudio+ en DSEE HX zijn ingeschakeld, schakelt u ze uit door op de schuifregelaars te tikken.
Een headset met ruisonderdrukking gebruiken 1 2 3 4 5 Sluit de headset met ruisonderdrukking aan op uw apparaat. Tik in het Startscherm achtereenvolgens op > Instellingen > Geluid en melding > Accessoire-instellingen > Ruisonderdrukking en schakel de functie Ruisonderdrukking in door op de schuifregelaar te tikken. Tik op Type headset/hoofdtelefoon en selecteer het type van uw headset/ hoofdtelefoon.
Een account van een regelmatige gebruiker toevoegen 1 2 3 4 5 6 7 Zorg ervoor dat u als eigenaar bent aangemeld. Een eigenaar is de gebruiker die het apparaat voor de eerste keer heeft ingesteld. Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Gebruikers > Gebruiker toevoegen. Tik op OK. Het nieuwe account wordt gemaakt. Tik op NU INSTELLEN. Het scherm wordt vergrendeld en er verschijnt een pictogram in de hoek rechtsboven dat de nieuwe gebruiker vertegenwoordigt.
De gegevens van de gastsessie wissen 1 2 3 4 5 Zorg dat u bent ingelogd bij het gastaccount. Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Gebruikers. Ga naar en tik op Gast verwijderen. Tik op Verwijderen. Als u bent ingelogd bij het gastaccount, kunt u de gastsessie wissen via de statusbalk van elk willekeurig scherm. Sleep de statusbalk omlaag, tik op het gebruikerspictogram en tik vervolgens op Gast verwijderen.
Tekst typen Virtueel toetsenbord SwiftKey® is standaardvoorziening voor het invoeren van tekst. U kunt tekst invoeren via het virtuele toetsenbord door elke letter afzonderlijk in te tikken, of u kunt de functie SwitfKey® flow gebruiken en met uw vinger van de ene naar de andere letter schuiven om woorden te vormen. U kunt SwiftKey®-instellingen personaliseren door het SwiftKey®-toetsenbord te openen via het applicatiescherm. 1 Teken vóór de cursor verwijderen.
Tekst invoeren met de invoerfunctie SwifKey® Flow 1 2 3 Wanneer het virtuele toetsenbord wordt weergegeven, veeg dan met uw vinger van letter naar letter om het woord te traceren dat u wilt schrijven. Als u een woord hebt ingevoerd, tilt u uw vinger op. Uw apparaat stelt een woord voor op basis van de letters waar u langs hebt geveegd. Als u het woord dat u wilt niet verschijnt, tikt u op voor meer opties.
Bellen Bellen U kunt bellen door handmatig een telefoonnummer te kiezen, door op een nummer te tikken dat is opgeslagen in de contactenlijst, of door op een telefoonnummer in de gesprekkenlijst te tikken. Met de functie Smart Dial kunt u snel nummers in de contactenlijst en gesprekkenlijsten vinden. Voer gewoon een deel van een telefoonnummer of naam in en kies een optie uit de lijst met suggesties.
Een telefoonnummer voor direct bellen aan het startscherm toevoegen 1 2 3 4 Raak een leeg gebied in het Startscherm aan en houd dit even vast tot het apparaat trilt en het instelmenu wordt weergegeven. Tik in het instelmenu op Widgets > Snelkoppelingen. Blader door de lijst met applicaties en selecteer Direct bellen. Selecteer het contact en het nummer dat u voor direct bellen wilt gebruiken.
U kunt kiezen uit een aantal vooraf gedefinieerde berichten die op uw apparaat beschikbaar zijn, of u kunt een nieuw bericht maken. U kunt ook uw eigen persoonlijke berichten maken door de voorgedefinieerde berichten te bewerken. Een gesprek weigeren met een sms-bericht als het scherm inactief is 1 2 Tik op Antwoordopties als er een gesprek binnenkomt. Selecteer een vooraf gedefinieerd bericht of tik op Nieuw bericht schrijven.
• 1 Een gesprek beëindigen 2 Een tweede gesprek tot stand brengen 3 Huidig gesprek in de wacht zetten of een gesprek uit de wacht halen 4 Cijfers invoeren tijdens een gesprek 5 De microfoon dempen tijdens een gesprek 6 Luidspreker tijdens een gesprek inschakelen Het volume van de oorspeaker veranderen tijdens een oproep Druk de volumetoets omhoog of omlaag. De gesprekkenlijst gebruiken In de gesprekkenlijst vindt u gemiste , ontvangen en gekozen oproepen .
Gesprekken doorschakelen uitschakelen 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Oproep > Gesprekken doorverbinden. Selecteer een optie en tik vervolgens op Uit. Gesprekken beperken U kunt alle categorieën of slechts bepaalde categorieën van inkomende en uitgaande gesprekken blokkeren. Als u een PIN2-code hebt ontvangen van uw serviceprovider, kunt u een lijst met vaste nummers gebruiken om uitgaande gesprekken te beperken.
Meerdere gesprekken Als u de wisselgespreksfunctie hebt geactiveerd, kunt u meerdere gesprekken tegelijk verwerken. Als u de functie hebt geactiveerd, klinkt er een pieptoon wanneer u nog een gesprek ontvangt. Wisselgesprek activeren of deactiveren 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Oproep > Aanvullende instellingen. Als u wisselgesprek wilt activeren of deactiveren, tikt u op Wisselgesprek.
Voicemail Als in uw abonnement een voicemailservice is opgenomen, kunnen bellers een voicemailbericht achterlaten als u een binnenkomend gesprek niet kunt beantwoorden. Het nummer van uw voicemailservice is gewoonlijk op uw SIM-kaart opgeslagen. Als dat niet het geval is, kunt u het nummer opvragen bij uw netwerkoperator en het vervolgens handmatig invoeren. Uw voicemailnummer invoeren 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op .
Contacten Contacten overbrengen Er zijn verschillende manieren om contacten naar uw nieuwe apparaat over te brengen. U kunt contacten synchroniseren met een online account of rechtstreeks importeren vanaf een ander apparaat. Contacten overzetten met een computer Xperia™ Transfer is een applicatie waarmee u uw contacten vanaf uw oude apparaat kunt verzamelen om ze over te dragen naar uw nieuwe apparaat.
Contacten importeren vanaf een geheugenkaart 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op . Druk op en tik vervolgens op Contacten importeren > SD-kaart. Selecteer waar uw contacten moeten worden opgeslagen. Selecteer de bestanden die u wilt importeren en tik op OK. Contacten importeren met Bluetooth®-technologie 1 2 3 4 5 Zorg ervoor dat de Bluetooth®-functie is ingeschakeld en uw apparaat op zichtbaar is ingesteld.
Een contact zoeken 1 2 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op . Tik op en geef een telefoonnummer, naam of andere informatie op in het veld Contacten zoeken. De lijst met resultaten wordt gefilterd zodra u een teken invoert. De contacten selecteren voor weergave in de applicatie Contacten 1 2 3 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op . Druk op en tik vervolgens op Filteren. Schakel de gewenste opties in of uit in de geopende lijst.
Contacten verwijderen 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op . Raak het contact dat u wilt verwijderen aan en houd het even vast. Als u alle contacten wilt verwijderen, tikt u op de pijl omlaag om het vervolgkeuzemenu te openen en selecteert u Alles markeren. Tik op en tik vervolgens op Verwijderen. Contactgegevens over uzelf bewerken 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op . Tik op Mijzelf en tik vervolgens op .
Uw medische gegevens invoeren 1 2 3 4 5 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op . Tik op ICE – In geval van nood. Tik op en tik vervolgens op Medische gegevens bewerken. Bewerk de gewenste informatie. Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN. Een nieuw ICE-contact toevoegen 1 2 3 4 5 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op . Tik op ICE – In geval van nood en tik vervolgens op .
Een contact als favoriet toevoegen of verwijderen 1 2 3 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op . Tik op het contact dat u wilt toevoegen aan of verwijderen uit uw favorieten. Tik op . Uw favoriete contacten weergeven 1 2 Tik in het Startscherm op Tik op Favorieten. en tik vervolgens op . Een contact aan een groep toewijzen 1 2 3 4 Tik in de applicatie Contacten op het contact dat u aan een groep wilt toewijzen. Tik op en tik daarna op de balk direct onder Groepen.
Gekoppelde contacten scheiden 1 2 3 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op . Tik op het gekoppelde contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op Tik op Contactkoppeling verw. > Ontkoppelen. . Een back-up maken van contacten U kunt het interne gehuegen, een geheugenkaart of een SIM-kaart gebruiken om een back-up te maken van contacten. Zie Contacten overbrengen op de pagina 69 voor meer informatie over het herstellen van contacten op uw apparaat.
E-mail E-mail instellen Gebruik de e-mailapplicatie op uw apparaat voor het versturen en ontvangen van emailberichten via uw e-mailaccounts. U kunt een of meerdere e-mailaccounts tegelijkertijd hebben, inclusief zakelijke Microsoft Exchange ActiveSync-accounts. Een e-mailaccount instellen 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op E-mail. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Uw e-mailberichten lezen 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op E-mail. Als u meerdere e-mailaccounts gebruikt, tikt u op en selecteert u het account dat u wilt controleren. Als u al uw e-mailaccounts tegelijk wilt controleren, tikt u op en vervolgens op Gecombineerd Postvak IN. Blader omhoog of omlaag in het postvak IN en tik op het e-mailbericht dat u wilt lezen. Een e-mailbericht maken en verzenden 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op E-mail.
E-mails zoeken 1 2 3 4 5 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op E-mail. Als u meerdere e-mailaccounts hebt, tikt u op en selecteert u het account waarin u wilt zoeken. Als u in al uw e-mailaccounts tegelijk wilt zoeken, tikt u op en vervolgens op Gecombineerd Postvak IN. Tik op . Typ de tekst voor uw zoekopdracht en tik op op het toetsenbord. Het zoekresultaat wordt weergegeven in een lijst die is gesorteerd op datum. Tik op het e-mailbericht dat u wilt openen.
• 1 Een lijst weergeven van alle Gmail-accounts en -mappen 2 Zoeken naar e-mailberichten 3 Lijst met e-mailberichten 4 E-mailbericht schrijven Meer informatie over Gmail™ Wanneer de applicatie Gmail is geopend, tikt u op feedback. en vervolgens op Help en 79 Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Berichten en chat Berichten lezen en verzenden De applicatie Berichten geeft uw berichten weer als gesprekken. Dit betekent dat alle berichten naar en van een specifieke persoon zijn gegroepeerd. Als u MMS-berichten wilt verzenden, moeten de juiste MMS-instellingen zijn ingesteld op uw apparaat. Zie Internet- en MMS-instellingen op pagina 38. Het aantal tekens dat u in één bericht kunt verzenden, is afhankelijk van de aanbieder en de taal die u gebruikt.
Een bericht beantwoorden 1 2 3 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op Tik op het gesprek met het bericht. Voer uw antwoord in en tik op . . Een bericht doorsturen 1 2 3 4 5 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op . Tik op het gesprek met het bericht dat u wilt doorsturen. Raak het bericht dat u wilt doorsturen aan en houd het even vast, en tik vervolgens op Bericht doorsturen.
Bellen vanuit een bericht De afzender van een bericht bellen 1 2 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op Tik op een gesprek en tik vervolgens op . . Het nummer van een afzender opslaan als contact 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op . Tik op het pictogram naast het telefoonnummer en tik op Opslaan. Selecteer een bestaand contact of tik op Nieuw contact maken. Bewerk de contactgegevens en tik op Opslaan.
Muziek en FM-radio Muziek overdragen naar uw apparaat • • Er zijn twee manieren om muziek over te dragen vanaf een computer naar uw apparaat: U kunt muziekbestanden overdragen tussen uw apparaat en een computer met de bijgeleverde USB Type-C™-kabel. Wanneer deze is aangesloten, selecteert u Bestanden overzetten (MTP) op het apparaat en vervolgens kunt u de bestanden kopiëren en plakken of verslepen met de computer. Zie Bestanden beheren met een computer op de pagina 130.
Startscherm Muziek 1 Tik op 2 Blader omhoog of omlaag om de inhoud te bekijken 3 Speel een nummer af met de applicatie Muziek 4 Alle nummers in willekeurige volgorde afspelen 5 Terugkeren naar het scherm van de muziekspeler in de linkerbovenhoek om het menu Muziek te openen Een nummer afspelen met de applicatie Muziek 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op Tik op . Selecteer een muziekcategorie. Tik op een nummer om het af te spelen. .
1 Terug naar startscherm Muziek 2 De huidige afspeelwachtrij weergeven 3 Bladeren door alle artiesten 4 Bladeren door alle albums 5 Bladeren door alle nummers 6 Bladeren door alle mappen 7 Bladeren door alle genres 8 Bladeren door alle afspeellijsten 8 Een gedeeld muziekbestand afspelen op een ander apparaat 10 Het instellingenmenu voor de applicatie Muziek openen 11 Het ondersteuningsmenu voor de applicatie Muziek openen Het menu Muziek openen 1 2 Tik in het Startscherm op Tik op .
Uw eigen playlists afspelen 1 2 3 Open het menu Muziek en tik op Afspeellijsten. Selecteer onder Afspeellijsten de afspeellijst die u wilt openen. Tik op een nummer of op Shuffle alles als u alle nummers wilt afspelen. Nummers toevoegen aan een playlist 1 2 3 Ga vanuit het startscherm Muziek naar het nummer of album dat u wilt toevoegen aan een playlist. Raak de titel van het nummer of album aan en houd deze vast, tik vervolgens op Toevoegen aan playlist.
werkt. Als een van deze apparaten is aangesloten, kunt u het geluid eventueel uit de luidspreker laten komen.
Favoriete radiozenders Een zender als favoriet opslaan 1 2 3 Ga wanneer de radio is geopend naar de zender die u wilt opslaan als favoriet. Tik op . Voer een naam in en selecteer een kleur voor de zender. Druk vervolgens op Opslaan. Luisteren naar een favoriete radiozender 1 2 Tik op . Selecteer een optie. Een zender als favoriet verwijderen 1 2 Ga wanneer de radio is geopend naar de zender die u wilt verwijderen. Tik op en tik vervolgens op Verwijderen.
Camera Foto's maken en video's opnemen 1 Cameralens aan de voorzijde 2 De opnamemodus selecteren 3 Schakelen tussen de camera aan de voorkant en de hoofdcamera 4 In- of uitzoomen 5 Cameratoets: camera activeren/foto's maken/video's opnemen 6 Foto's en video's weergeven 7 Locatie opslaan 8 Foto's maken of video's opnemen 9 Een stap teruggaan of de camera afsluiten 10 Instellingen voor opnamemodus 11 Flitserinstellingen Een foto nemen vanaf het vergrendelingsscherm 1 2 3 Druk kort op d
Een video opnemen met de cameratoets 1 2 3 4 Activeer de camera. Veeg op het scherm naar videomodus. Druk op de cameratoets om het opnemen van een video te starten. Druk opnieuw op de cameratoets om de opname te stoppen. Een video opnemen 1 2 3 4 5 6 • Activeer de camera. . Als de videocamera niet is geselecteerd, veegt u op het scherm naar Richt de camera op het onderwerp. Tik op om de opname te starten. Tik op om de opname van een video te onderbreken. Tik op om de opname te hervatten.
Stijlportret Maak foto's met realtime portretstijlen. Timeshift-video Maak video's met een hoge beeldsnelheid en pas slowmotion-effecten toe. Stickermaker Maak unieke stickers van uw favoriete foto's of met de camerazoeker. Stijl portret Gebruik voor de beste resultaten de functie Stijl portret om retoucheereffecten op portretten toe te passen terwijl u ze maakt. U kunt ook de instelling Toverstraal gebruiken om een spotlight-patroon op de ogen toe te passen.
Automatisch vastleggen Schakel automatisch vastleggen in om automatisch foto's te maken met een van de onderstaande opties. Handontspanner Draai uw handpalm naar de camera om de zelfontspanner in te schakelen en zelfportretten te maken in de opnamemodi Handmatig en Superieur automatisch. Lachsluiter Gebruik Smile Shutter™-technologie om een gezicht te fotograferen, precies op het moment dat de betreffende persoon lacht.
Rasterlijnen Kies om rasterlijnen in de camerazoeker in of uit te schakelen. Automatisch voorbeeld van foto/video weergeven U kunt ervoor kiezen om een voorbeeld weer te geven van foto's en video's net nadat u deze hebt gemaakt. Aan Wanneer u een foto of een video hebt gemaakt, wordt er gedurende drie seconden rechtsonder in het scherm een voorbeeld van weergegeven.
verhogen of de algemene belichting verlagen door op de plus- of mintekens te tikken wanneer het pictogram voor het instellen van de witbalans/scherpstellingsmodus/ belichtingswaarde wordt weergegeven. Witbalans Automatisch Hiermee wordt de kleurbalans automatisch aangepast. Gloeilamp Hiermee wordt kleurbalans aangepast voor warme lichtomstandigheden zoals onder gloeilampen. Tl-licht Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor tl-licht.
Resolutie van 2 megapixels met een beeldverhouding van 16:9. Geschikt voor foto's die u op breedbeeldschermen wilt weergeven. Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Handmatig. Zelfontspanner Met de zelfontspanner kunt u een foto maken zonder het apparaat vast te houden. Gebruik deze functie om zelfportretten te maken, of groepsfoto's waarbij iedereen op de foto staat. U kunt de zelfontspanner ook gebruiken om te voorkomen dat de camera beweegt tijdens het nemen van foto's. 10 sec.
Flitser Gebruik de flitser om foto's te maken bij slechte lichtomstandigheden of bij tegenlicht. De volgende opties zijn beschikbaar wanneer u tikt op het pictogram flitser op het camerascherm: Automatisch De camera bepaalt automatisch of de lichtomstandigheden het gebruik van een flitser vereisen. Opvulflits Gebruik deze instelling als de achtergrond helderder is dan het onderwerp. Hiermee worden ongewenste donkere schaduwen verwijderd.
Sneeuw Gebruik deze optie in fel verlichte omgevingen om overbelichte foto's te voorkomen. Feest Gebruik deze optie voor foto's binnenshuis in slecht belichte omgevingen. Met deze scène worden achtergrondverlichting en kaarslicht binnenshuis opgevangen. Wegens de lange belichtingstijd moet de camera stil worden gehouden of op een stabiel oppervlak worden geplaatst. Sport Gebruik deze optie voor foto's van snel bewegende voorwerpen. Door de korte belichtingstijd wordt de bewegingsvervaging geminimaliseerd.
Gebruik deze optie voor het opnemen van video's aan zee of bij een meer. Sneeuw Gebruik deze optie in fel verlichte omgevingen om overbelichte video's te voorkomen. Sport Gebruik deze optie voor video's van snelbewegende onderwerpen. Door de korte belichtingstijd wordt bewegingsvervaging geminimaliseerd. Feest Gebruik deze optie voor video's binnenshuis in slecht belichte omgevingen. Met deze scène worden achtergrondverlichting en kaarslicht binnenshuis opgevangen.
Aan Uit Meer ondersteuningsinformatie over de camera Gebruik het menu Help om te zoeken naar cameragerelateerde tests en andere nuttige informatie. Voer de volgende stappen uit voor toegang tot ondersteuning. 1 2 Open de camera-applicatie. Tik op en vervolgens op Meer > Help 99 Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Foto's en video's in Album Foto's en video's weergeven Gebruik de applicatie Album om foto's weer te geven en video's af te spelen die u met de camera hebt gemaakt of om vergelijkbare inhoud weer te geven die u op het apparaat hebt opgeslagen. Alle foto's en video's worden in een raster in chronologische volgorde weergegeven.
Een video afspelen 1 2 3 Tik in Album op de video die u wilt afspelen. Tik op . Als er geen afspeelknoppen worden weergegeven, tikt u op het scherm om deze weer te geven. Tik nogmaals op het scherm om de knoppen weer te verbergen. Een video onderbreken 1 2 Wanneer een video wordt afgespeeld, tikt u op het scherm om de besturingselementen weer te geven. Tik op . Een video vooruit- en terugspoelen 1 2 • Wanneer een video wordt afgespeeld, tikt u op het scherm om de besturingselementen weer te geven.
Een foto of video verwijderen 1 2 Geef een foto weer, tik op het scherm om de werkbalken te openen en tik vervolgens op . Tik op Verwijderen. Werken met foto- of videobatches in Album 1 2 3 Geef miniaturen van foto's en video's weer in Album en raak een item aan en houd het vast totdat het gemarkeerd is. Tik op andere items waarmee u wilt werken om ze te selecteren. Als u alle items wilt selecteren, tikt u op en vervolgens op Alles selecteren.
De lichtinstellingen voor een foto afstellen 1 2 3 4 Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven, waarna u op tikt. Als u hierom wordt gevraagd, selecteert u Foto-editor. Tik op , selecteer een optie en bewerk deze naar wens. Voor het opslaan van een kopie van de bewerkte foto, tikt u op Opslaan. Het verzadigingsniveau van kleuren in een foto instellen 1 2 3 4 Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven, tikt.
Verborgen foto's en video's weergeven 1 2 3 Tik in Album op en vervolgens op Verborgen. Tik op een foto of video om deze te bekijken. Veeg naar links om de volgende foto of video weer te geven. Veeg naar rechts om de vorige foto of video weer te geven. Een foto of video weer zichtbaar maken 1 2 3 4 Tik in Album op en vervolgens op Verborgen. Tik op de foto of video die u weer zichtbaar wilt maken. Tik op het scherm om de werkbalken weer te geven en tik vervolgens op . Tik op Niet verbergen.
Uw foto’s op een kaart weergeven Het toevoegen van locatiegegevens aan foto's wordt ook wel geotagging genoemd. U kunt uw foto’s op een kaart weergeven en aan uw vrienden en familie laten zien waar u was toen u de foto maakte. Zie De geografische locatie van een foto opslaan op pagina 92 voor meer informatie. Als u locatiedetectie hebt ingeschakeld en geotagging in de camera hebt geactiveerd, kunt u uw foto's direct labelen voor latere weergave op de kaart.
De geotag van een foto wijzigen 1 2 Raak bij het bekijken van een foto op de kaart in Album deze foto aan en houd vast tot het kader blauw wordt, en tik vervolgens op de gewenste locatie op de kaart. Tik op OK. De kaartweergave wijzigen • Geef de kaart weer in Album en tik op . Schakel vervolgens heen en weer tussen Klassieke weergave en Satellietweergave. 106 Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Video's De applicatie Video Gebruik de applicatie Video om films en andere video-inhoud af te spelen die u op uw apparaat hebt opgeslagen of naar uw apparaat hebt gedownload. De applicatie doet ook dienst als een tv-gids met de optie gedetailleerde programmagegevens en verwante inhoud te tonen, waaronder posts op sociale media over het programma waarin u bent geïnteresseerd. U kunt de applicatie voor uw compatibele thuisapparaat gebruiken als een volledig functionerende afstandsbediening.
Instellingen wijzigen 1 2 3 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op Video. Tik op om het startschermmenu te openen en tik vervolgens op Instellingen. Wijzig de instellingen naar wens. Een video afspelen 1 2 3 4 5 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op Video. Tik op de video die u wilt afspelen. Als de video niet op het scherm wordt weergegeven, tikt u op om het startschermmenu te openen. Tik vervolgens op de video die u wilt afspelen.
Movie Creator Xperia™ Movie Creator maakt automatisch korte video's op basis van bestaande foto's en video's. De applicatie bepaalt automatisch de tijdsbalk om de film te maken. Hiervoor kan bijvoorbeeld een selectie foto's en video's van een uitje op een zaterdagmiddag worden gebruikt, of van een periode van een week, een maand of maar liefst een jaar, om daar een film van te maken. Als deze film met hoogtepunten klaar is, ontvangt u een melding. Daarna kunt u de film naar wens bewerken.
Connectiviteit Het scherm van uw apparaat draadloos op een tv reproduceren Gebruik de functie Schermreproductie om het scherm van uw apparaat weer te geven op een tv of een ander groot scherm zonder een kabelverbinding te gebruiken. De Wi-Fi Direct®-technologie brengt een draadloze verbinding tussen de twee apparaten tot stand, zodat u op uw gemak kunt genieten van uw favoriete foto's vanuit uw luie stoel.
Uw apparaat gebruiken om een muzieknummer af te spelen dat op een ander apparaat is opgeslagen 1 2 3 4 5 Zorg dat het apparaat waarmee u bestanden wilt delen met hetzelfde Wi-Fi®netwerk is verbonden als uw apparaat. Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op . Tik op en tik vervolgens op Thuisnetwerk. Selecteer een apparaat in de lijst met verbonden apparaten. Blader door de mappen van het verbonden apparaat en selecteer het nummer dat u wilt afspelen.
clientapparaat voor meer informatie. Controleer of uw Wi-Fi®-netwerk werkt als uw apparaat niet toegankelijk is voor een client op het netwerk. U kunt ook het menu Mediaserver in de applicatie Muziek of Album openen door de linkerrand van het applicatiestartscherm naar rechts te slepen en op Instellingen > Mediaserver te tikken. Het delen van bestanden met andere thuisnetwerkapparaten stoppen 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Mediaserver.
Foto's of video's op een clientapparaat weergeven met Cast 1 2 3 4 5 6 Controleer of het DMR-apparaat of DLNA™-clientapparaat correct is ingesteld en of het is verbonden met hetzelfde Wi-Fi®-netwerk als uw apparaat. Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op Album . Blader door de foto's en video's en open de foto's en video's die u wilt weergeven. Tik op het scherm om de werkbalk weer te geven, tik vervolgens op en selecteer het apparaat waarmee u uw bestanden wilt delen.
Het NFC-detectiegebied bevindt zich aan de voorzijde van het apparaat. Houd uw apparaat in de buurt van een ander apparaat of een NFC-lezer zodat de NFCdetectiegebieden elkaar aanraken. NFC is mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar. Voor bepaalde apps kunnen NFCfuncties worden ingeschakeld, ook als het apparaat is uitgeschakeld. Deze functie wordt niet op alle apparaten ondersteund. De NFC-functie in- of uitschakelen 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op Instellingen > Meer.
Een foto of video delen met een ander apparaat door middel van NFC 1 2 3 4 5 6 Zorg ervoor dat de NFC-functie op beide apparaten is ingeschakeld en dat beide schermen actief en ontgrendeld zijn. Als u foto's en video's op uw apparaat wilt weergeven, gaat u naar het Startscherm, tikt u op en tikt u vervolgens op Album . Tik op de foto of video die u wilt delen. Houd uw apparaat en het ontvangende apparaat dicht bij elkaar zodat de NFCdetectiegebieden van beide apparaten elkaar raken.
De Bluetooth®-functie in- of uitschakelen 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op Instellingen > Bluetooth. Tik op de schuifregelaar Bluetooth om de functie in of uit te schakelen. Uw apparaat een naam geven U kunt uw apparaat een naam geven. Deze naam wordt aan andere apparaten getoond, als u de Bluetooth®-functie hebt ingeschakeld en uw apparaat hebt ingesteld op zichtbaar. Uw apparaat een naam geven 1 2 3 4 5 6 Zorg ervoor dat de Bluetooth®-functie is ingeschakeld.
De koppeling van een Bluetooth®-apparaat opheffen 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op Instellingen > Bluetooth. Tik onder Gekoppelde apparaten op naast de naam van het apparaat waarvan u de koppeling wilt opheffen. Tik op Vergeten. Onderdelen verzenden en ontvangen via Bluetooth®-technologie Gebruik Bluetooth® om onderdelen te delen met andere Bluetooth®-compatibele apparaten zoals telefoons of computers.
Slimme apps en functies die tijd sparen Google Zoeken en Now Gebruik de Google-app om te zoeken op internet. U kunt ook Now-kaarten inschakelen voor regelmatige updates. U kunt bijvoorbeeld verkeersinformatie ontvangen voordat u naar het werk rijdt, populaire restaurants in de omgeving zoeken, de huidige score bekijken van uw favoriete sportteam, en meer.
Reizen en kaarten Locatieservices gebruiken Applicaties zoals Maps en de camera kunnen via locatieservices informatie gebruiken van mobiele en Wi-Fi®®-netwerken en tevens GPS-informatie (Global Positioning System) om uw locatie bij benadering te bepalen. Als de verbinding met GPS-satellieten niet optimaal is, kan uw apparaat uw locatie met behulp van de Wi-Fi®-functie bepalen. En als u niet binnen het bereik van een Wi-Fi®-netwerk bent, kan uw apparaat uw locatie met behulp van uw mobiele netwerk bepalen.
Het gebruik van gegevensverkeer onderweg Wanneer u onderweg bent uit de buurt van uw mobiele thuisnetwerk, moet u mogelijk verbinding maken met internet met behulp van mobiele gegevensverkeer. Als dat het geval is, dan moet u data roaming op uw apparaat inschakelen. Wanneer u data roaming inschakelt, kunnen daarvoor extra kosten in rekening worden gebracht. Het wordt aangeraden om vooraf te controleren wat de kosten daarvoor zijn.
Agenda en wekker Agenda Gebruik de app Agenda om uw agenda te beheren. Als u zich hebt aangemeld bij een of meer onlineaccounts die gebruikmaken van agenda's, bijvoorbeeld uw Google™account of Xperia™ met Facebook-account en u hebt uw apparaat daarmee gesynchroniseerd, dan verschijnen agendagebeurtenissen van deze accounts ook in de applicatie Agenda van uw apparaat. U kunt selecteren welke agenda's u in de gecombineerde Agenda-weergave wilt integreren.
3 De stopwatchfunctie openen 4 De timerfunctie openen 5 Weergaveopties 6 Datum- en tijdinstellingen voor de klok openen 7 Een alarm in- of uitschakelen 8 Een nieuw alarm toevoegen Een nieuw alarm instellen 1 2 3 4 5 6 7 Tik in het startscherm op . Tik op Klok. Tik op . Tik op Tijd en selecteer de gewenste waarde. Tik op OK. Bewerk eventueel andere alarminstellingen. Tik op Opslaan. • Een alarm in de sluimerstand zetten wanneer het klinkt Tik op Sluimeren.
De trilfunctie voor een alarm activeren 1 2 3 Tik op Klok en vervolgens op het alarm dat u wilt bewerken. Markeer het selectievakje Trillen. Tik op Opslaan. Het gedrag van de toetsen aan de zijkant instellen 1 2 3 Tik op Klok en vervolgens op het alarm dat u wilt bewerken. Tik op Werking van zijtoetsen en kies het gewenste gedrag van de toetsen aan de zijkant als deze tijdens het alarm worden ingedrukt. Tik op Opslaan. 123 Dit is een internetversie van deze publicatie.
Toegankelijkheid Vergrotingsgebaren Met vergrotingsgebaren kunt u inzoomen op delen van het scherm door driemaal achterelkaar op het touchscreen te tikken. Vergrotingsgebaren in- of uitschakelen 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Toegankelijkheid > Vergrotingsgebaren. Tik op de schuifregelaar onder Vergrotingsgebaren. Een gebied vergroten en over het scherm pannen 1 2 3 4 Zorg dat Vergrotingsgebaren zijn ingeschakeld.
TalkBack inschakelen 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Toegankelijkheid > TalkBack. Tik op de schuifregelaar onder TalkBack en tik vervolgens op OK. Tik op Instellingen om spraak-, feedback- en touchvoorkeuren van TalkBack aan te passen. Er wordt direct een zelfstudie gestart wanneer u TalkBack inschakelt. Als u de zelfstudie wilt afsluiten, tikt u op en tikt u twee keer op het scherm.
Ondersteuning en onderhoud Ondersteuning voor uw apparaat Gebruik de applicatie Ondersteuning op uw apparaat om te zoeken naar een gebruikershandleiding, oplossingen voor problemen te lezen en informatie te vinden over software-updates en andere productgerelateerde informatie. De applicatie voor gebruikersondersteuning openen 1 2 Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op en selecteer het gewenste ondersteuningsitem.
• • • Inhoud back-uppen en herstellen op de computer. Multimediabestanden, zoals foto's, video's, muziek en afspeellijsten, tussen uw apparaat en computer synchroniseren Door bestanden op uw apparaat bladeren Om de applicatie Xperia™ Companion te kunnen gebruiken, moet u beschikken over een computer die met internet is verbonden en waarop één de volgende besturingssystemen is geïnstalleerd: • • Microsoft® Windows® 7 of nieuwer Mac OS® X 10.
Een systeemupdate downloaden en installeren 1 2 3 4 5 Deelt u een apparaat met meerdere gebruikers, zorg er dan voor dat u bent aangemeld als de eigenaar. Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon > Software-update. Als er een systeemupdate beschikbaar is, tikt u op Downloaden om deze naar uw apparaat te downloaden. Als het downloaden is voltooid, tikt u op Doorgaan en volgt u de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Geheugenprestaties verbeteren Het geheugen in uw apparaat raakt bij normaal gebruik langzaam vol. Als het apparaat trager wordt of als applicaties plotseling worden afgesloten, kunt u het volgende doen: • • • • • • • Zorg er altijd voor dat er 500 MB vrij intern geheugen beschikbaar is. Sluit applicaties af als u ze niet gebruikt. Wis het cachegeheugen voor alle applicaties. Verwijder gedownloade applicaties die u niet gebruikt. Verplaats applicaties naar de geheugenkaart als de interne opslag vol is.
Smart Cleaner in- of uitschakelen 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op Instellingen > Opslag en geheugen. Tik op de schuifregelaar naast Slimme wisser. Bestanden beheren met een computer Gebruik een USB Type-C™-kabelverbinding tussen een Windows®-computer en uw apparaat om bestanden over te brengen en te beheren.
• • • • • SMS-berichten Agenda Instellingen Mediabestanden, zoals muziek en video's Foto's en afbeeldingen Een back-up van uw gegevens maken met een computer 1 2 3 4 5 Zorg dat Xperia™ Companion voor Windows (http://support.sonymobile.com/tools/xperia-companion) of Xperia™ Companion voor Mac OS (http://support.sonymobile.com/tools/xperia-companion-mac) op uw pc of Mac® is geïnstalleerd. Sluit het apparaat aan op de computer via een USB Type-C™-kabel.
Een back-up maken in een onlineaccount van de service Xperia Backup & Restore 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op Instellingen > Back-up maken en resetten. Tik op Automatische back-up en vervolgens op de aan/uit-schakelaar om de automatische back-upfunctie in te schakelen. Tik op Meer > Handmatige back-up om de handmatige back-upfunctie in te schakelen. Als de handmatige back-upfunctie is ingeschakeld, tikt u onder Opslag selecteren op Online account.
Back-ups van inhoud herstellen 1 2 3 4 5 6 Als u inhoud van een USB-opslagapparaat wilt herstellen, moet u ervoor zorgen dat het opslagapparaat door middel van de USB-hostadapter op uw apparaat is aangesloten. Als u inhoud herstelt vanaf een SD-kaart, moet u ervoor zorgen dat de SD-kaart correct in het apparaat is geplaatst. Als u inhoud herstelt vanuit de service Xperia Backup & Restore, moet u ervoor zorgen dat u bent aangemeld bij uw Google™-account. Tik in het Startscherm op .
Een specifieke diagnostische test uitvoeren 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op Instellingen > Over de telefoon > Diagnostische gegevens > Testen. Selecteer een test in de lijst. Volg de aanwijzingen en tik op Ja of Nee om te bevestigen of een functie werkt. Alle diagnostische tests uitvoeren 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op Instellingen > Over de telefoon > Diagnostische gegevens >Testen > Alles uitvoeren.
De fabrieksinstellingen herstellen 1 2 3 4 5 6 Maak een back-up van alle belangrijke gegevens in het interne geheugen van uw apparaat en sla deze back-up op een geheugenkaart of een ander extern geheugen op. Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Back-up maken en resetten > Fabrieksinstellingen resetten. Tik op Telefoon resetten. Teken uw ontgrendelpatroon als daarom wordt gevraagd, of voer het ontgrendelwachtwoord of de pincode in om door te gaan.
Het gebruik van bepaalde functies en applicaties die in deze handleiding zijn beschreven, kunnen internettoegang vereisen. Er kunnen kosten voor dataoverdracht in rekening worden gebracht wanneer u verbinding maakt met internet met uw apparaat. Neem contact op met uw draadloze serviceprovider voor meer informatie. Juridische gegevens Sony F5321 Deze gebruikershandleiding is zonder enige garantie gepubliceerd door Sony Mobile Communications Inc. of een van haar lokale vestigingen.